Politiek: keizer was verdwenen en Germaanse koningen maakten de dienst uit. Als rechtsspraak gold strafrecht i.pv. civielrecht .
Maar in Constantinopel was er nog een keizer. Daarnaast werd het Germaanse koningschap blijvend uitgeoefend, over een heel rijk en was de macht overerf baar Economisch
Economisch: Van een landbouw stedelijke naar een landbouwsamenleving, steden en handel verdwijnen.
Maar er ontstaat een regionaal handelsnetwerk.
Cultureel: de Grieks-Romeinse cultuur ging verloren.
Maar de Grieks-Romeinse cultuur ging verder in het Oost-Romeinse rijk. Daarnaast werd het christendom werd door de Germaanse koningen overgenomen en onder de bevolking verspreidt. De kloosters werden de nieuwe culturele centra, met Latijn als schrijftaal.
Sociaal: bevolkingsvermindering en grote pestepidemieën.