§ 4.3 Is de ene cultuur beter dan de andere?

H4 Pluriforme Samenleving
§ 3 Is de ene cultuur beter dan de andere?

  1. Presentatie Eefke
  2. Vraag over de interview opdracht?
  3. Les over § 4.3

Hoe is Nederland pluriform geworden?
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 21 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

H4 Pluriforme Samenleving
§ 3 Is de ene cultuur beter dan de andere?

  1. Presentatie Eefke
  2. Vraag over de interview opdracht?
  3. Les over § 4.3

Hoe is Nederland pluriform geworden?

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen §4.3 Aan het einde van de les...
  • Kun je het begrip cultuur uitleggen in eigen woorden en voorbeelden noemen bij het begrip.
  • Kun je bij dominante cultuur, subcultuur en tegencultuur voorbeelden noemen en de begrippen uitleggen in eigen woorden.
  • Kun je opnoemen welke migratie motieven er zijn en voorbeelden noemen bij de verschillende motieven.
  • Kun je in eigen woorden uitleggen wat de begrippen integratie, assimilatie en segregatie inhouden. 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Beoordeling presentaties Ja=1 punt Nee =0 punt (max. 10 punten)
  1. Op de afgesproken datum gepresenteerd
  2. Duur van +/- 10 minuten (8-12)
  3. Persoonlijke relevantie is duidelijk
  4. Actualiteit bij betrokken
  5. Relevantie voor de klas duidelijk gemaakt
  6. Inhoudelijk interessant
  7. Tot nadenken aansporende interactie met de klas
  8. Creativiteit
  9. Verwijzing naar én eigen vertaling van bron
  10. Netjes vormgegeven.

Beoordeling (ook) door de klas op de volgende punten:

Punt 5
Punt 6
Punt 7

Feedback door 2 leerlingen na afloop (gekozen door de presentator) NIEUW: noem tenminste 1 top én een tip!

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Feedback presentatie
Feedback door 2 leerlingen op de volgende punten:

Punt 5: Relevantie voor de klas duidelijk gemaakt
Punt 6: Inhoudelijk interessant
Punt 7: Tot nadenken aansporende interactie met de klas


Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Cultuur
Cultuur: Het geheel van waarden, normen, rituelen en uitingsvormen die mensen met elkaar delen en als vanzelfsprekend beschouwen. 


Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Cultuur
 Noem voorbeelden die typisch Nederlands zijn: 
  • Waarde en bijbehorende norm(en)
  • Rituelen
  • Uitgangsvormen

die mensen met elkaar delen en als vanzelfsprekend beschouwen in Nederland 

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3 dimensies van cultuur
- ideële dimensie
 
- normatieve dimensie


- materiële dimensie
Deze dimensie gaat over waarden. Welke opvattingen zijn juist en moeten daarom worden nagestreefd?
Deze dimensie gaat over normen. Normen vloeien voort uit waarden. 
Ze gaan over welk gedrag je hoort na te streven op grond van de waarden die je hebt.
Dit gaat over het 'uiterlijk' van een cultuur. Denk aan symbolen, gebruiken, traditities en gebouwen.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dominante cultuur
Dominante cultuur: alle waarden en normen en gewoonten die de meerderheid van de bevolking met elkaar deelt.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Subcultuur
Subcultuur: Binnen een subcultuur zijn sommige waarden, normen en andere cultuurkenmerken anders

Tegencultuur: groep mensen
die zich afzetten tegen de 
dominante cultuur


Zuilen --> Zuil: een groep van gelijkgestemden.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Migratie motieven
Mensen uit een etnische subcultuur  delen waarden, normen en andere cultuurkenmerken, zoals taal, op grond van afkomst.

  • Koloniale verleden
  • Werk gastarbeiders (+ gezinshereniging)
  • Asiel
  • Liefde....

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kortom: veel diversiteit
Vraag: is dat een probleem? 
Hoe leven we samen? 

>>>>

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies




  • Migranten nemen een deel van de dominante cultuur over, maar behouden ook veel dingen van de eigen cultuur.
  • Er is sprake van een uitwisseling tussen de subculturen van nieuwkomers             en de dominanten Nederlandse cultuur. 

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies





Hele eigen cultuur wordt vervangen door 
de dominante cultuur waar je woont. 
Je past je dus helemaal aan.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies





Er is een sterke scheiding tussen de 
verschillende groepen.
Meer scheiding leidt tot meer vooroordelen.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Is hier sprake van assimilatie, segregatie of integratie? Leg uit.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Is hier sprake van assimilatie, segregatie of integratie? Leg uit.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Wat voor gevoel krijg je hiervan?
Wat willen de Nederlanders? Noem in je antwoord begrippen uit paragraaf 4.3


Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

CULTUURRELATIVISME culturen zijn onvergelijkbaar maar wel gelijkwaardig. Waarom bepaalde waarden en normen gelden binnen een groep kun je alleen begrijpen vanuit die cultuur.
CULTUURUNIVERSALISME klassieke grondrechten zoals vrijheid van meningsuiting, recht op gelijke behandeling etc. gelden altijd, overal en voor iedereen.

Slide 19 - Tekstslide

Bespreek de betekenis van tolerantie voor cultuurrelativisten en cultuuruniversalisten?
Lesdoelen §4.3 Aan het einde van de les...
  • Kun je het begrip cultuur uitleggen in eigen woorden en voorbeelden noemen bij het begrip.
  • Kun je bij dominante cultuur, subcultuur en tegencultuur voorbeelden noemen en de begrippen uitleggen in eigen woorden.
  • Kun je opnoemen welke migratie motieven er zijn en voorbeelden noemen bij de verschillende motieven.
  • Kun je in eigen woorden uitleggen wat de begrippen integratie, assimilatie en segregatie inhouden. 

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Feedback
https://mijnles.nu/invullen

DNC3N86

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies