4.1 De opkomst van steden

Hoofdstuk 4 Steden en Staten
1 / 45
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 45 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 4 Steden en Staten

Slide 1 - Tekstslide

welkom!
1. introductie
2. Arnhem in de hoge middeleeuwen
3. theorie
4. opdrachten
5. afronding

Slide 2 - Tekstslide

β€œIk, Otto, graaf van Gelre en Zutphen, heb van de plaats Arnhem een stad gemaakt en daaraan alle vrijheid verleend, opdat deze stad en de mensen die erin wonen en erin zullen wonen, zich in vrijheid mogen verheugen…”. 13 juli 1233

Arnhem krijgt stadsrechten.

Slide 3 - Tekstslide

De Sabelspoort, de enig overgebleven stadspoort uit de middeleeuwen in Arnhem

Slide 4 - Tekstslide

De opkomst van steden in de hoge middeleeuwen (1000-1250 n.Chr)
Kenmerkend aspect

De opkomst van de handel en ambacht en herleving van de landbouwstedelijke samenleving.

Slide 5 - Tekstslide

Opdracht
  • Werken in duo's
  • Gebruik Google maps
  • Zoek de locaties van de oude kaart van Arnhem op Google maps.
  • Koppel de locatie aan de juiste letter

Slide 6 - Tekstslide

P-V-B-Y-F-O
A-K-D-L-Z-
N-M-G-J-I
H-S-Q-T-U
E-R-X-W-C

Slide 7 - Tekstslide

evaluatie
wat vertelt deze plattegrond jou over:
- de samenleving? 
- de middelen van bestaan?
- het verschil tussen de vroege middeleeuwen (500-1000 n.Chr) en de hoge middeleeuwen (1000-1250 n.Chr)

Slide 8 - Tekstslide

welkom!
1. introductie
2. Arnhem in de hoge middeleeuwen
3. theorie
4. opdrachten
5. afronding

Slide 9 - Tekstslide

Herhaling hoofdstuk 3: samenleving in de vroege middeleeuwen. Feodaliteit en horigheid.

Slide 10 - Tekstslide

gelaagde samenleving; simpel en overzichtelijk; er is adel (de koning/leenheer en de vazallen/leenmannen en er zijn boeren.

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide


Verbeteringen in de landbouw
Rond het jaar 1000


  • Drieslagstelsel
  • IJzeren ploeg
  • Hals-juk

Slide 13 - Tekstslide

Landbouw technieken

In de middeleeuwen werden nieuwe ontdekkingen en verbeteringen gedaan bij de landbouw: 
- nieuwe ploegen
- drieslagstelsel 
- gebruik nieuwe materialen
- meer kennis door uitwisseling

Slide 14 - Tekstslide

IJzeren ploeg
& hals-juk
Ontginnen

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Video

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

1. Steden waren van de heer. Welvaart (door handel en ambacht) in de stad neemt toe. Steden waren niet meer afhankelijk van de heer en wilden meer zelfstandigheid om eigen rechtspraak, verdediging e.d. te beheren. In ruil voor belastingen kregen de steden stadsrechten.
2. de samenleving ontwikkelde zich van een landbouwsamenleving  naar een landbouw-stedelijkesamenleving.

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Video

aan het werk
4.1
de opdrachten die volgen
en/of 
samenvatting en/of woordweb en/of proefwerkvragen en/of etc

Slide 26 - Tekstslide

zoom in op de bron.
- Leg uit met behulp van de afbeelding waarom Dordrecht juist
op die plaats is gesticht.
- Leg het verband uit tussen de activiteit op de voorgrond en het
KA: 'de opkomst van handel en ambacht en de herleving van de
landbouw-stedelijke samenleving'

Slide 27 - Open vraag

Sleep naar de goede plek in de Middeleeuwse stad
Markt
Stadspoort
Stadsmuur
Kerk
Koopmanshuis

Slide 28 - Sleepvraag

Na het jaar 1000 kwamen de steden weer terug.
- Op welke twee soorten plekken kwamen de steden weer terug?
- Leg uit waarom steden in de middeleeuwen vooral afhankelijk waren van hun directe omgeving.

Slide 29 - Open vraag

Stad en handel waren onlosmakelijk met elkaar verbonden. Noem hiervan een oorzaak en een gevolg.

Slide 30 - Open vraag

Sleep wat bij een Middeleeuwse stad hoort 
naar het plaatje
Kerk
Als ik hoor bij een Middeleeuwse stad, sleep mij dan.
Plein
Als ik hoor bij een Middeleeuwse stad, 
sleep mij dan naar het sleepdoel. 
Stadsmuur
Als ik hoor bij een Middeleeuwse stad, 
sleep mij dan naar het sleepdoel. 
Agora
Als ik hoor bij een Middeleeuwse stad, 
sleep mij dan naar het sleepdoel. 
Tempel
Als ik hoor bij een Middeleeuwse stad, 
sleep mij dan naar het sleepdoel. 
Stadspoort
Als ik hoor bij een Middeleeuwse stad, 
sleep mij dan naar het sleepdoel. 
Markt
Als ik hoor bij een Middeleeuwse stad, 
sleep mij dan naar het sleepdoel. 
Koopmanshuis
Als ik hoor bij een Middeleeuwse stad, 
sleep mij dan naar het sleepdoel. 

Slide 31 - Sleepvraag

Waterpoort. Deze poort wordt vooral gebruikt door mensen die via het water de stad willen bereiken. Deze poort is minder verdedigt en wordt in tijdens van nood gebarricadeerd met houten balken. 
Noorderpoort
De stadspoort aan het noorden van de stad. Belangrijkste poort, die afgesloten kan worden in tijden van aanval.
Zuiderpoort. De poort aan de zuidzijde van de stad. Is vooral toegankelijk voor voetgangers, minder voor karren. De poort kan afgesloten worden tijdens een aanval. 
Kathedraal
Deze grote kerk is de grootste kerk in de omgeving. De bisschop van het gebied zeteld hier dan ook. De stedelingen hebben lang, bijna 300 jaar gebouwd aan hun kerk. De kerk is het middelpunt van het sociale leven in de stad. Iedereen, arm en rijk, komt hier bijeen voor de diensten. 
Marktplein
Het centrale plein als het gaat om handel en middel van bestaan. Hier verdienen de meeste stedelingen hun brood... en kopen het. Op het plein staan kraampjes van boeren en om het plein de werkplaatsen van de ambachtslieden. 
Waterput
Het belangrijkste waterpunt in de stad. Hieruit kun je water halen voor al gebruik. 
Stadhuis
Hier zeteld het bestuur van de stad: de schout en schepenen. Maar de rechtbank en de cellen voor misdadigers vind je hier. Alles wat met betuur en rechtspraak te maken heeft onder een dak. 
Gasthuis.
Een soort kruising tussen een armneopvang en een ziekenhuis. Betaald door de rijken, gerund door de geestelijkheid en voor de armen. Zij kunnen hier hulp krijgen: voeding, onderdak, gezondheidszorg. 
Koopmanshuizen met grote binnentuin
De koopmanshuizen zijn veruit de grootste huizen in de stad. Vaak van duurder en doorzamer materiaal gemaakt (bv. steen). De koopmans-huizen fungeren vaak als pakhuis en (luxe) woonhuis. 
Vleesmarkt
Kleinere markt, waar vleesproducten werden veerkocht. De werkplaatsen van de vleeshouwers staan om de markt heen. 
Botermarkt
Kleine markt waar zuivelproducten werden verkocht. 
Vismarkt
Kleine markt waar vis door vissers werd verkocht.
Taks.
Een tolhuis. Aan iedere vreemdeling die de stad binnenkwam werd een bijdrage gevraagd
Smidstraat.
Hier hebben de smeden zich verzameld. Zij hebben hier hun werkplaatsen, met meestal hun huizen daaraan vast. 
Beestenmarkt
Kleine markt waarbij (meestal kleine) dieren werden verhandeld
Abdij / klooster
Binnen de stad ligt ook vaak een klooster. Hier leven monniken of nonnen hun eigen leven. Zij hebben wel vaak belangrijke publieke functies in de stad: leraar, verpoleegster, schrijver, etc.
Houtstraat
Aan deze straat wonen en werken ambastlieden die hout hun middel van bestaan hebben gemaakt. 
Binnenboeren
Dit zijn boeren die ook poorters zijn: zij zijn boeren binnen de stadsmuren. Vaak kleine bedrijfjes met maar weinig dieren. Maar zeer belangrijk in tijd van beleg, om de stad te beschermen voor uithongering
Rivier.
Belangrijke bron van water: drinkwater, waswater, bluswater, urinoir, etc.
Schavot
Publiekelijke schandplaats voor misdadigers. Meestal is het een standaard met een plank op een verhoging. Tussen die plank wordt iemand een bepaalde periode neergezet. Het staat niet fijn, maar het is vooral een plek waar iedereen je kan zien als misdadiger. 
Herberg
Een soort hotel/restaurant van de middeleeuwen. Het is een groot gebouw (meestal met stal), waar vreemdelingen kunnen overnachten, eten en rusten. Maar in de kamers kan natuurlijk meer...
Waag.
Hier worden goederen gewogen voor de verkoop. Omdat er maar een officieel punt van wegen is, is dat voor iedereen gelijk, 
Wisselbeurs
Bankgebouw, waar je verzekeringen kunt afsluiten. Je kunt er de wisselbrief inruilen. Je kunt er geld in bewaring geven. 
timer
3:00

Slide 32 - Tekstslide

Carcassonne
Sleep de foto's naar de juiste plek in de stad.

Slide 33 - Sleepvraag

- Op welke twee manieren brachten steden meer vrijheid in de middeleeuwse samenleving?
- Leg uit dat de vrijheid van de steden relatief was.

Slide 34 - Open vraag

Maak het drieslagstelsel kloppend.
🏝
πŸ„
β˜ƒοΈ
πŸ„
🏝
β˜ƒοΈ
β˜ƒοΈ
πŸ„
🏝

Slide 35 - Sleepvraag

- Leg uit waarom de heer alleen door de steden een geldeconomie op gang kon brengen.
- Leg uit waarom de geldeconomie leidde tot meer vrijheid voor de horigen.

Slide 36 - Open vraag

Noem 3 voorbeelden van verbeteringen in de landbouw in de tijd van steden en staten

Slide 37 - Open vraag

Rond het jaar 1000 groeiden de oogsten snel. Welke oorzaak had dat?
A
De boeren hadden geleerd het land te bemesten.
B
De boeren lieten hun kinderen meehelpen op het land.
C
Er kwamen steeds meer boeren, omdat de mensen in steden ook moesten eten
D
De boeren gebruikten betere werktuigen en wisten het land effectiever te bewerken

Slide 38 - Quizvraag

Waarom zou een heer stadsrechten aan een stad verlenen?
A
Het gaf de heer aanzien als hij een grote stad in zijn gebied had
B
Hij wilde graag dat de mensen in zijn gebied een beter leven kregen.
C
Hij kreeg in ruil daarvoor belastingen en militaire steun

Slide 39 - Quizvraag

Burgers in de steden hadden zelf het bestuur en wetgeving van de stad in handen
A
waar
B
Niet waar

Slide 40 - Quizvraag

Hoe kwam het dat de opkomst van steden uiteindelijk de positie van de adel verzwakte?
A
Het feodale stelsel was gebaseerd op trouw en loyaliteit, door de geldeconomie werkte dit niet meer
B
De steden werden rijker en konden zo steeds meer vrijheden kopen, zo had de heer geen invloed meer
C
Steden werden rijk en konden zichzelf verdedigen, en hadden de bescherming van de heer niet nodig
D
A, B en C zijn allemaal goed

Slide 41 - Quizvraag

Leg uit hoe een bloeiende landbouw tot het ontstaan van steden leidde

Slide 42 - Open vraag

Wat was het grote voordeel van het drieslagstelsel ten opzichte van het tweeslagstelsel?
A
Meer grond braak per jaar dus meer opbrengst
B
Minder grond braak per jaar dus meer opbrengst
C
Drie keer zoveel opbrengst
D
2/3 van de grond in cultuur in plaats van 1/2. Dus minder opbrengst

Slide 43 - Quizvraag

Leg uit wat het aantrekkelijk maakte voor mensen om naar de stad te trekken in de late middeleeuwen

Slide 44 - Open vraag

Slide 45 - Video