Schooltaalwoorden

• Nederlands
• Secundair onderwijs

Schooltaalwoorden

Waarom moeten wij hierover leren?

Geef op de volgende slide aan waarom je volgens jou schooltaalwoorden zou moeten leren.

schooltaalwoorden
...het nut...

Ronde 1

Welk schooltaalwoord werd weggelaten?

Dát is lang geleden! ..... was ik nog maar een kind.

Destijds

Dát is lang geleden gebeurd! ..... was ik nog maar een kind.

--> Toen, vroeger...

Omdat je me al weken negeert, ...... ik jou niet meer als vriend.

Beschouwen

Omdat je me al weken negeert, ...... ik jou niet meer als vriend.

--> Iets of iemand aanvoelen/beoordelen.

Ik ..... niet dat jullie deze woorden allemaal al kennen.

Veronderstellen

Ik ..... niet dat jullie deze woorden allemaal al kennen.

--> Iets aannemen als de waarheid.

Wij gebruiken deze schooltaalwoorden toch nooit. Ze zijn voor ons echt niet ...... !

Relevant

Ze zijn voor ons echt niet .....!

--> Belangrijk.

Ik heb afgekeken tijdens de laatste toets.
.... natuurlijk, want niemand mag dat zien.

Stiekem

.... natuurlijk, want niemand mag dat zien.

--> In het geheim iets doen wat niet mag.

Ronde 2

Geef zelf een uitleg van het schooltaalwoord.

Compenseren:
Gelukkig kan ik dit slechte cijfer bij een volgende toets compenseren

Compenseren

Gelukkig kan ik dit slechte cijfer bij een volgende toets rechttrekken.

--> Een situatie rechttrekken door het anders/beter te doen.

Moedwillig:
Hij deed dit echt niet per ongeluk, maar moedwillig.

Moedwillig

Hij deed dit echt niet per ongeluk, maar met opzet.

--> Met opzet, opzettelijk.

Motiveren:
Kun je motiveren waarom je te laat bent?
Een spel doen tijdens de les motiveert ons.

Motiveren

Kun je onderbouwen waarom je te laat bent?

--> Onderbouwen, argumenten geven.

Een spel doen tijdens de les zet ons aan om aan de slag te gaan.

--> Aanzetten om iets te doen.

Reconstrueren:
De politie probeerde de aanrijding te reconstrueren, op basis van de remsporen.

Reconstrueren

De politie probeerde de aanrijding te opnieuw samen te stellen, op basis van de remsporen.

--> Opnieuw samenstellen.

Ronde 3

Verbind een schooltaalwoord met de juiste betekenis.

Weerleggen

Coördineren

Gevarieerd

Omstreden

Overzichtelijk

Uiteenlopend

Ervoor zorgen dat iets geregeld wordt.

Iets/iemand waarover de meningen verdeeld zijn.

Het tegendeel beweren.

Met veel afwisseling.

Helder gestructureerd.

Verschillend.

Motiveren

Relevant

Beschouwen

Reconstrueren

Moedwillig

Destijds

Veronderstellen

Toen, vroeger.

Iets of iemand aanvoelen/beoordelen.

Belangrijk.

Onderbouwen // Aanzetten tot iets.

Iets aannemen als de waarheid.

Opnieuw samenstellen.

Opzettelijk, met opzet.