Les 1 - slavernij in de 17e en 18e eeuw

WELKOM!
1 / 54
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 54 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

WELKOM!

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

27.11 Wat was de mening van de meeste verlichters
over de democratie?

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

27.11 Wat was de mening van de meeste verlichters
over de democratie?
De meeste verlichters vonden dat democratie uiteindelijk wel bereikt moest worden, maar dat ‘het gewone volk’ daar nog niet klaar voor was.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

27.12 ​Wat wordt bedoeld met volkssoevereiniteit?

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

27.12 ​Wat wordt bedoeld met volkssoevereiniteit?
 Dat de hoogste politieke macht uiteindelijk bij het volk ligt.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

27.16 ​De Franse filosoof Rousseau laat in deze bron
zien dat hij duidelijk gelooft in volkssoevereiniteit.
Benoem:
- welke twee uitgangspunten van de verlichting in de bron naar voren komen, en

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

27.16 ​De Franse filosoof Rousseau laat in deze bron
zien dat hij duidelijk gelooft in volkssoevereiniteit.
Benoem:
- welke twee uitgangspunten van de verlichting in de bron naar voren komen, en
- ​Vrijheid en gelijkheid.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

27.16 ​De Franse filosoof Rousseau laat in deze bron
zien dat hij duidelijk gelooft in volkssoevereiniteit.
Benoem:
- welke twee uitgangspunten van de verlichting in de bron naar voren komen, en
- ​Vrijheid en gelijkheid.
- welke pijler (uitgangspunt) van de verlichting in deze bron in
verband wordt gebracht met volkssoevereiniteit.

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

27.16 ​De Franse filosoof Rousseau laat in deze bron
zien dat hij duidelijk gelooft in volkssoevereiniteit.
Benoem:
- welke twee uitgangspunten van de verlichting in de bron naar voren komen, en
- ​Vrijheid en gelijkheid.
- welke pijler (uitgangspunt) van de verlichting in deze bron in
verband wordt gebracht met volkssoevereiniteit.
Vrijheid. Rousseau vond dat een volk het recht had om tegen een slechte vorst in opstand te komen: het volk mocht het ‘juk’ van een heerser afschudden omdat vrijheid niet zomaar afgenomen kan/mag worden.


Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

27.17 ​Leg uit waarom het in de verlichting past dat vrouwen ook deelnamen aan filosofische en intellectuele gesprekken. Verwerk in je antwoord: - ten minste twee uitgangspunten van de
verlichting; en

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

27.17 ​Leg uit waarom het in de verlichting past dat vrouwen ook deelnamen aan filosofische en intellectuele gesprekken. Verwerk in je antwoord: - ten minste twee uitgangspunten van de
verlichting; en
1.  om kennis te verspreiden​.
2. gelijkheidsprincipe​: als iedereen gelijk is, zijn vrouwen dus net zo zeer in staat om bij te dragen aan filosofische discussies als mannen.

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

27.18 Beschrijf op welke manier de salons tekortschoten als middel om gelijkheid te bereiken voor twee groepen.

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

27.18 Beschrijf op welke manier de salons tekortschoten als middel om gelijkheid te bereiken voor twee groepen.
- Voor vrouwen.
De saloncultuur vond plaats achter gesloten deuren, in huiselijke sfeer. 
- Voor mensen uit lagere sociale klassen.
Voor salondiscussies had je allereerst een salon nodig; verder geld, om iedereen gastvrij te ontvangen met personeel en versnaperingen; en tenslotte voldoende vrije tijd om een groep mensen

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Thema 4
Het slavernijverleden en Nederland
Slavernij in de 17e en 18e eeuw
Les 1

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slavernij

Slide 25 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat gaan we doen?
  1. Inleiding (algedaan)
  2. Hoofdvraag
  3. Uitleg
  4. Opdracht
  5. Nabespreking
  6. Afsluiting

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Definitie

Een toestand waarin een mens eigendom is van een ander 
of als zodanig wordt behandeld 
en daardoor geen rechten heeft of kan uitoefenen.

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

lees blz 19 
maak de 3 opdrachten van het stencil

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Er zijn twee omschrijvingen van slavernij

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Er zijn twee omschrijvingen van  slavernij
  1. Slavernij; iemand is eigendom van een ander en moet doen wat die persoon beslist. 

