Flankerend 3PW1B - 5 oktober 2020

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 1

Planning van vandaag

• Inchecken                           7.45 – 7.50u
  
• Burgerschap                      7.50 – 9.00u
  
• Pauze                                     9.00 - 9.15u
• Nederlands                         9.15 – 10.15u
• Zelfstandig werken        10.15 – 10.45u 
• Uitchecken                         10.45 – 11.00u

Let op! Vanmiddag hebben we rekenen, rekenboek dus meenemen.

Vergeet je leesboek niet!

Wanneer moet je alles inleveren?

In week 44 (26/10 - 30/10) is de bijzondere lesweek, de gewone lessen vervallen die week. SLB blijft staan. Tijdens SLB moet je je werkboeken inleveren en de toets burgerschap maken. Donderdag 29/10 lever je het verslag Nederlands en het interview in.

Rekenen: 26 okt inleveren werkboek

Burgerschap: 26 okt inleveren werkboek + toets Hoofdstuk 3

Nederlands: 26 okt afronden verslag, 29 okt vóór 12u inleveren CumLaude

Eindopdracht interview: 29 okt vóór 12 inleveren CumLaude 

Wat betekent multicultureel?

1. Met mensen uit jouw familie.
2. Met mensen en gewoonten uit verschillende culturen.
3. Met mensen uit dezelfde cultuur.
4. Met jouw vrienden die dezelfde gewoonten hebben.

Wat betekent assimilatie?

1. Nieuwkomers blijven het liefst op zichzelf in het land waar ze gaan wonen.
2. Nieuwkomers moeten niks weten van een andere cultuur in het land waar ze gaan wonen.
3. Nieuwkomers proberen helemaal op te gaan in de cultuur van het land waar ze gaan wonen.
4. Nieuwkomers combineren hun eigen cultuur met de nieuwe cultuur.

Wat betekent segregatie?

1. Culturen leven naast elkaar, maar eigenlijk in gescheiden werelden.
2. Culturen nemen veel gewoonten van elkaar over.
3. Culturen wonen gemengd in woonwijken.
4. Culturen ondernemen veel maatschappelijke activiteiten met elkaar.

Wat betekent integratie?

1. Nieuwkomers en de inwoners die er al waren, passen zich allebei aan.
2. Nieuwkomers en de inwoners die er al waren, moeten niks van elkaar weten.
3. Nieuwkomers en de inwoners die er al waren , wonen in aparte woonwijken.
4. Nieuwkomers en de inwoners die er al waren, hebben een hekel aan elkaar.

De leerdoelen van H3.6 Diversiteit. Na deze les...

• Kun je de begrippen sekse, gender, etnische afkomst en religie uitleggen.
• Weet je wat diversiteit is en kun je aangeven op welke punten mensen kunnen verschillen.
• Ben je je bewust van diversiteit in je omgeving.
• Weet je welke kansen en problemen diversiteit met zich meebrengt.

Wat valt je op aan deze afbeelding?

Diversiteit: welke verschillen ken je?
1. Bedenk dingen waarop mensen van elkaar kunnen verschillen (bijvoorbeeld leeftijd).

Diversiteit: welke verschillen ken je?
2. Welke varianten ken je bij:
leeftijd - gender - etnische afkomst - religie

Deze les gaat over diversiteit en de kansen en problemen die diversiteit kan opleveren.

Een van de meest opvallende verschillen is je sekse. Ben je man of vrouw? Sekse is het biologische geslacht van iemand: man of vrouw.

Je biologische sekse valt niet altijd samen met hoe je je voelt. Soms voelt een man zich meer vrouw, of andersom. In dat kader wordt vaak het begrip gender gebruikt. Gender is de sociale en culturele identiteit die bij een sekse hoort.

Etnische en culturele achtergrond

Een ander verschil is je etnische afkomst. Het is een verschil dat je bij je geboorte meekrijgt. Etnische afkomst is het volk of de bevolkingsgroep waartoe iemand behoort.

Ook je culturele achtergrond kan verschillen, maar dat zie je niet vanzelf aan je uiterlijk. Dit heeft te maken met de cultuur waarin je bent opgegroeid, welke normen en waarden, gewoonten enz je aangeleerd hebt gekregen.

Etnische en culturele achtergrond vallen niet altijd samen. 

Verschillende religies

Volg de volgende link of QR-code:

https://www.menti.com/yg4yno1bue

Wat is religie?

Religie is het geheel van verhalen, tradities en gedragsregels, meestal gebaseerd op een geloof in een of meer goden.

We delen meer dan we denken

Aan de slag

Maak de onderstaande opdrachten van paragraaf 3.6 uit je werkboek.

Zorg dat je antwoorden volledig zijn.

Zijn begrippen onduidelijk, zoek ze dan op in je werkboek of je aantekeningen.

Verplichte-opdrachten: 43, 44, 45, 46, 50

Keuze-opdrachten: 47, 48, 49, 51, 52

Let op dat je om 9.15u weer inlogt voor de uitleg van Nederlands!

Opdracht C Hoofdstuk 6

Als je discrimineert maak je onderscheid tussen mensen. Je kunt discrimineren op basis van veel verschillende dingen, zoals: je huidskleur, de kleding die je draagt, waar je in gelooft of bepaalde lichamelijke beperkingen.

Het is heel belangrijk dat kinderen zo vroeg mogelijk geleerd krijgen dat discrimineren verkeerd is. Want als je mensen die anders zijn dan jijzelf anders behandeld kan dit leiden tot buitensluiting maar bijvoorbeeld ook pestgedrag.

Bedenk een activiteit waarmee je kinderen kunt laten zien dat pesten verkeerd. Inspiratie kun je vinden op de volgende websites:

• https://www.uitdeklas.nl/

• https://www.weektegenpesten.com/lesmateriaal-wees-een-held-met-elkaar/

• https://www.stoppestennu.nl/lesmaterialen-en-lesideeen-over-pesten-en-online-pesten

Heb je een activiteit bedacht, dan mag je het activiteitenschema invullen.

Check-out werkmoment.

We gaan de les afsluiten en kijken even terug.

https://www.exitticket.nl/ticket/du18d