Herhaling lezen h3 en begin woordenschat H1

Een dichter
Een dichter is een tovenaar
hij  tovert woorden bij elkaar
die zo tezamen komen
als beelden doen in dromen

Een dichter is een taalatleet 
die alle woorden die hij weet
zo aan elkaar kan rijgen
dat jij ervan gaat zwijgen

een dichter is een virtuoos
van elke bloem maakt hij een roos
zijn woorden staan te dringen
om maar te mogen zingen

een dichter is een vreemd persoon
maar verder is hij gewoon
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Een dichter
Een dichter is een tovenaar
hij  tovert woorden bij elkaar
die zo tezamen komen
als beelden doen in dromen

Een dichter is een taalatleet 
die alle woorden die hij weet
zo aan elkaar kan rijgen
dat jij ervan gaat zwijgen

een dichter is een virtuoos
van elke bloem maakt hij een roos
zijn woorden staan te dringen
om maar te mogen zingen

een dichter is een vreemd persoon
maar verder is hij gewoon

Slide 1 - Tekstslide

Nederlands H3C
Planning
Herhalen lezen H1
Stijlfiguren uitleggen (H1 woordenschat)
Oefenen
Leerdoelen
Aan het eind van deze les ken je drie nieuwe stijlfiguren en kun je hier voorbeelden bij noemen.

Slide 2 - Tekstslide

Wat is de opbouw van een probleem-oplossingsstructuur?
Noteer per onderdeel:
Inleiding-middenstuk-slot

Slide 3 - Open vraag

Wat is de opbouw van een verleden-heden(-toekomst)structuur?
Noteer per onderdeel:
Inleiding-middenstuk-slot

Slide 4 - Open vraag

Wat is de opbouw van een verklaringsstructuur?
Noteer per onderdeel:
Inleiding-middenstuk-slot

Slide 5 - Open vraag

Welke stijlfiguren ken je nog?

Slide 6 - Woordweb

Herhaling
Plus geeft meer, veel meer
Altijd november, altijd regen

Slide 7 - Tekstslide

Tegenstelling
Vierkant in de fles, rond op de tong
Ik heb voor goed geld, slechte spullen gekocht

Slide 8 - Tekstslide

Opsomming
Zing, vecht, huil, bid, lach, werk en bewonder 
Bijzondere opsomming:
Drieslag: Een opsomming van drie woorden, zinnen of zinsdelen: Bloed, zweet en tranen
Climax: Een steeds sterker wordende reeks: Je hebt goed, je hebt beter, je hebt het beste
Omgekeerde climax: Een steeds zwakker wordende reeks:: Vorige week zag ik een fantastische film, nou ja, hij was mooi, ach, best wel goed eigenlijk.

Slide 9 - Tekstslide

Verzin zoveel mogelijk stijlfiguren zet er achter wat de voor soort het is (herhaling, tegenstelling, opsomming)

Slide 10 - Woordweb

Zelfwerken
Wat: Kijk opdr. lezen 1 en 2 na. Maak daarna opdr. 1 t/m 3 blz. 24/25
Hoe: In je schrift
Hulp: Eerste 10 min stil, daarna overleg
Tijd: 20 min.
Klaar: Ga door met opdr. 4 t/m 6
Uitkomst: Bespreken/nakijken donderdag

Slide 11 - Tekstslide

Welke stijlfiguren heb je vandaag geleerd en geef van alle drie 2 voorbeelden.

Slide 12 - Woordweb

Huiswerk
Leer H1 en H2 lezen 
Maak opdr. 1 t/m 3 van woordenschat

Slide 13 - Tekstslide