week 11

¡Hola!
¿Qué vamos a hacer?
  • noticias 
  • periodo 3
  • Vamos de viaje
  • preposiciones
  • verbos regulares (ar-er-ir)
Semana 11
1 / 49
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 49 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

¡Hola!
¿Qué vamos a hacer?
  • noticias 
  • periodo 3
  • Vamos de viaje
  • preposiciones
  • verbos regulares (ar-er-ir)
Semana 11

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

8M Madrid 
8M staat voor de ‘movilización de las mujeres 8 de marzo’. 8M is de dag dat de vrouwen laten zien dat ze GENOEG hebben van agressies, vernederingen, ongelijkheid, uitsluitingen, seksistisch geweld etc. Alle vrouwen in het land zijn opgeroepen deel te nemen aan deze feministische manifestaties en bijeenkomsten die in principe alleen bedoeld zijn voor de vrouwen, maar mannen mogen ook meedoen.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Frida Kahlo
1907-1954
Schilder
Ondanks tegenslagen altijd kleurige en vrolijke schilderijen
Voeten, waar heb ik jullie nou voor nodig als ik vleugels heb om te vliegen."
- Frida Kahlo

Slide 10 - Tekstslide

Frida Kahlo

Magdalena Carmen Frida Kahlo y Calderón (Coyoacán, 6 juli 1907 – aldaar, 13 juli 1954) was een Mexicaanse surrealistische kunstschilderes.
Frida Kahlo

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Vamos de viaje
  • Unidad 6 Espacio Joven 360 
  • Leerdoelen
  • Planning
  • PTD Spaans
  • vocabulario y gramática
  • Escribir, leer
Periode 3

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Los deberes
L: woorden blok 1 en 2.
regelmatige werkwoorden -ar,-er,-ir 
LE: OPDR LE: ej. 6.1 + 6.2 + 6.3 + 6.5

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen

  • Ik ken nieuwe Spaanse woordjes.
  • Ik ken de voorzetsels.
  • Ik kan de regelmatige werkwoorden vervoegen.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoel
  • Ik ken nieuwe woordjes in het Spaans 

Waarom is dit belangrijk dat ik dat kan?
  • Voor het beheersen van een taal is woordenschat heel belangrijk. 
      Het is heel simpel, hoe meer woorden je kent hoe makkelijker het wordt om        te communiceren. 

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vamos de viaje
Dictado en marcha
leerdoel: vocabulario

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vamos de viaje
Slangentekst
Vamos a escuchar 


leerdoel: vocabulario

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vamos de viaje

Vamos a escuchar 

LA pág 101 ej 3
leerdoel: vocabulario
LA p. 100/101 OPDR. 1 TM 3

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoel
  • Ik weet de betekenis van de voorzetsels en kan ze goed gebruiken.

Waarom is dit belangrijk dat ik dat kan?
  • Om te vertellen of begrijpen waar iets of iemand zich bevindt.

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Preposiciones de lugar

Slide 21 - Tekstslide

preposiciones de lugar = plaatsbepalingen 
  Proposiciones
leerdoel: preposiciones
LA p.101/102

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vamos a practicar
¿Dónde está la rata?
Schrijf in het Spaans op waar de muis (la rata) 
op de volgende dia zich ten opzichte
 van de doos (la caja) bevindt.
La rata está................ de la caja.
Leerdoel: voorzetsels

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

¿Dónde está la rata?
¿Cómo se dice en español?
Leerdoel: voorzetsels

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

¿Dónde está la rata?
  1. La rata está debajo de la caja.
  2. La rata está encima de la caja
  3. La rata está dentro de/en la caja.
  4. La rata está encima de/en la caja.
  5. La rata está delante de la caja.
  6. La rata está detrás de la caja.
  7. La rata esta al lado de/a la izquierda de la caja.
Leerdoel: voorzetsels

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Un quiz

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

¿Dónde está el elefante?
A
a la izquierda de la silla
B
debajo de la silla
C
al lado de la silla

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

¿Donde está la manzana?
A
en la caja
B
entre las cajas
C
entre la caja
D
en las cajas

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

¿Dónde está la pelota?
A
debajo de la mesa
B
encima de la mesa
C
debajo la mesa
D
encima la mesa

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

¿Dónde está el perro?
A
a la derecha del grifo
B
delante del grifo
C
enfrente del grifo
D
a la izquierda del grifo

