Zuid-Amerika: Natuurlijke hulpbronnen + Herhaling klimaat

Zuid-Amerika: Natuurlijke hulpbronnen
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo, mavo, havo, vwoLeerjaar 1-6

In deze les zitten 22 slides, met tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Zuid-Amerika: Natuurlijke hulpbronnen

Slide 1 - Tekstslide

Hoe zit het met jullie begrippenkennis?

Slide 2 - Tekstslide

Weekplenda
Week 1
Week 2
Week 3
Week 4
Week 5
Week 6
Week 7
Dimensies van globalisering

Tijd-ruimte compresisie
Geschiedenis van globalisering

indicatoren
Stedelijke knooppunten

Stedelijke gebieden VS
Zuid-Amerika algemeen

Fysische kenmerken
Natuurlijke hulpbronnen

sociaal-geografische kenmerken
Economische kenmerken

politieke kenmerken
Herhalings-
week
Globalisering
Zuid-Amerika
SO
SO

Slide 3 - Tekstslide

Programma van vandaag 
  • Korte uitleg natuurlijke hulpbronnen

  • Extra uitleg klimaat 
    of
    alvast zelfstandig oefenen 

Slide 4 - Tekstslide

Fysisch-geografische kenmerken
  • klimaat 
  • landschappen
  • platentektoniek

  • natuurlijke hulpbronnen 
Hoe ontstaan natuurlijke hulpbronnen?

Slide 5 - Tekstslide

Belangrijke begrippen
Natuurlijke hulpbronnen = Producten uit de natuur die mensen goed kunnen gebruiken.

Delfstoffen = Grond- en brandstoffen die je uit de aarde haalt 

Ersten = Gesteente waaruit nuttige en economisch interessante stoffen kunnen worden gewonnen (vb. bauxiet en ijzererts worden uit ersten gehaald in Z-A) 

Mineralen = zoals koper en goud

Fossiele energiebron
= Brandstoffen die in miljoenen jaren gevormd zijn uit resten van afgestorven planten, bomen en dieren (vb: aardgas, aardolie en steenkool).


Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Natuurlijke hulpbronnen
Vindplaats fossiele energiebronnen en
mineralen staat in directe relatie met
geologie
Let op, deze kaart is niet gedetailleerd en daardoor ook niet helemaal compleet

Slide 8 - Tekstslide

Manieren van ertsvorming 1
Ertsvorming door 
stolling van magma
bv. goud, koper en lood




Slide 9 - Tekstslide

Manieren van ertsvorming 2
Ertsvorming door sedimentatie (en verwering en erosie): 

  • bauxiet: chemische verwering van basalt of gneis onder tropische omstandigheden 

  • ijzererts: oude zeeafzettingen ondergaan een metamorfose door druk lagen erboven



Slide 10 - Tekstslide

Voor je SE / CE
Combineer kennis van ontstaan natuurlijke hulpbronnen met sociale / poltieke vraagstukken! 

Voordelen en nadelen? 

Slide 11 - Tekstslide

Keuzemoment
  • Zelfstandig werken:
    - Lees paragraaf 1.4 uit De Geo en maak de schetsopdracht 
    - Maak de doorsnede van lijn A - B om de vraag te beantwoorden:
    Wat is de samenhang tussen het geologisch landschap en het  voorkomen van delfstoffen, aardolie en aardgas in Zuid-Amerika? 

  • Doe mee met herhaling klimaat 

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Herhaling klimaat
Het klimaat wordt beinvloed door de klimaatfactoren:
  • breedteligging
  • hoogteligging
  • ligging van bergen 
  • ligging ten opzichte van zeestromen
  • type oppervlak (land/zee)

Slide 14 - Tekstslide

Klimaat
Klimaatfactoren met veel invloed in Z-A:
  • breedteligging
  • ligging ten opzichte van de Andes 
    (of in Brazilie kustgebergte)
  • invloed van zee- en windstromen 

Slide 15 - Tekstslide

Klimaatfactoren:
  • breedteligging
  • ligging ten opzichte van de Andes
(of in Brazilie kustgebergte)
  • invloed van zee- en windstromen 
1
2
3
4
5

Slide 16 - Tekstslide

Klimaat
Tropen
- opstijgende lucht, veel neerslag
- onder invloed van ITCZ (regengebieden verschuiven)
Westen
- invloed van oceaan minder door Andes, aflandige winden.
- koude zeestroom
Oosten
- aanlandige passaat, grote invloed van oceaan
- kustgebergte Brazilië (stuwingsregens)
- warme zeestromen
Zuiden
- langs oostkust geen bergen, aanlandige wind
- langs oostkust koude zeestroom 
- Wind komt van andere kant

Slide 17 - Tekstslide

Oefenvraag

Slide 18 - Tekstslide

Orkanen

Slide 19 - Tekstslide

Orkanen
  • Orkanen = tropische storm. Minimaal windkracht 12  op de schaal van Beaufort
  • ontstaat boven warm zeewater van minimaal 27 °C.
     warmste periode in het jaar (meestal aan het eind van de zomer). 

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Video

Zelfstandig werken

Slide 22 - Tekstslide