Test samen Systeem Aarde H3.2

Luchtstromen
1 / 28
volgende
Slide 1: Woordweb
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Luchtstromen

Slide 1 - Woordweb

 



Waardoor ontstaan hoge- en lagedrukgebieden?

Slide 2 - Tekstslide

Waardoor ontstaan gebieden met hoge luchtdruk en lagedrukgebieden?

Slide 3 - Open vraag

Door verschillen in temperatuur
Maar hoe ontstaan die verschillen in temperatuur dan?

Slide 4 - Tekstslide





Verschil in breedteligging geeft verschil in temperatuur

Waarom?

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Woordweb

Waarom is het warm rond de evenaar?
De invalshoek van de zon is niet overal op aarde gelijk -> 
  • Op lage breedte (rond de evenaar dus) is invalshoek groot -> de zon verwarmt een klein  oppervlak
  • De zonnestralen leggen een kortere afstand door de dampkring af. 


Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Wat heeft Buys Ballot bijgedragen aan kennis over luchtstromen?

Slide 9 - Open vraag

Wet van Buys-Ballot
..EN...

Slide 10 - Tekstslide

Welke afwijking heeft de wind die op het Noordelijke halfrond waait van 30 graden NB naar de evenaar?

Slide 11 - Open vraag

Slide 12 - Tekstslide

Bekijk de afbeelding over ITCZ.

Wat betekent ITCZ?
A
Inter Tropische Convectie Zone
B
Inter Tropische Convergentie Zone
C
Inter Tropische Constructie Zone

Slide 13 - Quizvraag

Welke situaties horen bij de ITCZ?
A
Lage drukgebied, stijgende lucht, veel neerslag
B
Lage drukgebied, stijgende lucht, weinig neerslag
C
Hoge druk gebied, dalende lucht, weinig neerslag
D
Hogedrukgebied, dalende lucht, veel neerslag

Slide 14 - Quizvraag

Welk klimaat vind je in het gebied van de ITCZ ?
A
Tropisch klimaat (A)
B
Droog Klimaat (B)
C
Gematigd klimaat (C)
D
Landklimaat (D)

Slide 15 - Quizvraag

Wat is een ander woord voor de wet van Buys Ballot?
A
Het Broccolieffect
B
Het Creoleneffect
C
Het Corioliseffect
D
Het Coronaeffect

Slide 16 - Quizvraag

 
Kijk goed naar de zeestromen in de volgende animatie.


Slide 17 - Tekstslide

0

Slide 18 - Video

Corioluseffect of Wet van Buys Ballot
Waarom wijkt de wind hier af?

Slide 19 - Tekstslide

Wat is de functie van zeestromen?

Slide 20 - Open vraag




Waardoor ontstaan zeestromen?

Slide 21 - Tekstslide

Door wind die over zee waait -> sleurt zeewater mee

Slide 22 - Tekstslide



Welke vijf klimaten onderscheidde we (Köppen)?

Slide 23 - Tekstslide

A: tropische klimaten 

B: droge klimaten

C: gematigde klimaten

D: landklimaten

E: polaire klimaten

Slide 24 - Tekstslide

Meting
land 9
Zet de juiste letters van het klimaatsysteem van Köppen bij de juiste plek op de wereld.

Let op: 1 klimaatsysteem hoort bij geen van de plaatsen en blijft dus over.
EH
Af
BW
Cf
Df
ET

Slide 25 - Sleepvraag





1) Geografische breedteligging.  Rond de evenaar warm en neemt af richting de polen.

2) Gebergtes en hoogtes. Hoe hoger, hoe kouder.

3) type oppervlak.
Oceanen en continenten; opwarming en afkoeling oceanen gaat langzamer

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Aantekening:
Er zijn 5 klimaatfactoren die klimaat het bepalen
  1. De geografische breedteligging
  2. Land-zeeverdeling (ligging t.o.v water, zeeën en oceanen)
  3. Hoogteligging
  4.  Ligging van gebergten (richting van bergruggen)
  5. Invloed van wind-en zeestromen

Slide 28 - Tekstslide