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

¿Dónde está el oso?
A
al lado de los libros
B
encima de los libros
C
debajo de los libros
D
enfrente de los libros

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

¿Dónde está Paco?
A
lejos de Carmen
B
entre Carmen
C
a la derecha de Carmen
D
enfrente de Carmen

Slide 32 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

¿Dónde está el perro
A
a la derecha del grifo
B
encima del grifo
C
debajo del grifo
D
la izquierda del grifo

Slide 33 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Preposiciones
Juego de colocación
leerdoel: preposiciones

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoel
  • Ik kan de regelmatige werkwoorden in de tegenwoordige tijd vervoegen

Waarom is dit belangrijk dat ik dat kan?
  • Om te weten wie of over wie er gesproken wordt, op welk tijdstip het gesproken wordt en of de actie al gebeurd is, nu gebeurt of gaat gebeuren. 
  • Het persoonlijk voornaamwoord kun je in het Spaans weglaten voor een vervoegde vorm van een werkwoord.

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Keuze
ZELFSTANDIG
SAMEN
  • Ga naar lessonup week 11 zelfstandig
  • Kijk de uitleg in het filmpje
  • Maak de opdrachten
timer
20:00

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

verbos regulares
yo
él, ella, usted
nosotros/as
vosotros/as
ellos, ellas, ustedes
hablar
hablo
hablas
habla
hablamos
habláis
hablan
comer
como
comes
come
comemos
coméis
comen
vivir
vivo
vives
vive
vivimos
vivís
viven
praten
eten
wonen/leven
Leerdoel: werkwoorden

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De 3 stappen voor het vervoegen van regelmatige werkwoorden in de tegenwoordige tijd: 
HAKKEN
TELLEN
PLAKKEN
HABLAR 
HABL
TÚ = DE 2E PERSOON
AS = DE TWEEDE UITGANG 
HABLAS
HABLAS = 
JIJ PRAAT

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stappen om te vervoegen
  • Elke werkwoord in het Spaans heeft een familie: -ar -er of -ir
  • Vind de stam door -ar, -er of -ir eraf te halen
  • plaats de bijbehorende uitgang achter de stam

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zet de stappen voor het vervoegen in de juiste volgorde
van boven naar beneden
Juiste uitgang achter de stam plakken
-Er, -ir of -ar van het werkwoord afhalen
De stam houd je over

Slide 40 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

-AR werkwoorden 
-ER werkwoorden
-IR werkwoorden
hablar 
comer 
vivir
subir 
beber
trabajar
aprender
estudiar
pensar
tener
ir
estar

Slide 41 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

-ar
-er
-ir
-o
-as
-a
-amos
-áis
-an
-es
-e
-emos
-imos
-éis
-ís
-en

Slide 42 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

-AR werkwoorden 
-ER werkwoorden
-IR werkwoorden
hablar 
comer 
vivir
subir 
beber
trabajar
aprender
estudiar
pensar
tener
ir
estar

Slide 43 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Werkwoorden
Maak de volgende opdrachten in je schrift.

Slide 44 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verbos -ar
1. (Yo) ___________________(charlar) en el recreo con Paco.
2. (Vosotros) __________________(hablar) español.
3. Carmen y Paula ________________(trabajar) en el hotel.
4. (Tú) _________________________(chatear) por internet.
5. Pepe _________________________(estudiar) francés.
6. ¿Usted __________________________(bailar) flamenco?
7. ¿José y tú __________________________ (cantar)?

Slide 45 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verbos -er
1. Esta noche mis padres y yo _____________________(comer) paella.
2. Los niños ________________________(beber) agua.
3. ¿Tú _________________________(aprender) español?
4. Yo _____________________(leer) el libro de Harry Potter.
5. ¿Y vosotros, qué ____________________(leer)?
6. Javi _________________________(vender) su bicicleta.

Slide 46 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verbos -ir
1. ¿Dónde _____________________(vivir) vosotros?
2. Nosotros ______________________(vivir) en Valencia.
3. Yo _________________________(escribir) una carta a mi abuelo.
4. ¿________________________(abrir, tú) la ventana por favor?
5. Pepe ______________________(discutir) con Merche.
6. Los estudiantes _____________________(escribir) en el cuaderno.

Slide 47 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Klik aan:
hablar,
beber,
vivir

Kies: presente
Klik in de volgende dia op de link om naar verbuga te gaan. 

Slide 48 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 49 - Link

Deze slide heeft geen instructies