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

 Slavernij
Je gaat een video over slavernij zien. 
1. Noteer zoveel mogelijk kenmerken van slavernij die in de video worden genoemd. 
2. Geef vervolgens de conclusie over slavernij zoals die in deze video is getoond

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 32 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 33 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Er zijn twee omschrijvingen van slavernij
  • Moderne slavernij; het rekruteren, onderbrengen, vervoeren, in levensonderhoud voorzien of verkrijgen van een persoon voor dwangarbeid of commerciële (seksuele) handelingen met gebruik van geweld, oplichting of dwang.
  • Slavernij; iemand is eigendom van een ander en moet doen wat die persoon beslist. 

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slavernijverleden
In dit hoofdstuk hanteren we de oude definitie van slavernij: 
17de en 18de eeuw

iemand is eigendom van een ander en moet doen wat die persoon beslist.  Deze slavernij was wettelijk toegestaan. 

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 36 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Uitleg
Slavernij was een normaal verschijnsel in Azië, Afrika en Amerika. Maar hier kwam in de 17e eeuw West-Europa bij.  

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

"Wanneer een slaaf tegen zijn meester zegt: 'Jij bent niet mijn meester', dan zal hij daarvoor worden bestraft met het afsnijden van een oor.”

Slide 38 - Tekstslide

Oudheid:
Al sinds er grote groepen mensen samenleven, bestaat slavernij. Rond 3000 v. Chr. ontstonden de eerste steden rondom voedselrijke rivieren zoals de Eufraat en de Tigris (Mesopotamië; Irak, Iran), de Nijl (Egypte), de Indus (India, Pakistan) en de Gele rivier (China). Slaven werden ingezet als huisslaaf of boer. Mensen werden slaaf in ruil voor voedsel en/of onderdak, of omdat zij een schuld moesten afbetalen. We weten over slavernij tijdens de prehistorie nog niet heel veel, omdat er nauwelijks bronnen zijn uit die tijd die ons iets over slavernij vertellen. Maar wel dát er slavernij bestond, zo bewijst het oudste wetboek ter wereld:

"Wanneer een slaaf tegen zijn meester zegt: 'Jij bent niet mijn meester', dan zal hij daarvoor worden bestraft met het afsnijden van een oor.”

Uit: Het wetboek van Hammurabi (een koning uit Mesopotamië) (ca. 1780 v. Chr.).

Egypte:
Ook in het oude Egypte (ca. 3000 v. Chr. - 300 v. Chr.) gebruikte men slaven. De verschillen tussen het werk dat slaven moesten doen, waren groot. Onderzoek uit 2014 naar oude papyrusrollen met daarop hiërogliefenschrift, vertelt ons dat er mensen waren die zelfs betaalden voor een baan als tempelslaaf. Daarmee ontkwamen ze aan veel zwaarder werk als slaaf in de bouw of mijnen.

Toen de bevolking groeide en het aantal steden toenam, hadden de Egyptenaren meer arbeidskrachten nodig om de stedenbouw en voedselproductie bij te houden. De oude Egyptenaren gebruikten hiervoor hun eigen (vaak rechteloze) boeren en krijgsgevangenen (zie afbeelding) uit veroverde gebieden.

Griekenland
De Griekse beschaving tijdens de oudheid, wordt vaak gezien als hét voorbeeld voor de moderne beschaving. Toch dacht men in die tijd heel anders dan wij. De oude Grieken zagen slavernij als de normaalste zaak van de wereld. Filosoof Aristoteles meende zelfs dat het natuurlijk was. Volgens hem bestonden er twee typen mensen: mensen met een vrije geest en mensen die geschikt waren voor onderwerping en slavernij. Hij vergeleek een slaaf met 'een os in menselijke vorm’. Maar het was niet zo dat slaven in het oude Griekenland geen rechten hadden. De meeste activiteiten, op politiek na, waren vrij toegankelijk voor slaven. Slaven konden dan ook best aanzien hebben.


"Wanneer een slaaf tegen zijn meester zegt: 'Jij bent niet mijn meester', dan zal hij daarvoor worden bestraft met het afsnijden van een oor.”

