Minipresentatie eind chap 1

1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 17 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we deze les doen?

  • Voorbereiden  minipresentatie

Slide 2 - Tekstslide

Hoe zeg je...?
Tu t'appelles comment? (Hoe heet jij?)
Je m'appelle... (Ik heet ...)

Tu habites où? (Waar woon je?)
J' habite à ….. (Ik woon in ...)

Slide 3 - Tekstslide

Hoe zeg je...?
Tu as des frères ou des sœurs? (Heb je broers of zussen?)
Tu as un frère? (Heb je een broer?)
Oui, j'ai un frère. (Ja, ik heb een broer.)
 Il s'appelle Michel. (Hij heet Michel.)

Tu as une sœur? (Heb je een zus?)
Oui, j'ai une sœur. (Ja ik heb een zus.)
Elle s'appelle Yvonne. (Zij heet Yvonne.)

Slide 4 - Tekstslide

Hoe zeg je...?
Heb je meerdere broers of zussen:

J'ai ....... frères / sœurs.
Il s'appelle ... > Ils s'appellent .... et .... De uitspraak blijft hetzelfde.

Elle s'appelle ... > Elles s'appellent ... et ... .

Slide 5 - Tekstslide

Hoe zeg je...?
Tu as quel âge? of Quel âge as-tu? (Hoe oud ben je?)

J'ai ....... ans. (Ik ben .... jaar oud.)

Il a ... ans. (Broer)
Elle a ... ans. (Zus)

Slide 6 - Tekstslide

Hoe zeg je...? 
Qu'est-ce que tu aimes? (Waar houd je van?)
J'aime ... le football! 
J'aime ... une pizza! 
J'aime ... les vacances!

Slide 7 - Tekstslide

Salut! of Je m'appelle ... 
Une conversation:
Une invitation:
Je me présente!
Quizlet

De overige werkdoelen uit de portal zijn schrijfvaardigheid.
Begroeten en voorstellen
Getallen 1 t/m 20
Persoonlijk voornaamwoord
Avoir
Woordjes leren

Slide 8 - Tekstslide

Geef antwoord op de volgende vragen.

Slide 9 - Tekstslide

Comment tu t'appelles?
Je ...

Slide 10 - Tekstslide

Tu as quel âge?
J'ai ...

Slide 11 - Tekstslide

Tu habites où?
J'habite ...

Slide 12 - Tekstslide

Tu as des frères ou des soeurs?
J'ai ...

Slide 13 - Tekstslide

Ils s'appellent comment? 
Ton frère? Ta soeur?

Il s'appelle ... / Ils s'appellent ...
Elle s'appelle ... / Elles s'appellent ...

Slide 14 - Tekstslide

Ils ont quel âge? 
Ton frère? Ta soeur?

Il a ... / Ils ont ...
Elle a ... / Elles ont ...
Mon frère a ... / Ma soeur a ...

Slide 15 - Tekstslide

Qu'est-ce que tu aimes?
Waar houd je van?

J'aime ...
Mon hobby est ...

Slide 16 - Tekstslide

Voorbereiden

Je hebt nu alle punten geleerd die je nodig hebt voor een eigen minipresentatie.Schrijf op wat je wilt gaan zeggen. Oefen met een klasgenoot.


Slide 17 - Tekstslide