5.2.1 Je kunt rekenen met de formule voor (gemiddelde) snelheid.
5.2.2 Je kunt de gemiddelde snelheid berekenen aan de hand van een gegeven plaatstijddiagram of (x,t)-diagram.
5.2.3 Je kunt snelheid in m/s omrekenen naar km/h en omgekeerd.
Je kunt systematisch rekenvragen beantwoorden
Slide 12 - Tekstslide
Natuurkunde-vragen beantwoorden
Gegevens: Wat weten we? Staan ze al in de goede eenheid?
Gevraagd: Wat willen we weten?
Formule: Welke formule hoort hierbij?
Uitwerking
Antwoord controleren: eenheid?
Schrijf de stappen op!
Slide 13 - Tekstslide
Welke symbolen en eenheden horen hierbij?
Wat als je de afstand wil weten?
Wat als je de tijd wil weten?
Slide 14 - Tekstslide
Checkvraag
Ben fietst iedere dag naar school. In figuur 2 zie je het plaats-tijddiagram van een van zijn fietstochten. Bij punt A in de grafiek zag Ben dat het al laat was en ging hij sneller fietsen.
Bereken de gemiddelde snelheid van Ben vanaf punt A tot zijn aankomst op school.
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Tekstslide
Wat is sneller?
A
1 km/h
B
1 m/s
Slide 17 - Quizvraag
Hoe veel km/h is 20 m/s?
Slide 18 - Open vraag
Hoe lang deed de bal erover om in het doel te komen?
Gegeven
Gevraagd
Formule
Uitwerken
Antwoord checken
Slide 19 - Tekstslide
Practicum 2: Uitrollende tennisbal
2 groepjes op de gang, 2 in lokaal
Tabel: afstand, t beneden, t na afstand, t gemiddeld
Klaar of vragen? Ik kom langs
Niet overleggen met andere groepjes
Slide 20 - Tekstslide
Huiswerk!
Practicum 2 afmaken
Practicum 3 lezen
Paragraaf 5.2 opdracht 1 t/m 5 uit je boek
Slide 21 - Tekstslide
Leerdoelen
5.2.1 Je kunt rekenen met de formule voor (gemiddelde) snelheid.
5.2.2 Je kunt de gemiddelde snelheid berekenen aan de hand van een gegeven plaatstijddiagram of (x,t)-diagram.
5.2.3 Je kunt snelheid in m/s omrekenen naar km/h en omgekeerd.