H39 - vd

Welkom 1D! 
Ga lekker zitten volgens de plattegrond. 

Leg het volgende vast op tafel:
  • etui
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Welkom 1D! 
Ga lekker zitten volgens de plattegrond. 

Leg het volgende vast op tafel:
  • etui

Slide 1 - Tekstslide

Welkom 1D! 
Ga lekker zitten volgens de plattegrond. 

Leg het volgende vast op tafel:
  • Kern + schrift
  • agenda

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Pak je leesboek en ga lekker lezen!

Slide 4 - Tekstslide

Vandaag ...
  • Terugblik pvtt en pvvt
  • Uitleg H39 - voltooid deelwoord
  • Toets bespreken (paar ll'en)
  • Aan de slag!
Doelen van de les: 
- Ik kan het voltooid deelwoord in de zin vinden.
- Ik kan het voltooid deelwoord correct spellen.

Slide 5 - Tekstslide

H27 - pvvt
persoonsvorm tegenwoordige tijd

Slide 6 - Tekstslide

sterke werkwoorden
vs.
zwakke werkwoorden

Slide 7 - Woordweb

H27 - pvvt
  • Zwakke werkwoorden veranderen niet van klank: maak - maakte

  • Sterke werkwoorden veranderen wel van klank: lopen - liep

Slide 8 - Tekstslide

Zwakke werkwoorden
  • Je vindt de ik-vorm door het hele werkwoord -en: fietsen - ik fiets
  • Om te weten of je -te(n) of -de(n) schrijft, gebruik je 't kofschip.

Enkelvoud (ik/jij/hij/zij/het)
ik-vorm + 'de' of 'te'
ik stuurde, jij fietste
Meervoud 
(zij/wij/jullie)
ik-vorm + 'den' of 'ten'
wij stuurden, jullie fietsten

Slide 9 - Tekstslide

Sterke werkwoorden
Sterke werkwoorden veranderen wél van klank in de verleden tijd: loop - liep
  • Schrijf de persoonsvorm van sterke werkwoorden in de verleden tijd zo kort en eenvoudig mogelijk.

Slide 10 - Tekstslide



Persoonsvorm         > T.T.
                                       


                                        > V.T.


Geen persoonsvorm   








1. Ik of jij/je erachter = ik-vorm
2. ev: jij/hij/zij/het = ik-vorm + t
3. mv: wij/jullie/zij = hele werkwoord
Sterke werkwoorden: zo kort en eenvoudig mogelijk.

Zwakke werkwoorden: ik-vorm + te(n)/de(n)


Slide 11 - Tekstslide

H39 - vd
voltooid deelwoord

Slide 12 - Tekstslide

Sleep het woord naar de juiste meervoudsvorm
meervouden met een -s
meervouden op 's
alinea
bureau
radio
paraplu
sleutel
video

Slide 13 - Sleepvraag

Wat weet je van het voltooid deelwoord?

Slide 14 - Woordweb

Voltooid deelwoord
Een voltooid deelwoord geeft vaak aan dat een handeling is afgerond, oftewel voltooid is. Als een voltooid deelwoord in het werkwoordelijk gezegde voorkomt, staat er altijd een vorm bij van hebben, zijn of worden.

Ik heb in de tuin gezeten.
Jij bent naar boven gegaan.
De trampoline wordt morgen geleverd.



Slide 15 - Tekstslide

Spelling H4 - Voltooid deelwoord
Hoe schrijf je het voltooid deelwoord?
  • Het voltooid deelwoord van sterke werkwoorden eindigt vaak op -en:
           zwemmen - gezwommen of vliegen - gevlogen

  • Het voltooid deelwoord van zwakke werkwoorden eindigt vaak op een -d of een -t.
            verdienen - verdiend, spelen - gespeeld, maken - gemaakt




Slide 16 - Tekstslide

Spelling H4 - Voltooid deelwoord
't Kofschip

  • feliciteren: 'en' eraf > feliciter. De laatste letter is een 'r' en deze zit niet in 't Kofschip. Dus: gefeliciteerd.

  • fietsen: 'en' eraf > fiets. De laatste letter is een 's' en deze zit wel in 't Kofschip. Dus: gefietst

Slide 17 - Tekstslide



Persoonsvorm         > T.T.
                                       


                                        > V.T.


Geen persoonsvorm   
                                        > voltooid deelwoord ('t Kofschip)
                                           









1. Ik of jij/je erachter = ik-vorm
2. ev: jij/hij/zij/het = ik-vorm + t
3. mv: wij/jullie/zij = hele werkwoord
Sterke werkwoorden: zo kort en eenvoudig mogelijk.

Zwakke werkwoorden: ik-vorm + te(n)/de(n)


Slide 18 - Tekstslide

Noteer het voltooid deelwoord van het werkwoord: VECHTEN

Slide 19 - Woordweb

Noteer het voltooid deelwoord van het werkwoord: AANVALLEN

Slide 20 - Woordweb

Noteer het voltooid deelwoord van het werkwoord: GEBEUREN

Slide 21 - Woordweb


Onze stad werd op 17 april 1954 ... (bevrijden).
A
bevrijd
B
bevrijt

Slide 22 - Quizvraag


Ik heb enorm ... (boffen)
A
gebofd
B
geboft

Slide 23 - Quizvraag


Vorig jaar is mijn nichtje naar Amerika ... (verhuizen).
A
verhuist
B
verhuisd

Slide 24 - Quizvraag

Aan de slag!
Hoofdstuk 39 - Voltooid deelwoord
Opdr. 1 t/m 6 en 9 

De eerste tien minuten werk je zelfstandig in stilte. Daarna mag je zachtjes overleggen met degene naast je.

Klaar?
Kijk zelfstandig H11 en 12 na. 
Lezen in je leesboek

timer
15:00

Slide 25 - Tekstslide

Huiswerk

Donderdag 21 november:
  • H39: opdr. 1 t/m 6 en 9
  • nakijken H26 en H27 (teams)
  • reparatie toets Leesvaardigheid





Slide 26 - Tekstslide