In deze les zitten 19 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 1 video.
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Video
We gaan in de komende lessenserie een dierenportret tekenen
Leerdoelen van deze opdracht:
Je kunt een afbeelding in de juiste verhoudingen natekenen dmv basisvormen
Je herkent 'eigen schaduwen' in een vorm(dier) en vertaalt deze naar structuurdichtheid (hoe dichter de structuur op elkaar getekend is, hoe donkerder het wordt)
Je bent in staat textuur (krul, pluis, stekels, veren of schubben) in lijntjes/stipjes te vertalen.
Slide 2 - Tekstslide
Benodigdheden:
* HB-potlood
* kwartet-format
* zwarte fineliner
* plaatje van een dierportret (voorbeeld)
Slide 3 - Tekstslide
Elk oppervlak heeft een 'huid'. Deze kan glad aanvoelen, maar ook stekelig, bobbelig, ruw, rimpelig, harig, enz.
Hoe een oppervlak aanvoelt/eruit ziet, noem je textuur.
Slide 4 - Tekstslide
Bekijk het volgende portret van Peter Vos heel nauwkeurig.
Benoem verschillende texturen in het gezicht.
Slide 5 - Tekstslide
Portret van Peter Vos
gemaakt door Kees Wennekendonk
Slide 6 - Tekstslide
Benoem verschillende texturen in het gezicht
Slide 7 - Open vraag
Oefening A
Teken met potlood drie vierkanten van 3x3 cm.
Teken daarin met potlood minstens 3 texturen na.
Kies 3 van de 12 plaatjes op de volgende slide of zoek zelf plaatjes op van huidtexturen van dieren.
Teken ze daarna met pen.
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Opdracht:
Teken met potlood/pen één dierPORTRET voor een dierenkwartet.
Met een groepje van 4 maak je één kwartet.
Met de hele klas maak je het kwartet compleet.
Slide 10 - Tekstslide
Binnen die categorie zoek je allemaal een eigen dier op dat je gaat tekenen.
Zoek een 'fotoportret' waar de dierenkop goed zichtbaar en met duidelijke texturen op staat. (tip: Kies geen zwart dier)
Slide 11 - Tekstslide
Werkwijze:
Maak een groepje van vier leerlingen(als dit niet lukt even overleggen met de docent)
Snij de foto bij, zodat hij dezelfde verhouding heeft als het kwartetkader.
Bewaar het fotoportret goed, zolang je met je tekening bezig bent.
Het kan het tekenen gemakkelijker maken om de foto van kleur naar zwart-wit te zetten.
Slide 13 - Tekstslide
Hoe krijg ik het dierenportret in de juiste verhoudingen op papier?
Vereenvoudig de vorm.
Start met een basisvorm die je in de afbeelding kunt vinden. Hier is dat een soort cirkel.
Zoek schetsend met licht potlood naar de goede vorm en plek.
Kijk goed of de ruimte eromheen even groot is als op de afbeelding.
Slide 14 - Tekstslide
Nu voeg je steeds meer vormen toe die je in de afbeelding vindt.
Je zoekt dus niet naar ogen, maar naar cirkels die in de goede grootte getekend moeten worden.
Je zoekt niet naar een neus maar naar een driehoek of rechthoek.
Naarmate je verder tekent, ga je steeds kleinere dingen tekenen.
Slide 15 - Tekstslide
Als je dit vereenvoudigen van een afbeelding leert, kan je de meest complexe afbeeldingen op papier krijgen.
Oefening baart kunst!
Slide 16 - Tekstslide
Teken binnen het gegeven kwartetkader met licht potlood een dierportret: liefst recht van voren, maar bij sommige dieren is het duidelijker als het schuin van opzij getekend wordt.
Teken daarna met (kroontjes)pen het portret over.
Kijk goed naar de huid/vacht! Probeer gebruik te maken van dikke / dunne, korte / lange, strakke / wiebelige lijnen. De textuur van het dierenhuid vormt je uitgangspunt.
Tip: in de ogen is vaak een glimlichtje te zien.
Arceer de donkere vlakken en schaduwpartijen. Hierdoor krijg je plasticiteit.
Teken gebogen lijnen op gebogen vormen. Teken dus met de vorm mee.
Gum als alles gedroogd is, de potloodlijnen uit.
Schrijf de soortnamen van jullie dieren op jullie 4 kwartetkaarten.
Slide 17 - Tekstslide
Als je klaar bent, kan je dmv het invullen van de onderstaande rubrics beoordelen of je de leerdoelen behaald hebt.
Daarna zal de docent je werk beoordelen op de leerdoelen.