Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
H6 Paragraaf 1 "Weerstandjes"
Weerstanden
1 / 34
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Natuurkunde
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
In deze les zitten
34 slides
, met
interactieve quizzen
,
tekstslides
en
2 videos
.
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Weerstanden
Slide 1 - Tekstslide
Wat doet een geleider?
A
Geeft stroom gemakkelijk door.
B
Houdt stroom tegen.
Slide 2 - Quizvraag
Wat doet een isolator?
A
Geeft stroom gemakkelijk door
B
Houdt stroom tegen
Slide 3 - Quizvraag
In welke eenheid meet je stroomsterkte?
A
V
B
W
C
A
D
P
Slide 4 - Quizvraag
In welke eenheid meet je spanning?
A
V
B
W
C
A
D
P
Slide 5 - Quizvraag
Wat is waar?
A
Bij een serieschakeling is de stroomsterkte overal even groot.
B
Bij een parallelschakeling is de stroomsterkte overal even groot.
Slide 6 - Quizvraag
Zo dat was de voorkennis.
Ik hoop dat je ze allemaal goed hebt beantwoord. Als dat niet zo was, geen probleem, in dit hoofdstuk ga je ze weer gebruiken, dus dan leer je ze wel.
Even zodat je weer even weet wat alles betekent, een filmpje:
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Video
Weerstanden
Zo nu gaan we echt beginnen: weerstand.
Maar wat is weerstand eigenlijk?
Slide 9 - Tekstslide
Wat is volgens het woordenboek de betekenis van het woord "weerstand"?
A
Gedrag van het weer
B
Tegenstand, verzet
C
Een goede geleiding van stroom
D
Spanning in Volt
Slide 10 - Quizvraag
Weerstand
De SI eenheid voor elektrische weerstand is Ohm.
Het symbool hiervoor is: Ω
We zeggen dus bijvoorbeeld:
Een weerstandje kan een weerstand hebben van 20 ohm.
Slide 11 - Tekstslide
Weerstand in de natuurkunde
Met een weerstandje in de natuurkunde bedoelen we een onderdeeltje wat een klein beetje (of heel veel) isoleert.
Het houdt de stroom dus een klein beetje (of heel veel) tegen.
Op het plaatje hierna zie je een koolstof weerstandje.
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
Symbool weerstand
Hoe teken je een weerstand in een schakelschema?
Je gebruikt het symbool in het plaatje hiernaast.
Slide 14 - Tekstslide
Waarde van een weerstand
De waarde van een weerstandje kun je bepalen aan de hand van de gekleurde ringen.
Op het plaatje hiernaast zie je wat de kleurcode van een weerstand betekent.
Slide 15 - Tekstslide
Ring 4 en evt 5
De 4e (en soms 5e ring) zijn zilver of goud. Dit betekent dat ze een afwijking hebben. Bij zilver is de afwijking 10% en de gouden 5%.
Slide 16 - Tekstslide
Hoe werken die kleurcodes dan?
In de hieropvolgende plaatjes zie je hoe je stap voor stap de weerstand kunt bepalen door naar de ringen te kijken.
De eerste afbeelding laat het voorbeeld zien, de 2e, 3e en 4e laten de waarde van de ring zien.
Slide 17 - Tekstslide
Hier zie je kleuren van de ringen
Slide 18 - Tekstslide
De groene ring geeft een 5 aan
Slide 19 - Tekstslide
De blauwe ring geeft een 6 aan
Slide 20 - Tekstslide
De rode ring geeft 2 nullen aan
Slide 21 - Tekstslide
Bijna klaar
De laatste ring is goud. Dit geeft dus aan dat er een afwijking kan zijn van 5%.
Slide 22 - Tekstslide
Slide 23 - Tekstslide
Slide 24 - Video
Nu zelf doen!
Je krijgt 3 weerstandjes per groepje.
Bepaal met elkaar de weerstand van het weerstandje in Ohm.
Hiervoor mag je gebruik maken van de volgende afbeelding.
Noteer voor jezelf de weerstand en de afwijking van weerstandje A, B en C
Slide 25 - Tekstslide
Slide 26 - Tekstslide
Klaar?
Doe de weerstand in het daarvoor bestemde bakje op ons bureau.
Slide 27 - Tekstslide
Weerstand berekenen!
De weerstand kunnen we ook berekenen.
Daarvoor moeten we eerst de spanning en
de stroomsterkte meten. Dat doen we met
een schakeling.
Berekenen daarna de weerstand met de formule:
w
e
e
r
s
t
a
n
d
=
s
t
r
o
o
m
s
t
e
r
k
t
e
s
p
a
n
n
i
n
g
R
=
I
U
Slide 28 - Tekstslide
Weerstand berekenen!
Voorbeeld:
U = 6 V
I = 0,1 A
Ω
R
=
0
,
1
I
U
6
=
6
0
Slide 29 - Tekstslide
Stroomsterkte berekenen!
Als we de weerstand
R
en de spanning
U
weten, kun je de stroomsterkte berekenen met de formule:
s
t
r
o
o
m
s
t
e
r
k
t
e
=
w
e
e
r
s
t
a
n
d
s
p
a
n
n
i
n
g
I
=
R
U
Slide 30 - Tekstslide
Stroomsterkte berekenen!
Voorbeeld:
U
= 50 V
R
= 100 Ω
I
=
R
U
=
1
0
0
5
0
=
0
,
5
A
Slide 31 - Tekstslide
Spanning berekenen!
Als we de weerstand
R
en de stroomsterkte
I
weten, kun je de spanning berekenen met de formule:
s
p
a
n
n
i
n
g
=
w
e
e
r
s
t
a
n
d
⋅
s
t
r
o
o
m
s
t
e
r
k
t
e
U
=
R
⋅
I
Slide 32 - Tekstslide
Spanning berekenen!
Voorbeeld:
R = 60
Ω
I
= 0,25 A
U
=
R
⋅
I
=
6
0
⋅
0
,
2
5
=
1
5
V
Slide 33 - Tekstslide
Even samengevat
Een weerstand houdt de stroom gedeeltelijk tegen. Hierdoor kun je de hoeveelheid stroom bepalen.
De weerstand wordt gemeten in Ohm (Ω).
Bij een koolstofweerstandje kun je de weerstand bepalen aan de hand van de kleurringen.
Slide 34 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
hst 6 paragraaf 1 "weerstandjes"
Maart 2022
- Les met
33 slides
Natuurkunde
Middelbare school
vmbo k, g, t, mavo
Leerjaar 3
H6 Paragraaf 1 "Weerstandjes"
Mei 2023
- Les met
15 slides
Natuurkunde
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
10.2 Weerstanden
November 2023
- Les met
37 slides
Natuurkunde
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 4
hst 6 paragraaf 1 "weerstandjes"
November 2020
- Les met
34 slides
Natuurkunde
Middelbare school
vmbo k, g, t, mavo
Leerjaar 3
9.1 Spanning en stroomsterkte Les 1
September 2024
- Les met
30 slides
Natuurkunde
Middelbare school
vmbo t, mavo
Leerjaar 4
hst 6 paragraaf 1 "weerstandjes"
Maart 2021
- Les met
39 slides
Natuurkunde
Middelbare school
vmbo k, g, t, mavo
Leerjaar 3
Schakelingen Weerstanden
November 2018
- Les met
27 slides
Natuurkunde
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
Weerstanden
Mei 2018
- Les met
28 slides
Natuurkunde
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3