Havo 2 Ch. 5D + E 31/1/25

Bonjour tout le monde!! 
Bienvenue dans la classe de Français!
Le programme d'aujourd'hui: 
  • On va exercer avec la grammaire
  • On va regarder 'perdu à Paris
Le but de ce cours: Je kent de verschillende vormen van de  ontkenning en kunt hem toepassen in een zin.
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Bonjour tout le monde!! 
Bienvenue dans la classe de Français!
Le programme d'aujourd'hui: 
  • On va exercer avec la grammaire
  • On va regarder 'perdu à Paris
Le but de ce cours: Je kent de verschillende vormen van de  ontkenning en kunt hem toepassen in een zin.

Slide 1 - Tekstslide

À l'école, tu prends TOUJOURS avec toi: (écris dans ton cahier)

  • Ton livre (attention: livre A!)
  • Ton cahier (je schrift) 
  • Un stylo bleu et rouge
  • Tes écouteurs (je oortjes) 

Slide 2 - Tekstslide

Les règles de classe: 
  • Jas, eten & gamen: Buiten de les!! 
  • We zorgen goed voor het lokaal en de spullen die erin staan.
  • We praten vriendelijk met/tegen elkaar.
  • We luisteren naar elkaar en wanneer ik jullie aandacht wil, zijn jullie stil.
  • Wanneer je wilt praten -> vinger omhoog. 
  • Let op het stoplicht!! ->

Slide 3 - Tekstslide

Welke stap neem je als eerste om een ontkenning te maken?
A
Je zoekt het eerste werkwoord in de zin.
B
Je zet ne voor het 2e werkwoord.
C
je zoekt het werkwoord in de zin.
D
Je zet pas achter het laatste werkwoord in de zin.

Slide 4 - Quizvraag

Welke zin is correct?
Ik ben niet meer ziek.
A
Je ne suis rien malade
B
Je ne suis pas malade
C
Je ne suis plus malade
D
Je ne suis malade plus

Slide 5 - Quizvraag

Traduis: Ik heb niet geskied
A
J'ai ne fait pas du ski
B
J'ai ne pas fait du ski
C
Je n'ai rien fait du ski
D
Je n'ai pas fait du ski

Slide 6 - Quizvraag

Traduis Hij heeft niets gegeten.
A
elle a rien mangé.
B
Il a ne pas mangé.
C
Il n'a rien mangé
D
il a ne mangé rien.

Slide 7 - Quizvraag

Traduis : ik ga nooit zwemmen.
A
Je vais ne nager pas jamais.
B
Je ne vais jamais nager.
C
je ne vais plus nager.
D
Je ne vais pas encore nager.

Slide 8 - Quizvraag

Traduis : Je n'ai pas encore visité le docteur.
A
ik ga de dokter niet meer bezoeken.
B
Ik zie de dokter nog niet zitten.
C
Ik ben nog nooit bij de dokter geweest.
D
Ik heb de dokter nog niet bezocht.

Slide 9 - Quizvraag

Les devoirs
Apprends bron D (page 43) + lis les mots de bron E


On va contrôler les exercices 17c 



Slide 10 - Tekstslide

Grammaire
Prends ton cahier et fais les phrases négatives:
  1. Elle est malade (nooit)
  2. Son frère parle avec sa mère (niet meer)
  3. J'ai une soeur jumelle (niet)
  4. Il va à l'école (nog niet)
  5. Vous avez mangé (niets)

Slide 11 - Tekstslide

Grammaire 
Quoi: fais ex. 18 
 Comment: seul
Aide: bron D la prof
Temps: 5 minutes
Prêt: fais 4 phrases négative sur toi-même 

timer
5:00

Slide 12 - Tekstslide

E: Regarder
On lit les mots & phrases de bron E ensemble
Quoi: fais ex. 20a
Quoi: Fais ex. 20b, c, d 
 Comment: seul
Aide:
Temps:
Prêt:  

Slide 13 - Tekstslide

E: Regarder
Quoi: Fais ex. 21, 22a, b, c
 Comment: seul
Aide: Bron E
Temps: 10 minutes
Prêt: fais slim stampen pour le SO

Slide 14 - Tekstslide

Fin du cours
Le but de ce cours... 

À la prochaine fois!!

Slide 15 - Tekstslide

le dos
la gorge
le ventre
la jambe
la main
le pied
la tête
le bras
accro
mauvais(e)
de rug
de keel
de voet
de hand
het been
het hoofd
de buik
de arm
verslaafd
slecht

Slide 16 - Sleepvraag