Eerste les - voorlichting en preventie

Voorlichting en Preventie
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 4

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Voorlichting en Preventie

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesopbouw
Wat is gezondheid?
Preventie
Voorlichting

Na de les heeft de student zicht op eigen gezondheid.
Na de les kan de student in eigen woorden vertellen wat preventie en voorlichting betekent.


Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is gezondheid
Gezondheid is een toestand van volledig fysiek, geestelijk en sociaal welbevinden en niet van louter het ontbreken van ziekte. Want wie bevindt zich ooit in die toestand? (WHO uit 1948)

Gezondheid wordt omschreven als het vermogen om je aan te passen en je eigen regie te voeren, in het licht van de sociale, fysieke en
emotionele uitdagingen van het leven. ( Huber et al., 2011)

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maak hem voor jezelf
https://mijnpositievegezondheid.nl/

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het nut van preventie
  • Gezondheidsvaardigheden te bevorderen.
  • (verergering van) Ziekten te voorkomen.
  • Zelfstandigheid te bevorderen.
  • Kosten te besparen.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Fases van preventie
Primaire preventie

Secundaire preventie

Tertiaire preventie


Voorkomen van ziekte
Opsporen en behandelen van ziekte
Beperken van de gevolgen van een ziekte
Microniveau             Mesoniveau                  Macroniveau

Slide 7 - Tekstslide

Micro, individu
Meso, doelgroep
Macro, bevolkingsgroep
Preventie op doelgroep
Doelgroep:
Universele preventie
Selectieve preventie
Geïndiceerde preventie
Zorggerelateerde preventie
  • Als verpleegkundige stimuleer je een oudere zorgvrager om regelmatig kleine stukjes te lopen.
  • Een zwangere vrouw en haar partner geef je voorlichting over het risico van roken en alcohol drinken tijdens de zwangerschap.
  • Een kraamvrouw geef je advies en instructie over het voorkomen van een borstontsteking.
  • Bij een dementerende zorgvrager ben je extra alert op veiligheidsrisico’s. Je zorgt ervoor dat de familie en mantelzorgers zich hier ook bewust van worden en leren omgaan met iemand die dementerend is.

Een zorgvrager wil zelf zijn wond verzorgen. Je geeft hem dan niet alleen informatie over het materiaal dat hij moet gebruiken en de manier van verbinden. Je vertelt hem ook hoe hij kan voorkomen dat zijn wond geïnfecteerd raakt en hoe hij de wondgenezing kan bevorderen.
Bij een zorgvrager die bedlegerig is, ben je extra alert op het ontstaan van decubitus.
Een zorgvrager met obesitas maak je bewust van het verhoogde risico op smetplekken.
Bij een zorgvrager die blijvend moet katheteriseren, geef je voorlichting over het voorkomen van urineweginfecties en over de mogelijke hulpmiddelen die er zijn.
Wanneer een zorgvrager minder mobiel is, informeer je hem over de mogelijkheden van (openbaar) vervoer en waar hij die informatie kan vinden.

  • De griepprik voor ouderen en chronisch zieken om de kans op griep te verkleinen en daarmee gezondheidsschade te voorkomen of te beperken;
  • De dtp-prik voor alle kinderen om te voorkomen dat ze kinderverlamming krijgen;
  • Het gebruik van de pil om ongewenste zwangerschap te voorkomen;
  • Het regelmatig draaien van zorgvragers die lang in bed moeten liggen om decubitus te voorkomen;
  • De ‘sproetenbus’ aan het strand waar mensen sproeten of moedervlekken kunnen laten beoordelen om eventuele symptomen van huidkanker te signaleren
  • Bevolkingsonderzoek

Slide 8 - Tekstslide

Universele preventie richt zich op de gezonde bevolking (of delen daarvan) en bevordert en beschermt actief de gezondheid van de bevolking;

