In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Welkom
Ga rustig zitten
Pak alvast je boek, rekenmachine en pen.
Je telefoon is in je tas
Je jas is aan de kapstok
Slide 1 - Tekstslide
Vandaag
- examenvragen (3 stuks, 5 punten)
- uitleg van paragraaf 1.3
- zelfstandig werken
- zelfstandig werken aan paragraaf 1.3
Slide 2 - Tekstslide
Examenvraag 1 (2p)
Frits verwacht dat hij één personeelslid kan ontslaan en dat de nettowinst dan zal stijgen. De bedrijfskosten van de automaat bedragen € 80 perweek. De totale loonkosten zullen per maand afnemen met € 1.100. Desnackbar van Frits is het hele jaar geopend.
Bereken hoeveel de nettowinst op jaarbasis zal stijgen. Schrijf je berekening op.
Slide 3 - Open vraag
Examenvraag 2 (2p) Als Frits 130 porties uit de automaat per dag verkoopt, ontvangt hij € 292,50. Dit is inclusief 9% btw.
Bereken de verkoopprijs van één portie friet exclusief btw. Schrijf je berekening op. Rond af op twee decimalen.
Slide 4 - Open vraag
Examenvraag 3 (1p) De nicht van Frits, Tonnie, werkt ook in de snackbar. Zij verdient minder per uur dan Frits, terwijl ze even oud is. Frits legt haar uit dat dit komt, omdat hij een leidinggevende functie heeft en Tonnie niet.
Noem een reden waarom iemand met een leidinggevende functie vaak meer verdient dan iemand met een uitvoerende functie.
Slide 5 - Open vraag
Aantal formules
Bedrijfskosten per product = inkoopprijs : 100 x bedrijfskosten in procenten
Nettowinst per product = kostprijs : 100 x nettowinst in procenten
Brutowinst per product = inkoopprijs : 100 x brutowinst in procenten