Tekstverband: Tijdsvolgorde
Tijdsvolgorde, chronologie: Ik ga de woonkamer opruimen, later ruim ik de zolder op. Je geeft aan wat er gebeurt in een bepaalde volgorde, vaak in chronologie van wat er eerst gebeurde naar wat er toen/als laatste gebeurde.
Signaalwoorden: First, Then, Later, Afterwards, During, While, After that, Finally.
VB: First we went to the shop, then we went for a walk in the park.