Selectieve preventie richt zich op bevolkingsgroepen met een verhoogd risico. richt zich op bevolkingsgroepen met een verhoogd risico en voorkomt dat personen met één of meerdere risicofactoren (determinanten) voor een bepaalde aandoening daadwerkelijk ziek worden;

Geïndiceerde preventie richt zich op mensen met beginnende klachten en voorkomt dat beginnende klachten verergeren tot een aandoening;

Zorggerelateerde preventie richt zich op mensen met een ziekte of aandoening en voorkomt dat een bestaande aandoening leidt tot complicaties, beperkingen, een lagere kwaliteit van leven of sterfte.
Resultaten goede preventie
Geeft een zorgvrager inzicht in zijn gezondheidstoestand;
Helpt de zorgvrager verantwoordelijkheid te nemen voor zijn gezondheidstoestand;
Vergroot de gezondheidsvaardigheden van een zorgvrager;
Bevordert gezond gedrag van de zorgvrager;
Helpt gezondheidsproblemen voorkomen;
Bevordert herstel;
Vermindert angst voor opname, operatie en behandeling.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gezondheidsvoorlichting en advies (GVA)
Het doel van GVA is mensen motiveren om risicovol gedrag dat een negatief effect heeft op hun gezondheid te veranderen. Je richt je hierbij vooral op wat een persoon kan. Het positieve gezondheidsgedrag wordt aangemoedigd.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Video

Deze slide heeft geen instructies

1. Zie je hierin het doel van GVA terug?
2. Heeft dit effect denk jij?
3. Waarom wel/niet?

Slide 12 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

6 Fases van gedragsverandering
Openstaan
Begrijpen
Willen
Kunnen
Doen
Blijven doen

5 B's
  1. Belangrijk, informatie sluit aan bij doelen/intresses van de zorgvrager
  2. Bruikbaar, Informatie is concreet en sluit aan bij het dagelijks leven/leefstijl van de zorgvrager
  3. Begrijpelijk, De infromatie is helder en in woorden begrijpelijk voor de zorgvrager
  4. Boeiend, Je houd de aandacht vast en geeft voorbeelden.
  5. Beklijvend, De informatie blijft hangen door bv structuur

