Aantekeningen H4

Hoofdstuk 4
Aantekeningen die je kunt leren voor de toets
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

In deze les zitten 34 slides, met tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 4
Aantekeningen die je kunt leren voor de toets

Slide 1 - Tekstslide

Paragraaf 4.1
Het ontstaan van steden

Slide 2 - Tekstslide

Tijdvak 3: Monniken en ridders
500 - 1000
Tijd van landbouw
Tijdvak 4: Steden en staten
1000 - 1500 
Tijd van opkomende handel, steden en staten

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Verbetering in de landbouw: Ploeg!

Slide 5 - Tekstslide

Van platteland naar stad

1. De ploeg wordt verbeterd, waardoor de mest beter verspreid wordt en de grond vruchtbaarder is
2. Door de vruchtbare grond is er steeds meer voedsel
3. Doordat er meer voedsel is worden de gezinnen steeds groter, tussen 1000 en 1300 verdubbeld de bevolking
4. Niet iedereen hoeft op het land te werken, dus mensen gaan het voedsel   wat ze overhebben verkopen op een markt.
  5. Rondom de markten ontstaan steden.

Slide 6 - Tekstslide

Ambachten: werk waarbij je iets met je handen maakt.

Slide 7 - Tekstslide

Handel
ambacht

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Slide 10 - Tekstslide

Schout/burgemeester en schepenen 
Door de stadsrechten kreeg een stad een eigen bestuur. 
Het bestuur maakte regels waar iedereen zich aan moest houden. 

Schout; Soort burgemeester en politiebaas. Hij liet misdadigers opsporen en klaagde ze aan bij de schepenen.
Schepenen; bestuurders van de stad; bepalen ook de straf voor een misdaad

Slide 11 - Tekstslide

Paragraaf 4.2
De macht van koningen

Slide 12 - Tekstslide

Centralisatie (1)
Voor het besturen van een land is het handig als:
  • iedereen dezelfde taal spreekt
  • iedereen dezelfde regels moet volgen
  • iedereen met dezelfde maten rekent (liter, meter)
  • overal hetzelfde geld is

Slide 13 - Tekstslide

Centralisatie (2)
  • In de Middeleeuwen is reizen moeilijker dan nu
  • Daarom is het voor een koning handig om op één plek te kunnen wonen
  • Vanuit die plek doet de koning zijn werk voortaan
  • Mensen die iets nodig hebben, komen naar hem toe

Slide 14 - Tekstslide

  • Alles vanuit 1 plek besturen en zo veel mogelijk op dezelfde manier noem je centralisatie
  • Waar het bestuur is gaan meer mensen wonen

Slide 15 - Tekstslide

De macht van koningen
  • Koningen werden steeds beter in belastinggeld ophalen
  • Daardoor werden koningen steeds rijker en machtiger en konden ze 
  1. Grote legers betalen
  2. Alles in hun eentje beslissen
  3. Grote paleizen bouwen


Slide 16 - Tekstslide

Inspraak
  • De burgers betaalden de meeste belasting, maar hadden niets te zeggen
  • Zij wilden mee praten over hoe het bestuur van het land geregeld werd.
  • De meeste koningen vonden dit goed
  • Dit is geen democratie zoals wij nu kennen: alleen de rijkste mannen mochten mee praten

Slide 17 - Tekstslide

Burgers willen inspraak
  • Burgers moesten belasting betalen.
      Daarom wilden ze ook meepraten over
      belangrijke besluiten.
  • De koning vond dit goed en gaf de burgers
      inspraak.

Welke drie groepen zijn in vergadering?
  • adel
  • geestelijken
  • burgerij
In Frankrijk heette dit de Staten-Generaal.



De Franse koning Filips VI krijgt advies (1332)

Slide 18 - Tekstslide

De machtige kerk
  • Mensen gingen vaak naar de kerk, iedereen was erg gelovig.
  • In de kerk werd verteld hoe je goed moest leven
  • Koningen waren ook erg gelovig:
  1. Iedereen in hun land moest hetzelfde geloof hebben als de koning
  2. Koningen kregen hulp van de kerk

Slide 19 - Tekstslide

De machtige kerk
  • Volgde je de regels van de kerk niet?
  1. Je kreeg straf zoals bijvoorbeeld de brandstapel
  2. Na je dood ging je naar de hel
  • Iedereen moest geld betalen aan de kerk
  • De kerk werd daardoor steeds rijker en machtiger

Slide 20 - Tekstslide

Kruistochten
  • In het gebied waar Jeruzalem ligt zijn Arabieren aan de macht
  • De paus wil dat Jeruzalem christelijk wordt
  • Hij roept de christenen in Europa op om Jeruzalem te veroveren
  • Meedoen betekent een plekje in de hemel krijgen
  • Deze veroveringstochten noemen we de Kruistochten
  • Er zijn veel Kruistochten en veel geweld, uiteindelijk winnen de Arabieren

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Paragraaf 4.3
Steden in de wereld

Slide 23 - Tekstslide

Urbanisatie
Steden groeien doordat mensen erheen verhuizen of kinderen geboren worden. Dit noemen we urbanisatie.

Slide 24 - Tekstslide

Megastad, wereldstad of hoofdstad?
Megastad
Wereldstad
Hoofdstad
Een stad met meer dan tien miljoen inwoners.
Een stad waar meestal de regering van een land zit.
Een stad met veel inwoners en veel invloed op de wereld.

Slide 25 - Tekstslide

Zakencentrum, voorsteden of krottenwijken?
Zakencentrum
Krottenwijk
Voorsteden
Centrum van de stad met kantoren en dure winkels. 
Woonstad rond de grote stad met laagbouw. 
Wijk met zelfgebouwde huizen, vaak zonder waterleiding/elektriciteit.

Slide 26 - Tekstslide

Vier belangrijkste steden die bij elkaar horen: Randstad
Groene Hart

Slide 27 - Tekstslide

Paragraaf 4.4
Steden in de wereld

Slide 28 - Tekstslide

Sommige wijken hebben problemen zoals:
  • werkloosheid
  • drugsoverlast
  • criminaliteit
Als bewoners zich niet meer veilig voelen, gaat het slecht met de leefbaarheid.

Welke maatregelen worden er dan genomen?
  • hulp met het vinden van werk
  • meer politietoezicht
  • renovatie van woningen


Slide 29 - Tekstslide

Opbouw Nederlandse stad
  1. De binnenstad (vaak oud, winkeltjes, kerk, restaurantjes)
  2. De 19e -eeuwse wijken (veel kleine woningen dicht op elkaar, geen voortuin)
  3. Hoogbouw (veel flats) 
  4. Laagbouw (woonerven, rijtjeshuizen met voortuin) 
  5. Vinex-wijken (mix van villa's en huurhuizen, veel groen)
  6. Bedrijventerrein (aan de rand van de stad, grote (woon)winkels en loodsen)

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Stad en leefbaarheid
Sommige wijken hebben problemen zoals:
  • werkloosheid
  • drugsoverlast
  • criminaliteit
Als bewoners zich niet meer veilig voelen, gaat het slecht met de leefbaarheid.



Slide 32 - Tekstslide

Stad en leefbaarheid
Welke maatregelen worden er dan genomen?
  • hulp met het vinden van werk
  • meer politietoezicht
  • renovatie van woningen


Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Tekstslide