Slide 39 - Tekstslide

Oudheid:
Al sinds er grote groepen mensen samenleven, bestaat slavernij. Rond 3000 v. Chr. ontstonden de eerste steden rondom voedselrijke rivieren zoals de Eufraat en de Tigris (Mesopotamië; Irak, Iran), de Nijl (Egypte), de Indus (India, Pakistan) en de Gele rivier (China). Slaven werden ingezet als huisslaaf of boer. Mensen werden slaaf in ruil voor voedsel en/of onderdak, of omdat zij een schuld moesten afbetalen. We weten over slavernij tijdens de prehistorie nog niet heel veel, omdat er nauwelijks bronnen zijn uit die tijd die ons iets over slavernij vertellen. Maar wel dát er slavernij bestond, zo bewijst het oudste wetboek ter wereld:

"Wanneer een slaaf tegen zijn meester zegt: 'Jij bent niet mijn meester', dan zal hij daarvoor worden bestraft met het afsnijden van een oor.”

Uit: Het wetboek van Hammurabi (een koning uit Mesopotamië) (ca. 1780 v. Chr.).

Egypte:
Ook in het oude Egypte (ca. 3000 v. Chr. - 300 v. Chr.) gebruikte men slaven. De verschillen tussen het werk dat slaven moesten doen, waren groot. Onderzoek uit 2014 naar oude papyrusrollen met daarop hiërogliefenschrift, vertelt ons dat er mensen waren die zelfs betaalden voor een baan als tempelslaaf. Daarmee ontkwamen ze aan veel zwaarder werk als slaaf in de bouw of mijnen.

Toen de bevolking groeide en het aantal steden toenam, hadden de Egyptenaren meer arbeidskrachten nodig om de stedenbouw en voedselproductie bij te houden. De oude Egyptenaren gebruikten hiervoor hun eigen (vaak rechteloze) boeren en krijgsgevangenen (zie afbeelding) uit veroverde gebieden.

Griekenland
De Griekse beschaving tijdens de oudheid, wordt vaak gezien als hét voorbeeld voor de moderne beschaving. Toch dacht men in die tijd heel anders dan wij. De oude Grieken zagen slavernij als de normaalste zaak van de wereld. Filosoof Aristoteles meende zelfs dat het natuurlijk was. Volgens hem bestonden er twee typen mensen: mensen met een vrije geest en mensen die geschikt waren voor onderwerping en slavernij. Hij vergeleek een slaaf met 'een os in menselijke vorm’. Maar het was niet zo dat slaven in het oude Griekenland geen rechten hadden. De meeste activiteiten, op politiek na, waren vrij toegankelijk voor slaven. Slaven konden dan ook best aanzien hebben.


"Wanneer een slaaf tegen zijn meester zegt: 'Jij bent niet mijn meester', dan zal hij daarvoor worden bestraft met het afsnijden van een oor.”

Slide 40 - Tekstslide

Oudheid:
Al sinds er grote groepen mensen samenleven, bestaat slavernij. Rond 3000 v. Chr. ontstonden de eerste steden rondom voedselrijke rivieren zoals de Eufraat en de Tigris (Mesopotamië; Irak, Iran), de Nijl (Egypte), de Indus (India, Pakistan) en de Gele rivier (China). Slaven werden ingezet als huisslaaf of boer. Mensen werden slaaf in ruil voor voedsel en/of onderdak, of omdat zij een schuld moesten afbetalen. We weten over slavernij tijdens de prehistorie nog niet heel veel, omdat er nauwelijks bronnen zijn uit die tijd die ons iets over slavernij vertellen. Maar wel dát er slavernij bestond, zo bewijst het oudste wetboek ter wereld:

"Wanneer een slaaf tegen zijn meester zegt: 'Jij bent niet mijn meester', dan zal hij daarvoor worden bestraft met het afsnijden van een oor.”

Uit: Het wetboek van Hammurabi (een koning uit Mesopotamië) (ca. 1780 v. Chr.).

Egypte:
Ook in het oude Egypte (ca. 3000 v. Chr. - 300 v. Chr.) gebruikte men slaven. De verschillen tussen het werk dat slaven moesten doen, waren groot. Onderzoek uit 2014 naar oude papyrusrollen met daarop hiërogliefenschrift, vertelt ons dat er mensen waren die zelfs betaalden voor een baan als tempelslaaf. Daarmee ontkwamen ze aan veel zwaarder werk als slaaf in de bouw of mijnen.

Toen de bevolking groeide en het aantal steden toenam, hadden de Egyptenaren meer arbeidskrachten nodig om de stedenbouw en voedselproductie bij te houden. De oude Egyptenaren gebruikten hiervoor hun eigen (vaak rechteloze) boeren en krijgsgevangenen (zie afbeelding) uit veroverde gebieden.

