Pincode KB3 H8 Par 2

Pincode KB3 H8 par. 2

Nederland en de EU

In deze paragraaf ga je leren:

  • Wat is de EU en zijn doel?
  • Wat houdt de Eurozone in en de toetredingseisen
  • Wat is de ECB en welke taken heeft de ECB?
  • Herhaling vreemde valuta
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Pincode KB3 H8 par. 2

Nederland en de EU

In deze paragraaf ga je leren:

  • Wat is de EU en zijn doel?
  • Wat houdt de Eurozone in en de toetredingseisen
  • Wat is de ECB en welke taken heeft de ECB?
  • Herhaling vreemde valuta

Slide 1 - Tekstslide

Europese Unie in 2017
Nu zijn er

Slide 2 - Tekstslide

Wat is de EU?

De Europese Unie is samenwerking van 28 landen die met elkaar afspraken hebben gemaakt.Dit zijn niet alle landen in Europa.

De landen van de Europese Unie hebben samen handelsafspraken gemaakt.

Ze hebben afgesproken dat er geen handelsbelemmeringen zijn.

Landen zonder handelsbelemeringen vormen samen een interne markt.

Landen die onderling vrijhandel hebben (geen handelsbelemmeringen) noemen we vrijhandelszone.

De EU is dus een voorbeeld van een vrijhandelszone.

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Het ontstaan van de EU

De Europese Unie is ontstaan als volgt:

  • In 1944 werd gestart met de Benelux
  • In 1951 werd het uitgebreid naar de EGKS.
  • In 1957 ging het verder met de EEG
  • In 2002 ging een gedeelte van de landen verder met de €

Slide 5 - Tekstslide

Kenmerken van de Europese Unie:
  • gemeenschappelijke regels
  • vrijhandel (de EU heeft een interne markt)

vrij verkeer van 
  • goederen (vrijhandel)
  • diensten (vrijhandel)
  • personen (je mag in elk EU land wonen, werken en studeren)
  • kapitaal (je kunt geld op een rekening in een ander EU-land zetten)

Slide 6 - Tekstslide

Het doel van de EU
  • SAMENWERKEN OP HET GEBIED VAN HANDEL
  • SAMENWERKEN OM EUROPA VEILIGER TE MAKEN
  • SAMENWERKEN ZODAT WE EEN  GROTERE INVLOED HEBBEN OP LANDEN BUITEN DE EU


Slide 7 - Tekstslide

Hoe worden de doelen bereikt?

In de EU zijn er afspraken gemaakt waardoor er meer veiligheid en meer welvaart is. De drie belangrijkste afspraken zijn:

  1. Vrij verkeer van personen (iedereen mag vrij reizen, werken en wonen binnen de EU)
  2. Vrij verkeer van goederen en diensten (Iedereen mag verkopen en inkopen binnen de EU, dit noemen we vrijhandel)
  3. Vrij verkeer van kapitaal (Iedereen mag in elk EU-land sparen, beleggen of investeren)

Slide 8 - Tekstslide

Probleem met vrijhandel binnen de Eu


Niet alle landen in de EU hebben dezelfde regels.

In sommige landen zijn minder en minder strenge regels, andere BTW-tarieven en vooral lagere lonen.

In sommige landen van de EU kan dus goedkoper worden geproduceerd. Er is dus oneerlijke concurrentie binnen de EU.

Slide 9 - Tekstslide

Nog verdere samenwerking: De EMU

Enkele landen binnen de EU wilden samen een munt. Dit werd de EURO. Alle landen die meedoen noemen we samen de EMU.

EMU= Europese Monetaire Unie. 19 landen hebben de €.

Deze landen wilden een munt omdat je dan:

  • Makkelijk de prijzen van goederen en diensten tussen de landen kan vergelijken
  • Er geen wisselkosten meer zijn.


Slide 10 - Tekstslide

Eurozone 
De eurozone (of eurosysteem, eurolanden, eurogebied) is de verzamelnaam voor de landen van de Europese Unie die de euro als munt hebben. 

Slide 11 - Tekstslide

Eisen aan deelname aan de Euro

De eisen waar een land aan moet voldoen om mee te doen aan de euro zijn:

  1. De inflatie (prijsstijging) mag niet hoger zijn dan 1,5%
  2. Het begrotingstekort (de overheid geeft meer uit dan ontvangt) mag niet hoger zijn dan 3% van het BBP( Bruto Binnenlands Product)
  3. De totale staatsschuld mag niet hoger zijn 60% van het BBP.

Slide 12 - Tekstslide

De ECB

De Europese Centrale Bank (ECB) regelt alles over de €.

De taken van de ECB zijn:

- het uitgeven van de €, ze zorgen ervoor dat alles goed wordt geregeld.

- ervoor zorgen dat alle banken genoeg munten en bankbiljetten hebben.

-het vasstellen van de rentetarieven. (dit heeft heel veel invloed op de spraarrente en de leenrente)

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Wat als de euro zijn waarde niet behoudt?
Als de € zijn waarde niet behoudt dan worden de vreemde valuta duurder:
(de prijs van de dollar, pond, yen enz. gaat omhoog)  dan gebeurt:
  • kost import meer = stijgende importprijzen = dalende import
  • betalen consumenten meer voor geïmporteerde producten
  • dalen de exportprijzen (de € is voor andere landen juist goedkoop)
  • Landen zonder de € willen meer producten van  €- landen = stijgende export = stijgende werkgelegenheid

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

Slide 17 - Video

Uit hoeveel landen bestaat de EU?
A
3
B
11
C
27
D
28

Slide 18 - Quizvraag

Wat zijn invoerrechten
A
Belasting op goederen uit het binnenland
B
Belasting op goederen uit het buitenland
C
Het recht van een bedrijf om goederen uit het buitenland te kopen
D
Het recht van een persoon om iets te kopen op vakantie

Slide 19 - Quizvraag

Een Duitse toerist koopt een houten klomp in Amsterdam om thuis aan de muur te hangen
A
IMPORT
B
EXPORT

Slide 20 - Quizvraag

Herhaling par. 1
In welk jaar werd de EU opgericht?
A
1944 Benelux
B
1951 EGKS
C
1957 EEG
D
1995 EU

Slide 21 - Quizvraag

Import of export?
"Action" koopt producten uit China

A
Import
B
Export

Slide 22 - Quizvraag


Import of export?
DSM verkoopt plastic aan Duitsland
A
Import
B
Export

Slide 23 - Quizvraag

Welke redenen zijn er om goederen in te voeren uit het buitenland?

Slide 24 - Open vraag