In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.
Onderdelen in deze les
Afsluiting trede 2
Slide 1 - Tekstslide
Doel 1
Je rekent met natuurlijke getallen tot biljoen, je berekent de wortel en de macht en je gebruikt de bijbehorende begrippen.
Slide 2 - Tekstslide
Dit denk ik bij doel 1
Slide 3 - Woordweb
Slide 4 - Video
Slide 5 - Video
Wat is de wortel van 36?
A
2
B
18
C
6
D
9
Slide 6 - Quizvraag
Wat is de wortel van 225?
Slide 7 - Open vraag
Slide 8 - Open vraag
Doel 2
Je gebruikt de begrippen en de symbolen voor gelijk aan, groter dan, kleiner dan, is niet en is ongeveer. Je rondt getallen af. Je schat antwoorden van opgaven. Je herkent en onbindt priemgetallen. Je berekent de GGD en KGV.
Slide 9 - Tekstslide
Dit denk ik bij doel 2
Slide 10 - Woordweb
Tekst
Is gelijk aan
Is niet gelijk aan.
Is kleiner dan.
Is groter dan.
=
≠
>
<
Slide 11 - Sleepvraag
Slide 12 - Video
Is 26 een priemgetal?
A
Ja
B
Nee
Slide 13 - Quizvraag
Is 11 een priemgetal?
A
Ja
B
Nee
Slide 14 - Quizvraag
Slide 15 - Video
Wat is de priemfactorontbinding van 18?
A
3x6
B
2x9
C
2x3x3
D
1x18
Slide 16 - Quizvraag
Wat betekent GGD?
Slide 17 - Open vraag
Wat betekent KGV?
Slide 18 - Open vraag
Hoe vind ik de GGD van 2 getallen?
A
Ik schrijf alle delers van beide getallen op en ik kijk wat het grootste getal is dat in beide rijtjes staat.
B
Ik schrijf alle veelvouden van beide getallen op en ik kijk wat het grootste getal is dat in beide rijtjes staat.
C
Ik schrijf alle priemgetallen op.
D
Ik doe de twee getallen keer elkaar.
Slide 19 - Quizvraag
kgv(6,10)=
A
2
B
30
C
60
D
120
Slide 20 - Quizvraag
Doel 3
Je gebruikt de voorrangsregels bij optellen, aftrekken, vermenigvuldigen, delen, haakjes, machten en wortels.
Slide 21 - Tekstslide
Dit denk ik bij doel 3
Slide 22 - Woordweb
Slide 23 - Video
Wat is de juiste rekenvolgorde?
Delen
Haakjes
Kwadrateren
Worteltrekken
Vermeniggvuldigen
Optellen
Afhalen
Slide 24 - Sleepvraag
9. Rekenvolgorde: Welke opmerking is juist bij de volgende som?
4 x (5 -2) : 3
A
Je begint met de vermenigvuldiging
B
Je mag alles tegelijk doen
C
Je begint met de haakjes
D
Je begint rechts te rekenen
Slide 25 - Quizvraag
4 + 12 x 2 : (9-6)=
A
8
B
12
C
10,6667
D
14
Slide 26 - Quizvraag
Wat ga je doen om je voor te bereiden op woensdag?