Hoofdstuk 1 paragraaf 1 De Nederlandse Opstand en de Republiek

De Nederlandse Opstand

En

de

Republiek

1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 11 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

De Nederlandse Opstand

En

de

Republiek

Slide 1 - Tekstslide

Privileges
De Nederlandse Plakkaat van Verlatinge legde een belangrijk principe vast voor de democratische revoluties 200 jaar later: 

Namelijk burgers regeringen zijn er voor de burgers en burgers mogen deze eventueel afzetten.  

Slide 2 - Tekstslide

Privileges
Na het afzetten van Filips II gingen de provincies verder als De Republiek der Verenigde Nederlanden. (De Republiek). 




Slide 3 - Tekstslide

Privileges
De opstand tegen Filips II had de volgende oorzaken: 

  1. De privileges
  2. Godsdienstoorlog. 

Slide 4 - Tekstslide

Privileges
Dankzij privileges hadden gewesten en steden vaak grote zelfstandigheid.

Filips II wilde een meer centraal bestuur. 

Zoals over: 
  1. Belastingen.
  2. Politiek
  3. Rechtspraak. 

Slide 5 - Tekstslide

Privileges
In de Republiek vormde de Staten het hoogste bestuur. (Staten-Generaal)

Hierin moesten steden en de adel hun gemeenschappelijke dingen regelen zoals: 

  1. Defensie. 
  2. Buitenlandse politiek. 

Hierbij moest je veel mensen overhalen of tot een compromis komen. : Wat typerend is voor de Nederlandse democratie. 

Slide 6 - Tekstslide

Godsdienst
Filips II wilde het katholieke geloof beschermen en het protestantse geloof uitroeien. 

Veel van de Nederlandse elite was katholiek maar wilde wel een zekere mate van godsdienstvrijheid

Slide 7 - Tekstslide

Godsdienst
In 1579 sloten de opstandelingen een militaire bondgenootschap (Unie van Utrecht) waarin werd afgesproken dat niemand vervolgt mocht worden omwille van zijn godsdienst. 

Hierdoor ontstond gewetensvrijheid: Echter er was geen vrijheid van godsdienst. 

Calvinisme werd wel de staatsgodsdienst. 

Slide 8 - Tekstslide

Regenten
Nederland was nog niet een democratie: 

  1. Regenten maakte de dienst uit in de Nederlanden. 
  2. Volksinvloed was er weinig. 


Slide 9 - Tekstslide

Regenten
Toch waren er kenmerken van een democratie aanwezig: 
  1. Er was hier vrijheid van publicatie. 
  2. Vrijheid van meningsuiting. 
  3. Vrouwen en personeel had meer rechten.
  4. Boeren waren grotendeels vrij. 

Slide 10 - Tekstslide

Maken paragraaf 1.1. 

Slide 11 - Tekstslide