Er zijn vier vragend voornaamwoorden:
wie, wat, welke, wat voor een.- wie is er morgen jarig?
- wat gaat zij trakteren?
- welke kleren zal ik aantrekken?
- wat voor een taart gaan we daar eten?
Let op: andere 'vraagwoorden', zoals: hoe, waarom, wanneer, waar, waarheen zijn geen vragend vnw, maar bijwoorden.