SMART
Specifiek
Meetbaar
Acceptabel
Realistische
Tijdgebonden

Slide 13 - Tekstslide

Fase 1 Openstaan
Pas wanneer een zorgvrager openstaat voor verandering, is hij in staat om zijn gedrag te veranderen of aan te passen. Oprecht openstaan voor nieuwe ideeën en inzichten is een eerste stap in het veranderproces. Bij openstaan gaat het ook om aandacht hebben voor de voorlichting. Geef geen voorlichting als de zorgvrager er geen tijd of aandacht voor heeft. Zorg ervoor dat je ook zelf voldoende tijd hebt en aansluit bij wat de zorgvrager bezighoudt.
Fase 2 Begrijpen
Vervolgens moet een zorgvrager begrijpen en inzien wat het nieuwe gedrag inhoudt. Je stemt je voorlichting af op de kennis en het begripsniveau van de zorgvrager. Hij is tenslotte degene die er iets mee moet doen. Stel controlevragen om te achterhalen of hij de informatie heeft begrepen. Wanneer een zorgvrager in eigen woorden kan omschrijven wat het gewenste gedrag is en welke voordelen het biedt, kan de verandering tot stand komen. Stimuleer ook dat hij zelf vragen stelt. Het is goed om de informatie te herhalen en niet te snel alles in één keer te vertellen. Stem de voorlichting af op de kennis en levenservaring van de zorgvrager. Gebruik alleen medische begrippen als het echt nodig is en leg ze uit. Houd ook rekening met een mogelijk vertraagd begripsvermogen en de achteruitgang van het concentratievermogen.
Fase 3 Willen
Bij willen gaat het om de motivatie van de zorgvrager zijn gedrag te willen veranderen. Verandering in gedrag wordt pas reëel, wanneer een zorgvrager daadwerkelijk wil veranderen. De voordelen van het nieuwe gedrag wegen dan zwaarder dan de nadelen. Door de zorgvrager te motiveren vergroot je de kans dat hij zijn gedrag wil veranderen. Je kunt dat bijvoorbeeld doen door voor- en nadelen van verschillende keuzes op een rijtje te zetten. Het is ook belangrijk om na te gaan wat de mening van familie, vrienden en collega’s is, en hoe die de keuze van de zorgvrager beïnvloedt. Uiteindelijk kiest de zorgvrager of hij wel of niet iets met de informatie doet. Houd er rekening mee dat de mening en overweging van een zorgvrager anders kan zijn dan die van jou. Hij is zelf verantwoordelijk.
Fase 4 Kunnen
Verandering moet men (aan)kunnen. Wanneer een zorgvrager weet hoe hij het nieuwe gedrag kan volhouden, lukt het beter om niet in oude gewoontes terug te vallen. Door duidelijke en uitvoerbare voorlichting te geven zorg je ervoor dat de zorgvrager zijn gedrag ook echt kan veranderen.
Fase 5 Doen
Wanneer de vorige fases zijn doorlopen, zal de zorgvrager het andere gedrag ook gaan uitvoeren (‘doen’). Daarbij kan hij onvoorziene problemen en tegenslagen tegenkomen. Hij moet zich daardoor niet laten afleiden. Vraag de zorgvrager welke problemen hij verwacht bij het nieuwe gedrag en ga daarop in. Als verpleegkundige kun je de zorgvrager de mogelijkheden bieden om het gewenste gedrag uit te voeren. Denk hierbij aan benodigde hulpmiddelen en concrete instructies. Probeer hem ook te stimuleren om terug te komen voor advies, hulp of begeleiding.
Fase 6 Volhouden
Het nieuwe, aangepaste gedrag moet een tweede natuur worden en in het levenspatroon van een zorgvrager worden verweven. Alleen door positieve resultaten en volledige support door de omgeving kan hij het volhouden.
4 Basisstappen voor advies/voorlichting
  • Voorbereiding: voorlichtingsplan
  • Uitvoering: 
1. Opening 
2. Doel en planning bespreken 
3. Voorlichting geven
  • Evalueren
  • Afsluiten

  • Procesevaluatie, Bekijk of de gekozen middelen geschikt waren en of de inhoud van je boodschap voor de zorgvrager begrijpelijk was.
  • Effectevaluatie, Kijk naar het resultaat van je interventie in relatie tot het gezondheidsprobleem van de zorgvrager.
  • Kosten-batenanalyse, Bekijk of de kosten opwegen tegen de baten (opbrengsten) en of je gebruik hebt gemaakt van de meest efficiënte middelen en methoden.
Zeven W’s.:
- Wie? Is de voorlichting alleen voor de zorgvrager bestemd of is het beter om bijvoorbeeld zijn familie erbij te betrekken?
- Waarom? Welk doel wil je met de voorlichting bereiken?
- Wat? Wat is de inhoud die je wilt overbrengen?
- Wijze? Hoe ga je de voorlichting geven? Welke methode gebruik je?
- Waar? Wat is de meest geschikte plaats?
- Wanneer? Wat is het meest geschikte moment en hoeveel tijd is er nodig?
- Wie doet wat? Geef je de voorlichting zelf of is het beter als een paramedicus of arts dit doet? Belangrijk hierbij is dat er onderling goede afspraken worden gemaakt en dat wordt vastgelegd wie over wat en wanneer de voorlichting geeft.
Health Field Concept van Lalonde

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hulpmiddelen

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesevaluatie
Na de les heeft de student zicht op eigen gezondheid.


Na de les kan de student in eigen woorden vertellen wat preventie en voorlichting betekent.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Evaluatie

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies