In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Stijlfouten: Herken en vermijd ze
Slide 1 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Leerdoel
Aan het einde van deze les weet je wat stijlfouten zijn en kun je vijf veelvoorkomende stijlfouten herkennen en vermijden.
Slide 2 - Tekstslide
Leg aan het begin van de les uit wat de leerlingen aan het eind van de les moeten weten en kunnen.
Wat weet jij al over stijlfouten?
Slide 3 - Woordweb
Deze slide heeft geen instructies
Wat zijn stijlfouten?
Stijlfouten zijn fouten in de taal die niet te maken hebben met spelling of grammatica, maar met de manier waarop zinnen zijn geformuleerd.
Slide 4 - Tekstslide
Geef een duidelijke definitie van stijlfouten en leg uit dat het gaat om fouten in de formulering van zinnen.
Stijlfout 1: Tangconstructie
Een tangconstructie ontstaat wanneer er teveel informatie tussen twee zinsdelen wordt geplaatst, waardoor de zin moeilijk te begrijpen is.
Slide 5 - Tekstslide
Leg uit wat een tangconstructie is en geef een voorbeeld. Laat de leerlingen vervolgens zelf een zin bedenken met een tangconstructie.
Stijlfout 2: Contaminatie
Een contaminatie ontstaat wanneer twee woorden of uitdrukkingen door elkaar gehaald worden. Dit kan leiden tot onjuist taalgebruik.
Slide 6 - Tekstslide
Leg uit wat een contaminatie is en geef een voorbeeld. Laat de leerlingen vervolgens zelf een zin bedenken met een contaminatie.
Stijlfout 3: Pleonasme
Een pleonasme is een stijlfout waarbij een eigenschap of kenmerk van een woord dubbelop wordt benoemd.
Slide 7 - Tekstslide
Leg uit wat een pleonasme is en geef een voorbeeld. Laat de leerlingen vervolgens zelf een zin bedenken met een pleonasme.
Stijlfout 4: Tautologie
Een tautologie is een stijlfout waarbij twee woorden of uitdrukkingen met dezelfde betekenis achter elkaar worden gebruikt.
Slide 8 - Tekstslide
Leg uit wat een tautologie is en geef een voorbeeld. Laat de leerlingen vervolgens zelf een zin bedenken met een tautologie.
Stijlfout 5: Foutieve beknopte bijzin
Een foutieve beknopte bijzin is een zin waarin het onderwerp van de bijzin niet overeenkomt met het onderwerp van de hoofdzin.
Slide 9 - Tekstslide
Leg uit wat een foutieve beknopte bijzin is en geef een voorbeeld. Laat de leerlingen vervolgens zelf een zin bedenken met een foutieve beknopte bijzin.
Oefenen met stijlfouten
Laat de leerlingen in tweetallen een tekst schrijven waarin ze minstens drie stijlfouten verwerken. Bespreek de teksten klassikaal en laat de leerlingen elkaars stijlfouten verbeteren.
Slide 10 - Tekstslide
Geef de leerlingen de opdracht om in tweetallen een tekst te schrijven en stijlfouten te verwerken. Zorg dat er genoeg tijd is om de teksten te bespreken en te verbeteren.
Samenvatting
Stijlfouten zijn fouten in de formulering van zinnen. Er zijn vijf veelvoorkomende stijlfouten: de tangconstructie, contaminatie, pleonasme, tautologie en foutieve beknopte bijzin. Door te oefenen met stijlfouten kun je ze herkennen en vermijden.
Slide 11 - Tekstslide
Vat de belangrijkste punten van de les nog eens samen en benadruk het belang van oefenen met stijlfouten.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.
Slide 12 - Open vraag
De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.
Slide 13 - Open vraag
De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.
Slide 14 - Open vraag
De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.