Griekenland
De Griekse beschaving tijdens de oudheid, wordt vaak gezien als hét voorbeeld voor de moderne beschaving. Toch dacht men in die tijd heel anders dan wij. De oude Grieken zagen slavernij als de normaalste zaak van de wereld. Filosoof Aristoteles meende zelfs dat het natuurlijk was. Volgens hem bestonden er twee typen mensen: mensen met een vrije geest en mensen die geschikt waren voor onderwerping en slavernij. Hij vergeleek een slaaf met 'een os in menselijke vorm’. Maar het was niet zo dat slaven in het oude Griekenland geen rechten hadden. De meeste activiteiten, op politiek na, waren vrij toegankelijk voor slaven. Slaven konden dan ook best aanzien hebben.


"Wanneer een slaaf tegen zijn meester zegt: 'Jij bent niet mijn meester', dan zal hij daarvoor worden bestraft met het afsnijden van een oor.”

Slide 41 - Tekstslide

Oudheid:
Al sinds er grote groepen mensen samenleven, bestaat slavernij. Rond 3000 v. Chr. ontstonden de eerste steden rondom voedselrijke rivieren zoals de Eufraat en de Tigris (Mesopotamië; Irak, Iran), de Nijl (Egypte), de Indus (India, Pakistan) en de Gele rivier (China). Slaven werden ingezet als huisslaaf of boer. Mensen werden slaaf in ruil voor voedsel en/of onderdak, of omdat zij een schuld moesten afbetalen. We weten over slavernij tijdens de prehistorie nog niet heel veel, omdat er nauwelijks bronnen zijn uit die tijd die ons iets over slavernij vertellen. Maar wel dát er slavernij bestond, zo bewijst het oudste wetboek ter wereld:

"Wanneer een slaaf tegen zijn meester zegt: 'Jij bent niet mijn meester', dan zal hij daarvoor worden bestraft met het afsnijden van een oor.”

Uit: Het wetboek van Hammurabi (een koning uit Mesopotamië) (ca. 1780 v. Chr.).

Egypte:
Ook in het oude Egypte (ca. 3000 v. Chr. - 300 v. Chr.) gebruikte men slaven. De verschillen tussen het werk dat slaven moesten doen, waren groot. Onderzoek uit 2014 naar oude papyrusrollen met daarop hiërogliefenschrift, vertelt ons dat er mensen waren die zelfs betaalden voor een baan als tempelslaaf. Daarmee ontkwamen ze aan veel zwaarder werk als slaaf in de bouw of mijnen.

Toen de bevolking groeide en het aantal steden toenam, hadden de Egyptenaren meer arbeidskrachten nodig om de stedenbouw en voedselproductie bij te houden. De oude Egyptenaren gebruikten hiervoor hun eigen (vaak rechteloze) boeren en krijgsgevangenen (zie afbeelding) uit veroverde gebieden.

Griekenland
De Griekse beschaving tijdens de oudheid, wordt vaak gezien als hét voorbeeld voor de moderne beschaving. Toch dacht men in die tijd heel anders dan wij. De oude Grieken zagen slavernij als de normaalste zaak van de wereld. Filosoof Aristoteles meende zelfs dat het natuurlijk was. Volgens hem bestonden er twee typen mensen: mensen met een vrije geest en mensen die geschikt waren voor onderwerping en slavernij. Hij vergeleek een slaaf met 'een os in menselijke vorm’. Maar het was niet zo dat slaven in het oude Griekenland geen rechten hadden. De meeste activiteiten, op politiek na, waren vrij toegankelijk voor slaven. Slaven konden dan ook best aanzien hebben.


Slide 42 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 43 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 44 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 45 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

LINKS (LINKERHAND) = ja

RECHTS (RECHTERHAND) = nee

Slide 46 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 47 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 48 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 49 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 50 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 51 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 52 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Afrika, Azië en Amerika
  • Slavernij was 'normaal'.
  • Slavernij onderdeel van de cultuur
  • Slaven verkregen vanuit eigen bevolking; via oorlogsbuit, armoede of geboorte. 
West-Europa
  • Slavernij was 'abnormaal'.
  • Slavernij al in de Middeleeuwen afgeschaft
  • Slaven verkregen vanuit andere culturen. Door ze te kopen. 

Slide 53 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk
lezen en leren bladzijde 90 t/m 93

Slide 54 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies