In deze les zitten 27 slides, met tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
KA 32 De Sociale Kwestie
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
0
Slide 3 - Video
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Tekstslide
wat, waar en wanneer?
De slechte woon- en werkomstandigheden van de arbeiders zijn duidelijk zichtbaar.
Eind 19e eeuw., vooral in de steden.
'De rijken worden rijker, de armen worden armer’
Alleen ‘de rijken’ mogen stemmen
Hierdoor blijven ‘de rijken’ aan de macht
Slide 17 - Tekstslide
Wie helpt de arbeiders? (1)
Sommige fabrikanten gaven de arbeiders wél wat extra's (soms ook uit eigen belang: een fittere arbeider werkt harder...)
Arbeiders gaan staken: dit werkt alleen als iedereen gaat staken, en dat was moeilijk vol te houden
Arbeiders gaan samenwerken in vakbonden.
Slide 18 - Tekstslide
Wie helpt de arbeiders?
Nederland kent drie grote politieke groepen: socialisten (links), confessionelen (midden) en liberalen (rechts)
Deze politieke groepen hebben allemaal een andere oplossing voor de Sociale Kwestie, maar ook allemaal eigen belangen
Slide 19 - Tekstslide
Van liefdadigheid naar sociale wetten
Armenwet (1854)
'Kinderwetje van Van Houten' (1874)
Leerplichtwet (1900),
Woningwet (1901),
Ongevallenwet (1901)
Let op: Meestal waren de uitkeringen erg laag en voor korte tijd
Slide 20 - Tekstslide
Slide 21 - Tekstslide
Slide 22 - Tekstslide
In 1866 brak in Maastricht een cholera-epidemie uit. Als gevolg van deze zeer besmettelijke ziekte overleden 298 inwoners, waarvan 295 arbeiders en armen. Deze cijfers komen uit een overheidsrapport, waarin per straat werd bijgehouden waar slachtoffers vielen.
6p 13 Leg uit welke oorzaak-gevolgrelatie er bestond tussen: -de Industriële Revolutie en deze epidemie en -de belangstelling van de overheid voor deze epidemie en de sociale kwestie en - de sociale kwestie en de voortschrijdende democratisering.
Slide 23 - Tekstslide
Voorbeeld van een juist antwoord is:
-De Industriële Revolutie leidde tot een snelle verstedelijking als gevolg van de toename van het aantal fabrieksarbeiders / als gevolg van het leeglopen van het platteland, waardoor er meer epidemieën vanbesmettelijke ziekten zoals cholera uitbraken 2p
- In de sociale kwestie stonden de slechte leefomstandigheden van de arbeiders/armen (net als in Maastricht) centraal, in dit onderzoek verzamelde de overheid gegevens die de noodzaak van ingrijpen lieten zien 2p
- Door de uitbreiding van het stemrecht / de voortschrijdende democratisering gingen ook de armere groepen in de samenleving politieke macht ontwikkelen / kwam het socialisme op, waardoor de belangen van de armeren politiek gewicht kregen / waardoor de overheid moest reageren op de slechte leefomstandigheden 2