In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.
Lesduur is: 80 min
Onderdelen in deze les
Wat is criminaliteit?
Slide 1 - Tekstslide
Leerdoel
Aan het eind van deze les kun je de volgende zaken herkennen en uitleggen:
Verschil burgerlijk recht - bestuursrecht
Verschil asociaal – strafbaar gedrag
Verschil overtredingen – misdrijven
Wat is criminaliteit?
Afhankelijk van tijd en plaats
Rechtsstaat
Verschil materiële – immateriële schade
Individuele risicofactoren
Slide 2 - Tekstslide
Soorten recht
Publiek recht: overheid vs. burger
Burgerlijk recht: burger vs. burger
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Soorten recht
Strafrecht (onderdeel van publiek recht): regels waarbij overtreding kan worden bestraft. Bijvoorbeeld misdrijven of overtredingen.
Civielrecht (burgerlijk recht): regels voor burgers onderling. Bijvoorbeeld als iemand ruzie heeft over een huurcontract.
Bestuursrecht (onderdeel van publiek recht): geeft regels voor het overheidsbestuur, dit wordt bijvoorbeeld toegepast bij conflicten tussen burger en overheid.
Slide 5 - Tekstslide
Wat is criminaliteit?
Alles wat door de wet strafbaar is gesteld
Wettenof rechtsregels zijn geschreven regels
Fatsoensnormen zijn ongeschreven regels
Slide 6 - Tekstslide
Rechtsstaat
Staat waarin rechten en plichten van burgers en de overheid zijn vastgelegd (in een Grondwet).
Door die Grondwet zijn burgers beschermd tegen de overheid.
Slide 7 - Tekstslide
Strafbaar?
Slide 8 - Tekstslide
Strafbaar?
Slide 9 - Tekstslide
Strafbaar gedrag
Je overtreed wetsregels
Je pleegt een strafbaar feit:
delict
Slide 10 - Tekstslide
Soorten strafbare feiten:
Slide 11 - Tekstslide
Misdrijven:
Ernstige strafbare feiten:
opgepakt: verhoord door de politie
ernstig misdrijf? = rechtszaak
strafblad
Slide 12 - Tekstslide
Overtredingen
Strafbare feiten die minder ernstig zijn
Niet naar de rechter, wel een boete
Slide 13 - Tekstslide
Even herhalen:
Wetten of rechtsregels zijn geschreven regels=
bij een overtreding: strafbaar gedrag
Fatsoensnormen zijn ongeschreven regels:
bij overtreding asociaal gedrag
Slide 14 - Tekstslide
Maken opdracht:
2, 3, 6
timer
4:00
Slide 15 - Tekstslide
Rechtsregels zijn tijdgebonden
Spugen was vroeger een misdrijf
Sinds 1970 is overspel niet meer strafbaar
Tegenwoordig is hacken van computers strafbaar
Vroeger stonden er gevangenisstraffen op homoseksualiteit
Landloperij was vanaf 1809 bij wet verboden
In 2000 werd landloperij in Nederland uit het Wetboek van Strafrecht geschrapt
Slide 16 - Tekstslide
Rechtsregels zijn plaatsgebonden
In Nederland is abortus en euthanasie toegestaan
In Nederland mogen homoseksuelen met elkaar trouwen
(Vuur)wapens zijn in Nederland verboden
Nederland kent geen doodstraf
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Tekstslide
3. Materiële gevolgen
Slide 19 - Tekstslide
Soorten schade:
Materiele schade
Immateriële schade
Slide 20 - Tekstslide
Welk gedrag wordt beschouwd als een misdrijf?
A
Geen id kaart bij je hebben
B
In het donker fietsen zonder licht
C
Mobiel bellen achter het stuur
D
Een winkeldiefstal plegen
Slide 21 - Quizvraag
Een ander woord voor strafbaar feit noem je een...?
A
conflict
B
inzicht
C
delict
D
stoplicht
Slide 22 - Quizvraag
Wat is geen voorbeeld van zware criminaliteit?
A
Moord
B
Gewapende overval
C
Inbraak
D
Fietsendiefstal
Slide 23 - Quizvraag
Voor een____krijg kun je een strafblad
A
Misdrijf
B
Overtreding
Slide 24 - Quizvraag
Principes of uitgangspunten die je belangrijk vindt in het leven zijn:
A
Normen
B
Gedragsregels
C
Waarden
D
Rechtsregels
Slide 25 - Quizvraag
Hoe noem je de gevolgen van criminaliteit die zichtbaar zijn en in geld zijn uit te drukken?
Slide 26 - Open vraag
Civiel recht heeft te maken met ....
A
Verschil tussen overheid en burger
B
Recht en onrecht
C
Burgers onderling
D
OM en verdachte
Slide 27 - Quizvraag
Een land waarin de rechten en plichten van de burgers en van de overheid in de wet zijn vastgelegd noem je:
Slide 28 - Open vraag
0
Slide 29 - Video
Welke oorzaak van criminaliteit herken je in dit filmpje?
Deze individuele kenmerken leiden natuurlijk lang niet altijd tot crimineel gedrag, maar als je aan meerdere kenmerken voldoen dan neemt de kans wel toe.
Aantekening voor het examen
Slide 31 - Tekstslide
Beschermende factoren
Deze factoren zorgen er juist voor dat de kans verkleind wordt dat je crimineel gedrag gaat vertonen:
Werk en onderwijs
Relatie
Gezin
Sociale vaardigheden
Je bindingen!
Aantekening voor het examen
Slide 32 - Tekstslide
Slide 33 - Video
Aan de slag:
Maken wb 5.4: 8, 9, 11, 15 en 18 Lezen paragraaf 5.5. Maken opdracht 5.5: seponeren, schikken en vervolgen