Beschouwing - aantekeningen

Beschouwing - aantekeningen
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 17 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Beschouwing - aantekeningen

Slide 1 - Tekstslide

Tekstsoorten
1. Betoog: overtuigen
    hoofdgedachte: mening
2. Uiteenzetting: informeren
     hoofgedachte: constatering (feit)
3. Beschouwing: opiniëren (van meerdere kanten bekijken)
     hoofdgedachte: zowel... als ... (evenwichtig)

Slide 2 - Tekstslide

Succescriteria
  • Inleiding: aandacht trekken, onderwerp introduceren
  • Duidelijke structuur, tussenkopjes
  • Signaalwoorden
  • Kernzinnen
  • Voorbeelden, uitleg (KUB)
  • Bronvermelding
  • Samenvatting met afweging —> lezer zelf mening laten vormen
  • Spelling en formulering

Slide 3 - Tekstslide

Beschouwing
  • Opiniëren: lezer vormt zelf mening
  • Hoofdgedachte: 'de meningen lopen uiteen...'
  • Tekststructuren: 
        - verklaringsstructuur
        - voor- en nadelenstructuur
        - probleem-oplossingsstructuur  (Inleiding: probleem. Kern: gevolgen, oorzaken, mogelijke oplossingen)

Slide 4 - Tekstslide

Schrijfproces
  1. Inhoud genreren en structureren (wat ga je schrijven, in welke volgorde?) --> Bouwplan
  2. Tekst schrijven (focus op inhoud, verbeter pas later)
  3. Tekst verbeteren (r1: inhoud,r2: taalgebruik, r3: spelling)

--> Voorbeeld bouwplan (zie ELO)

Slide 5 - Tekstslide

inleiding
alinea 1: aandacht trekken
--> De lezer moet nieuwsgierig worden.
  • voorbeeld / anekdote / geschiedenis / actualiteit / belang van de lezer / persoonlijke ervaring 
  • sterke eerste zin: vraag / schokkende cijfers /paradox (schijnbare tegenstelling) / citaat / bijzondere opsomming

Slide 6 - Tekstslide

inleiding
alinea 2: onderwerp introduceren
--> De lezer moet weten waar de tekst over gaat.
  • standpunt benoemen / probleem schetsen / een of meer vragen stellen + enige uitleg

Slide 7 - Tekstslide

middenstuk
  • elke alinea KUB
  • elk deelonderwerp een tussenkopje
  • maak gebruik van signaalwoorden (opsommend, tegenstellend, concluderend)
  • citeer twee keer uit de artikelen (= letterlijk overnemen, zet ook in het bouwplan incl. bron)

Slide 8 - Tekstslide

Alinea's en kernzinnen
Een tekst is opgebouwd uit alinea’s. Een alinea bevat een kernzin.

Kernzin: de hoofdgedachte van een alinea. Meestal de eerste zin. 

Slide 9 - Tekstslide

Signaalwoorden en functiewoorden
  • verbanden tussen zinnen en deelonderwerpen duidelijk aangeven
  • helpen om structuur van de tekst te herkennen
  • verbanden meestal gemarkeerd met signaalwoorden (zie overzicht 9.1.5)

Slide 10 - Tekstslide

Signaalwoorden en functiewoorden
  • verbanden tussen zinnen en deelonderwerpen duidelijk aangeven
  • helpen om structuur van de tekst te herkennen
  • verbanden meestal gemarkeerd met signaalwoorden (zie overzicht 9.1.5)

  • functiewoorden (oplossing, verklaring, argument, voordeel, etc.) geven functie van een tekstdeel aan
  • duiden soms ook een tekststructuur aan
  • helpen soms ook om het tekstdoel te herkennen 

Slide 11 - Tekstslide

Hoe dan in de beschouwing?
We sommen eerst voordelen op, dus...opsommend verband
ten eerste, daarnaast, ook + kernzin + uitleg + voorbeeld (KUB)

Daarna noemen we nadelen, dus... tegenstellend verband
echter, daarentegen, maar, toch    ,,            ,,           ,,

Die nadelen sommen we ook weer op...


Slide 12 - Tekstslide

slot
  • start met een signaalwoord + hoofdgedachte
  • samenvatting/afweging
  • (aansporing / aanbeveling / toekomstverwachting)
  • laatste zin: uitsmijter of afronding door terug te komen op (aandachttrekker uit) de inleiding

Slide 13 - Tekstslide

Bronvermelding
Citeren = letterlijk overnemen : 
'CBS-onderzoek: 60% van de slachtoffers is minderjarig' 

Parafraseren = in eigen woorden overnemen. 
Uit onderzoek blijkt dat 60% van de slachtoffers nog niet volwassen is. 

Achternaam auteur/krantnaam/websitenaam/... + jaartal
(Trouw, 2017), (Soetenhorst, 2023), (Zuidervaart, 2019)

Slide 14 - Tekstslide

Voorbeeld correcte bronvermelding
'Volgens de OVV is de nacht van 31 december op 1 januari 'het gevaarlijkste moment van het jaar'' (Zuidervaart, 2019).

In 2015 werd vuurwerk op de erfgoedlijst gezet (Trouw, 2017). 

Volgens Soetenhorst (2023) is een landelijk verbod een brug te ver. 

Slide 15 - Tekstslide

Titel 
Passend bij de tekstsoort: geen mening, maar afwegend
Dus bijvoorbeeld twee dingen 'in de weegschaal' of een vraag

Nieuwsgierig makend/prikkelend: niet letterlijk het onderwerp
Wel bijvoorbeeld een omschrijving

Bedenk je titel achteraf en zoek naar voorbeelden in je tekst die je kan gebruiken. Knallend/vuurballen/geknetter/pluizenbollen bang/....


Slide 16 - Tekstslide

Tussenkopjes
  • Alleen boven de deelonderwerpen van het middenstuk
Dus de inleiding en het slot krijgen geen tussenkopje

  • Houd tussenkopjes kort
Ze zijn geen onderdeel van de lopende tekst dus zet er geen informatie in die je niet kan overslaan: 
Vuurwerk gevaarlijk voor dieren
Daarom moet je goed opletten als consument bij het afsteken ....................... 


Slide 17 - Tekstslide