Starttaal instap B, thema 1 Taak D Ik lees hoe het moet

Starttaal Instap
Nederlands
Ik lees hoe het moet
(instructies)

Bladzijde 53 - 69
1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsPraktijkonderwijsLeerjaar 1

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Starttaal Instap
Nederlands
Ik lees hoe het moet
(instructies)

Bladzijde 53 - 69

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe zit je er vandaag bij?
😒🙁😐🙂😃

Slide 2 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

In deze taak leer je:

  1. Hoe je een schriftelijke instructie uitvoert
  2. Hoe je een schriftelijke instructie schrijft
  3. Hoe je een instructie vertelt

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een 'schriftelijke instructie'?
A
Uitleg mondeling hoe je iets moet doen
B
Uitleg op papier hoe je iets moet doen
C
Een samenvatting op papier
D
Een samenvatting vertellen

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar gaat deze instructie over?

Slide 5 - Open vraag

Vragen bij het bespreken van de antwoorden:
Welke instructie vind je het beste? Waarom?
Geef een voorbeeld van
een apparaat waarbij
een schriftelijke instructie hoort

Slide 6 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Schriftelijke instructie
Op je stage of werk krijg je soms een schriftelijke instructie. Dit betekent dat je op papier in stappen uitleg krijgt hoe je iets moet doen of gebruiken. Je moet een schriftelijke instructie goed bekijken en lezen voor je hem gaat uitvoeren.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zelfstandig werken
MAAK: Opdracht 1

Bij wie hoort welke instructie?

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1d. Welk antwoord is goed?
A
Instructie A Vera Instructie B Janine Instructie C Germaine
B
Instructie A Janine Instructie B Germain Instructie C Vera
C
Instructie A Germaine Instructie B Vera Instructie C Janine
D
Instructie A Vera Instructie B Germain Instructie C Janine

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Uitleg (blz 56)
Kenmerken van een instructie

Samen lezen

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke dingen zijn belangrijk bij het maken van een goede instructie?
(meerdere antwoorden mogelijk)
A
Geschreven in stappen
B
Begint met een doe-woord (werkwoord)
C
Een lange tekst met uitleg
D
Er staan nooit plaatjes bij

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een instructie-zin?
A
Morgen beginnen we met schoonmaken.
B
Hoe maak je deze automaat schoon?
C
Pak eerst het schoonmaakmiddel.
D
Als je de automaat schoonmaakt, kun je weer gasten ontvangen.

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Geef een korte instructie
van tanden poetsen
(gebruik doe-woorden)

Slide 13 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Welke stap vergeten ze in de instructie
van het filmpje?

Slide 15 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Uitleg Werkwoorden (blz. 63)
Een instructie bestaat uit instructiezinnen. Dat zijn de stappen van de instructie. Elke instructiezin begint met een woord dat duidelijk maakt wat je moet doen. Dit woord noem je een WERKWOORD.
Een werkwoord zegt wat je moet doen.
-GEBRUIK een klein beetje tandpasta
- POETS alle tanden in rondjes
- HERHAAL stap 2 en 3
- SPOEL je mond met water

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maak 3 instructie-zinnen
die beginnen met een werkwoord.
Bijvoorbeeld: Pak een bord.

Slide 17 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Geef instructie

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Geef instructie 'BIJ BRAND'

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 4 (blz. 60 -62)
Samen-opdracht
Docent maakt 3-tallen
Lees de instructiekaart
Voer de kaart in 3 rondes uit
- Cliënt
- Verzorger
- Invuller formulier (blz. 62)
Belangrijk: GEEF DE VERZORGER NA DE OPDRACHT EEN TIP!

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Slide 21 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar gaat taak D over?
(boek bladzijde 53 - 69)

Slide 22 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

De vorige keer
- Een instructie begint met een werkwoord
- Filmpje over een instructie (pindakaas op brood)
- Zelf een instructie geven (tanden poetsen)
- Instructie 'iemand uit een stoel helpen' geoefend

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe zit je er vandaag bij?
😒🙁😐🙂😃

Slide 24 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen Taak D

  1. Ik ken de kenmerken van een schriftelijke instructie 
  2. Ik kan de volgorde van een instructie bepalen
  3. Ik weet wat ik nodig heb bij een instructie
  4. Ik kan een schriftelijke instructie schrijven

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke TIP heb jij gekregen bij de opdracht 'helpen uit de stoel'?

Slide 26 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Maak opdracht 2 
(blz. 57/58)
Bekijk en lees de instructie
 KAPOTTE SCHROEF VERWIJDEREN.

Beantwoord de vragen in de Lesson Up.
Succes!

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1. Waar is deze instructie voor?

Slide 28 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

2. Wat heb je nodig om deze instructie uit te voeren?
A
- Hout - Schroevendraaier
B
- Elastiek - Hout
C
- Schroevendraaier - Elastiek
D
- Hout - Instructie

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

3. 
Wat moet je doen met het elastiek om de kapotte schroef los te draaien?

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

b. (blz 58)
Wat heb je nodig voor deze instructie?

Slide 31 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

2. Welke richting moet je op borstelen?
A
Naar links
B
Naar rechts
C
Rondjes, alle kanten op
D
Met de haarrichting mee

Slide 32 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

3. In welke volgorde moet je de hond borstelen?
A
kop-rug-staart-buik-poten
B
kop-rug-buik-staart- poten
C
buik-poten- kop-rug-staart
D
kop-rug-buik-staart - poten

Slide 33 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Uitleg: instructie schrijven
- Elke zin begint met een DOE-woord (werkwoord)
Bijvoorbeeld:
Doe tandpasta op je borstel
Poets je voortanden
Poets je kiezen
Poets je tong
Spoel met water

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maak opdracht 3 + 5
(blz. 57 - 59)
Klaar?

Laat je antwoorden controleren door juf

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welk cijfer geef je jezelf voor je INZET
tijdens deze les?
010

Slide 36 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Welke TIP/TOP
geef je de docent?

Slide 37 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies