Verschil tussen liquiditeitsbegroting en exploitatiebegroting

1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Quiz
Komt het op de liquiditeitsbegroting van december?

Slide 4 - Tekstslide

Nieuwe machine gekocht voor €10.000 op 1 december en meteen betaalt(aanschafkosten).
A
Ja
B
Nee

Slide 5 - Quizvraag

De machine heeft de maand december €60 afschrijvingskosten
A
Ja
B
Nee

Slide 6 - Quizvraag

Omzet is in de maand december €50.000 contant(contante omzet)
A
Ja
B
Nee

Slide 7 - Quizvraag

Inkoopwaarde van de omzet is €20.000 in de maand december een maand krediet
A
Ja
B
Nee

Slide 8 - Quizvraag

Leveranciers hebben 2 maanden krediet gekregen in augustus voor €1.000
A
Ja
B
Nee

Slide 9 - Quizvraag

Leveranciers hebben 3 maanden krediet gekregen in augustus voor €1.000
A
Ja
B
Nee

Slide 10 - Quizvraag

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Quiz
Komt het op de resultatenbegroting van december?

Slide 15 - Tekstslide

Nieuwe machine gekocht voor €10.000 op 1 december.
A
Ja
B
Nee

Slide 16 - Quizvraag

De machine heeft de maand december €60 afschrijvingskosten
A
Ja
B
Nee

Slide 17 - Quizvraag

Omzet is in de maand december €50.000
A
Ja
B
Nee

Slide 18 - Quizvraag

Inkoopwaarde van de omzet is €20.000 in de maand december
A
Ja
B
Nee

Slide 19 - Quizvraag

Aflossing van €500 van een lening in december
A
Ja
B
Nee

Slide 20 - Quizvraag

Rente van een lening is €20 in december
A
Ja
B
Nee

Slide 21 - Quizvraag

Jaarlijks te betalen rente van €200
A
Ja
B
Nee

Slide 22 - Quizvraag

Wat is een exploitatiebegroting?
A
Een overzicht van toekomstige ontvangsten en uitgaven
B
Een overzicht van de verwachte opbrengsten en kosten
C
Een overzicht van de gemiddelde opbrengsten en kosten van afgelopen periodes

Slide 23 - Quizvraag

Wat is een liquiditeitsbegroting?
A
Een overzicht van de gemiddelde ontvangsten en uitgaven van afgelopen periodes
B
Een overzicht van toekomstige ontvangsten en uitgaven
C
Een overzicht van ontvangsten en uitgaven van de afgelopen periode

Slide 24 - Quizvraag

Wat zijn liquide middelen?
A
Ontvangsten (contant of via de bank)
B
Betalingsmiddelen (geld in de kas of op de bank)
C
Uitgaven (contant of via de bank)

Slide 25 - Quizvraag