H5S - Theorie Hoofdstuk 10

H5S - Theorie Hoofdstuk 10
vraag: wat is de (belangrijkste) golfvergelijking?

(en wat betekenen alle symbolen)?
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 28 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

H5S - Theorie Hoofdstuk 10
vraag: wat is de (belangrijkste) golfvergelijking?

(en wat betekenen alle symbolen)?

Slide 1 - Tekstslide

Deel 1 - Lichtgolf en Foton
  • Licht is een elektromagnetische golf
  • Er zijn verschillende frequenties/golflengtes licht:

Slide 2 - Tekstslide

golfvergelijking voor licht
c=λf
de lichtsnelheid is een constante en wordt aangeduid met de letter c

Slide 3 - Tekstslide

golfvergelijking voor licht
c=λf
de lichtsnelheid is een constante en wordt aangeduid met de letter c

Daarnaast wordt licht gezien als een deeltje, het foton. Je kunt de energie van 1 foton berekenen met:
h is de constante van Planck
Ef=hf=λhc

Slide 4 - Tekstslide

golfvergelijking voor licht
c=λf
  • voor foton energie gebruikt men de eenheid elektron volt (eV)
  • 1 eV = ..... hoeveel joule?

  • dit is dus een eenheid voor energie (niet voor spanning)
Ef=hf=λhc

Slide 5 - Tekstslide

echografie
  • echografie is een medische techniek die gebruik maakt van geluidsgolven
  • het is daarom niet schadelijk (en kan ook gebruikt worden bij zwangerschap)

Slide 6 - Tekstslide

herhaling
welke soort licht heeft de meeste energie?

en... hoe merk je dit?

uit welke onderdelen bestaat een atoom?

Slide 7 - Tekstslide

Bouw van het atoom
  • Een atoom bestaat uit neutronen, elektronen en protonen
  • Het atoomnummer vertelt het aantal protonen
  • Het massagetal = het aantal protonen + neutronen
  • Elektronen hebben zeer kleine massa, maar wel lading.
zoek op: wat is de lading van 1 elektron?
Een atoom met hetzelfde atoomnummer, maar een ander massagetal noem je een isotoop

Slide 8 - Tekstslide

Radioactiviteit
  •  Als de atoomkern instabiel is, kan deze vervallen
  • Hierbij kan straling worden uitgezonden. Dit heet radioactiviteit.
  • Er zijn 3 soorten straling

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Soorten Straling
  • alfa-straling: 
  • bèta-straling: elektron 
  • gamma-straling: lichtdeeltje (foton)

Slide 11 - Tekstslide

Vervalvergelijking
  • De vervalvergelijking geeft aan hoe een atoom vervalt in een nieuw deeltje (en straling)
  • De atoomnummers en massagetallen blijven gelijk

Slide 12 - Tekstslide

  • Het alfa deeltje is het zwaarste. alfa straling heeft daardoor de grootste energie, maar het minste doordringend vermogen / dracht
  • gamma-straling heeft het grootste doordringend vermogen
Soorten straling

Slide 13 - Tekstslide

Herhaling
Welke 3 soorten straling zijn er?

Welke heeft het grootste doordringend vermogen?

Wanneer vindt er een vervalreactie plaats? (wanneer vervalt een atoom)?

Slide 14 - Tekstslide

Radioactief verval
  • Een instabiel atoomkern kan vervallen. Hierdoor blijft er steeds minder over.
  • De vervalkromme laat zien hoeveel kernen nog over zijn.
  • Na een bepaalde tijd is er nog maar de helft. Deze tijd heet de halveringstijd.

Slide 15 - Tekstslide

Radioactief verval
  • Een instabiel atoomkern kan vervallen. Hierdoor blijft er steeds minder over.
  • De vervalkromme laat zien hoeveel kernen nog over zijn.
  • Na een bepaalde tijd is er nog maar de helft. Deze tijd heet de halveringstijd.
N=N0(21)t1/2t

Slide 16 - Tekstslide

Opdracht
Wat is de halveringstijd van Lood-212?

We hebben 100,000 kernen lood-212. Hoeveel is er over na 21,2 uur?

En hoeveel na 30 uur?
N=N0(21)t1/2t

Slide 17 - Tekstslide

Radioactiviteit
A=ΔtΔN
  • De activiteit wil zeggen:
  • hoeveel kernen vervallen er per seconde
  • Het is dus.. de raaklijn van de vervalkromme
  • De eenheid is de Becquerel [Bq]

Slide 18 - Tekstslide

Radioactiviteit
A=ΔtΔN
  • De activiteit wil zeggen:
  • hoeveel kernen vervallen er per seconde
  • Het is dus.. de raaklijn van de vervalkromme
  • De eenheid is de Becquerel [Bq]
A=A0(21)t1/2t

Slide 19 - Tekstslide

Opdrachten
20, 21

leg uit: wat is de halveringstijd?

heeft een atoomkern die zeer instabiel heeft: een kleine of juist een grote halveringstijd?

Slide 20 - Tekstslide

Theorie: stralingsdosis
  • Straling kan schadelijk zijn voor mensen & dieren. Hoe schadelijk is, is afhankelijk van de dosis
  • De stralingsdosis D = geabsorbeerde energie / massa (van het bestraalde)
  • Eenheid: [J/kg] of [Gy] (Gray)
D=mE

Slide 21 - Tekstslide

Equivalente stralingsdosis
  • Alfa-straling is verreweg het meest schadelijk. Hierom is er een tweede formule voor de equivalente dosis H:
  • WR is de weegfactor. Voor alfa-straling is deze 20; voor beta- en gamma-straling is deze 1.
  • H heeft eenheid Sievert [Sv]
D=mE
H=wRD

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

wat is... stralingdosis?

en wat is het verschil tussen de soorten straling?

Slide 24 - Tekstslide

Medische technieken
Naam
Hoe werkt het
soort straling
voordelen/nadelen

Slide 25 - Tekstslide

1. Echografie
  • Echografie maakt gebruik van geluidsgolven
  • Hierdoor is het niet schadelijk 
  • Het wordt vaak gebruikt bij zwangere mensen
  • Je kunt niet alles zien, bijv. geen botten of longen.

Slide 26 - Tekstslide

2. Röntgen/
CT-scan
  • een röntgenfoto gebruikt röntgenstraling (licht) om een foto te maken van botten
  • Het is licht schadelijk; niet erg voor een enkele keer maar wel schadelijk bij meerdere foto's.
  • Een CT-scan gebruikt dezelfde techniek; maar dan in een buis zodat er een 3D beeld gevormd wordt.

Slide 27 - Tekstslide

3. Radiotherapie
  • Bij radiotherapie wordt 
    ioniserende (schadelijke)
    straling gebruikt
  • Dit wordt meestal gedaan bij tumoren/kanker
  • Het kan op twee manieren: uitwendig en inwendig
  • Het is erg schadelijk. Kan met alfa, beta en gamma-straling

Slide 28 - Tekstslide