Paragraaf 7.3

de Vrede van Münster
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 23 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

de Vrede van Münster

Slide 1 - Tekstslide

Terugblik
  • Wat betekent vrijhandel?
  • Wat is een mainport?
  • Wat is een multinational?

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je kan uitleggen waarom de Oostzeehandel de moeder van alle handel wordt genoemd.
  • Je kan uitleggen hoe Nederlandse handelaren meer omzet en dus meer winst konden maken.
  • Je kan uitleggen waarom de VOC werd opgericht.
  • Je kan uitleggen waarom wordt gezegd dat de VOC de eerste multinational was.

Slide 3 - Tekstslide

Oostzeehandel

Slide 4 - Tekstslide

Oostzeehandel
  • Oostzeehandel: handel met landen uit het Oostzeegebied in graan en hout.
  • In ruil voor zuivelproducten als boter en kaas.
  • De Oostzeehandel was erg belangrijk: 
  • het hout werd gebruikt voor het bouwen van nieuwe schepen...
  • ...en het graan was nodig voor voedsel.

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Oostzeehandel
  • Handelaren zorgden ervoor dat ze genoeg inkochten om ook een deel te kunnen doorverkopen.
  • De goederen (bijvoorbeeld graan) werden opgeslagen op stapelmarkten
  • Dat is een plaats waar spullen naartoe werden gebracht en opgeslagen om later te kunnen verkopen.
  • Bijvoorbeeld in Amsterdam!

Slide 7 - Tekstslide

Oostzeehandel
  • Handelaren zorgden ervoor dat ze genoeg inkochten om ook een deel te kunnen doorverkopen.
  • De goederen (bijvoorbeeld graan) werden opgeslagen op stapelmarkten
  • Dat is plaats waar spullen naartoe werden gebracht en opgeslagen om later te kunnen verkopen.
  • Bijvoorbeeld in Amsterdam

Slide 8 - Tekstslide

Oostzeehandel
  • Wanneer er ergens een tekort was aan graan konden handelaren het voor een hogere prijs verkopen.
  • Zo steeg de omzet: dat zijn alle inkomsten van een bedrijf over een bepaalde tijd.
  • Handelaren zorgden dus voor lage transportkosten en goede verkoopprijzen. Daardoor konden ze meer winst maken.

Slide 9 - Tekstslide

Aan de slag!
Lees: stukje 7.3.1
Maak: 1 t/m 9
Eerder klaar? Werk alvast verder

Slide 10 - Tekstslide

Specerijen
  • Wat zijn specerijen?
  • In de 16e eeuw wilden veel mensen specerijen hebben in Europa
  • Die kwamen helemaal uit Azië dus die waren erg duur
  • In 1596 ontdekte Cornelius de Houtman zelf een route over zee naar Azië
  • Nederlandse kooplieden gingen nu voortaan vaker zelf die reis maken
  • Er kwamen dus steeds meer specerijen op de markt in Europa

Slide 11 - Tekstslide

Specerijen
  • In 1602 werd de VOC opgericht door Johan van Oldenbarnevelt
  • Zijn reden:  voorkomen dat Nederlandse handelaren tegen elkaar gingen concurreren
  • VOC: Verenigde Oost-Indische Compagnie

Slide 12 - Tekstslide

Specerijen
  • De VOC had een aantal speciale rechten:
  • Ze hadden een eigen munt
  • ...een eigen leger
  • ...en mochten gebieden veroveren
  • De VOC mocht ook als enige handel drijven in Azië! 
  • Dat noemen we een handelsmonopolie.

Slide 13 - Tekstslide

Specerijen
  • De VOC richtte langs de route handelsfactorijen op.
  • Zo’n factorij was een soort kantoor, een opslagplaats en een fort ineen.
  • Van daaruit werd de handel georganiseerd
  • Door het stichten van die factorijen werd de VOC de eerste multinational ter wereld.

Slide 14 - Tekstslide

Specerijen
  • De VOC richtte langs de route handelsfactorijen op.
  • Zo’n factorij was  een soort kantoor, een opslagplaats en een fort ineen.
  • Van daaruit werd de handel georganiseerd
  • Door het stichten van die factorijen werd de VOC de eerste multinational ter wereld.

Slide 15 - Tekstslide

Aan de slag!
Lees: stukje 7.3.2
Maak: 10 t/m 16
Eerder klaar? Werk alvast verder
timer
5:00
Eerste vijf minuten in stilte werken.
Vragen? Stel ze daarna!

Slide 16 - Tekstslide

WIC
  • Na de VOC werd ook de WIC opgericht.
  • De West-Indische Compagnie.
  • Dat gebeurde in 1621.
  • De WIC kreeg een handelsmonopolie op de producten in 'de West'.

Slide 17 - Tekstslide

WIC
  • Na de VOC werd ook de WIC opgericht.
  • De West-Indische Compagnie.
  • De WIC kreeg een handelsmonopolie op de producten in 'de West'.

Slide 18 - Tekstslide

Driehoekshandel

Slide 19 - Tekstslide

Driehoekshandel
  • Schepen voeren vanuit Nederland naar de westkust van Afrika.
  • Ze namen handelswaar als buskruit, geweren en textiel mee.
  • Bij forten zoals Fort Elmina, hier rechts werden deze geruild voor slaafgemaakten of goud.

Slide 20 - Tekstslide

Driehoekshandel
  • Bomvol voeren de schepen dan van Afrika naar Amerika.
  • Daar werden de tot slaafgemaakten verkocht aan plantage-eigenaren. 
  • Op die plantages moesten de tot slaafgemaakten werken.
  • Daar werden grondstoffen zoals suikerriet, koffiebonen of tabak verbouwd.
  • En die grondstoffen werden op de schepen naar Europa gebracht.

Slide 21 - Tekstslide

Driehoekshandel

Slide 22 - Tekstslide

Aan de slag!
Lees: stukje 7.3.3
Maak: 17 t/m 21
Eerder klaar? Werk alvast verder
timer
5:00
Eerste vijf minuten in stilte werken.
Vragen? Stel ze daarna!

Slide 23 - Tekstslide