Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Woordvolgorde+present perfect _chapter3_2bkgt
Woordvolgorde
WIE - DOET - WAT - WAAR - WANNEER
1 / 24
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Engels
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
In deze les zitten
24 slides
, met
interactieve quizzen
,
tekstslides
en
1 video
.
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Woordvolgorde
WIE - DOET - WAT - WAAR - WANNEER
Slide 1 - Tekstslide
wie
doet
wat
waar
wanneer
The parents
bring
to football training
every Sunday
their son
Slide 2 - Sleepvraag
1
2
3
4
5
my little brother
bakes
a cake
in the kitchen
every weekend
Slide 3 - Sleepvraag
a parking place / near the shops / they / found
Slide 4 - Open vraag
in a garage / Mr Hodges / his car / parks
Slide 5 - Open vraag
He / to town / after breakfast / Mrs Hodges / takes
Slide 6 - Open vraag
meet / at the sports ground / they / after dinner / their friends
Slide 7 - Open vraag
enjoys / swimming / in our pool / in the morning / she
Slide 8 - Open vraag
Slide 9 - Video
Correct word order:
Billy / to his friend /
five minutes ago / went
A
Billy went to his friend five minutes ago
B
Billy went five minutes ago to his friend
C
Billy five minutes ago went to his friend.
D
Five minutes ago Billy went to his friend
Slide 10 - Quizvraag
Choose the sentence with the correct word order.
A
He swims every day in the canal.
B
He swims in the canal every day.
Slide 11 - Quizvraag
Wie
doet
wat
waar
wanneer
Jacky and Pete
aren't going
to the cinema
tonight
Slide 12 - Sleepvraag
Correct word order:
her / in town / yesterday / I / met
A
I met her in town yesterday.
B
I met her yesterday in town.
C
I yesterday met her in town.
D
I met yesterday her in town.
Slide 13 - Quizvraag
Present Perfect
Hoe?
Je maakt de present perfect met:
have / has + voltooid deelwoord
.
Het voltooid deelwoord eindigt op
-ed
bij
regelmatige werkwoorden
.
Slide 14 - Tekstslide
Welke zin staat in de present perfect?
A
I've never been to America.
B
I went to America last year.
Slide 15 - Quizvraag
Welke zin staat in de present perfect?
A
I lived in Amsterdam.
B
I have lived in Amsterdam since I was 18.
Slide 16 - Quizvraag
Gebruik de present perfect.
Rebecca .... (to go) bed and now she's trying to sleep
A
Rebecca goes to bed
B
Rebecca is going to bed
C
Rebecca went to bed
D
Rebecca has gone to bed
Slide 17 - Quizvraag
Gebruik de present perfect. Wat is juist?
I ......... the name of the pub now.
A
remembered
B
have remembered
C
am remembering
D
has remembered
Slide 18 - Quizvraag
present perfect:
He .......... football when he was young.
A
have played
B
has played
C
played
D
is playing
Slide 19 - Quizvraag
present perfect:
I .......... to the USA 4 times.
A
been
B
was going
C
has been
D
have been
Slide 20 - Quizvraag
present perfect:
They ........... to school together since they were young.
A
have walked
B
walked
C
has walked
D
had walked
Slide 21 - Quizvraag
Which sentence is the present perfect?
A
I bought a dog
B
I have bought a dog
C
I has bought a dog
D
I am buying a dog
Slide 22 - Quizvraag
Gebruik de Present Perfect:
"You .... a pen." (find)
Slide 23 - Open vraag
Ik snap de present perfect nu beter
😒
🙁
😐
🙂
😃
Slide 24 - Poll
Meer lessen zoals deze
Woordvolgorde+present perfect _chapter3_2bkgt
Januari 2024
- Les met
27 slides
Engels
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
Woordvolgorde
April 2022
- Les met
20 slides
Engels
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 4
woordvolgorde
November 2022
- Les met
19 slides
Engels
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 1
TWC 3HGL Woordvolgorde
Maart 2022
- Les met
19 slides
Engels
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 4
Woordvolgorde
Februari 2023
- Les met
18 slides
Engels
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 4
Woordvolgorde
Mei 2024
- Les met
15 slides
Engels
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
Woordvolgorde
Oktober 2024
- Les met
25 slides
Engels
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 4
Woordvolgorde
April 2022
- Les met
19 slides
Engels
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 4