Spelling blok 6 week 1 les 1
1 / 13
Lesduur is: 30 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Leg de regel uit van het
trottoirwoord. Wat hoor je? Wat schrijf je?
trottoirwoord. Wat hoor je? Wat schrijf je?
Slide 3 - Open vraag
Slide 4 - Video
Welke Franse leenwoorden ken je?
Slide 5 - Woordweb
Welke van de vier is goed gespeld?
A
reservoar
B
rezervoir
C
reeservoir
D
reservoir
Slide 6 - Quizvraag
Welke van de vier is goed gespeld?
A
labierint
B
laabierint
C
labyrint
D
laabyrint
Slide 7 - Quizvraag
Wat krijgt de ik-vorm achter het woord in de verleden tijd?
Slide 8 - Open vraag
Schrijf de ik-vorm verleden tijd van landen
Slide 9 - Open vraag
Schrijf de wij-vorm verleden tijd van verbeelden
Slide 10 - Open vraag
Voorbeelden van persoonlijke
voornaamwoorden zijn
voornaamwoorden zijn
Slide 11 - Woordweb
Typ de pers. voornaamwoorden:
Hij zegt tegen hem dat het hij het niet leuk vindt.
Hij zegt tegen hem dat het hij het niet leuk vindt.
Slide 12 - Open vraag
Typ de pers. voornaamwoorden:
Jan en Jari zijn klasgenoten van elkaar.
Jan en Jari zijn klasgenoten van elkaar.
