In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Voorbereiden voor de toetsweek
Slide 1 - Tekstslide
Franse Revolutie
Slide 2 - Open vraag
Constitutionele monarchie
Slide 3 - Open vraag
Code Napoleon
Slide 4 - Open vraag
Zet de gebeurtenissen in de juiste volgorde! A De bevolking eiste meer gelijkheid en inspraak in het bestuur. B Er was veel kritiek op de manier van regeren van de Franse koningen. c Op 14 juli 1789 bestormden Parijzenaren de Bastille. d De Franse koningen losten problemen niet op en er was veel ongelijkheid in de samenleving.
Slide 5 - Open vraag
A De Verklaring van de Rechten van de Mens en van de Burger werd opgesteld. B De afgevaardigden van de derde stand riepen de Nationale Vergadering uit en zwoeren een eed. C De standen moesten in 1789 apart vergaderen en kregen één stem per stand. D Een menigte bestormde de Bastille, hét symbool van de macht van het absolutisme. E Frankrijk werd een constitutionele monarchie. F Lodewijk XVI liet Parijs omsingelen en dat zette kwaad bloed bij de inwoners.
Slide 6 - Open vraag
Leg uit waarom veel hugenoten uit Frankrijk vluchtten in de tijd van Lodewijk XIV
Slide 7 - Open vraag
Iemand zegt: ‘Het bestuur van Nederland is ingericht volgens de trias politica van Montesquieu. Leg uit of dit klopt of niet.
Slide 8 - Open vraag
Wat werd afgeschaft door de Verklaring van de Rechten van de Mens en van de Burger?
A
de monarchie in Frankrijk
B
de ongelijkheid tussen mannen en vrouwen
C
de voorrechten van de eerste en de tweede stand
D
een eerlijke verdeling van de belastingen
Slide 9 - Quizvraag
Bekijk de afbeelding. Welke twee begrippen horen bij deze tekening?
A
absolutisme
B
encyclopedie
C
rationalisme
D
Verlichting
Slide 10 - Quizvraag
Wat betekent het begrip Ancien Régime?
A
De Franse samenleving in de 18de eeuw waarin mensen leefden in een standenmaatschappij,
bestaande uit drie standen.
B
De Franse samenleving van vóór 1789, die gekenmerkt werd door feodaliteit, horigheid en absolutisme.
C
Een regeringsvorm waarbij de koning alle macht in handen heeft, omdat God hem al die macht
gegeven zou hebben.
Slide 11 - Quizvraag
Bekijk de afbeelding. Leg met behulp van 1 onderdeel van de afbeelding uit waarom dit een spotprent is over de Terreur.
Slide 12 - Open vraag
Welke maatregelen van Napoleon Bonaparte pasten bij de Franse Revolutie? Kies de twee juiste antwoorden.
A
afschaffing inspraak in het bestuur
B
afschaffing standenmaatschappij
C
invoering censuur
D
invoering censuur
Slide 13 - Quizvraag
Leg uit waarom sommige mensen beweren dat Napoleon de Franse Revolutie verraden heeft.