Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1
In deze les zitten 45 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
8.1 Hoe verloren vorsten hun macht?
8.1 Hoe verloren vorsten hun macht
deel 1
Slide 1 - Tekstslide
1. Introductie
2. Leervragen 8.1 (deel 1)
3. Uitleg
4. Werktijd
5. Afsluiting
Planning
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Revolutie
Een grote opstand van een volk. Vaak wordt de oude regering dan afgezet (met geweld).
Slide 4 - Tekstslide
Wat zou voor jou een reden zijn voor een revolutie?
Slide 5 - Open vraag
Leervragen
vertellen welke standen er waren in Frankrijk in de 18e eeuw.
Aan het eind van de les kan je...
vertellen welke rechten en plichten de burgers hadden.
vertellen wat een monarchie is en waarom men een rechtsstaat wilde.
uitleggen waarom de burgers meer inspraak wilden.
Slide 6 - Tekstslide
Tijd van pruiken
Vroeger droegen de rijke mensen in Frankrijk een pruik. Dat straalde uit hoe rijk iemand was, dus hoe groter de pruik hoe rijker je was.
Slide 7 - Tekstslide
Niet iedereen was rijk natuurlijk. De bevolking was verdeeld in drie standen.
Niet iedereen was rijk natuurlijk. De bevolking was verdeeld in 3 standen.
Slide 8 - Tekstslide
Monarchie
In de monarchie moesten de boeren en burgers belasting betalen. Dit was hun plicht. Hierdoor waren ze vaak arm.
Slide 9 - Tekstslide
Koning
Koning Lodewijk XVI wilden dat de burgers nog meer belasting gingen betalen. Dit zodat hij oorlog kon voeren. Hierdoor waren de boeren en burgers erg boos.
Slide 10 - Tekstslide
Nieuwe ideeën
Inwoners uit westerse landen gingen kritisch nadenken. Ze wilden meer vrijheid en gelijkheid.
Slide 11 - Tekstslide
Democratie
Mensen vonden dat burgers ook het recht moesten hebben om zelf wetten te maken. Ze wilden een democratie. Er moest een grondwet komen met daarin de grondrechten.
Slide 12 - Tekstslide
Rechtsstaat
Burgers wilden dat elke stand belasting ging betalen, en dat ze allemaal evenveel vrijheid hadden. Ze wilden een rechtsstaat, waarbij ook de koning zich aan de wet moet houden.
Slide 13 - Tekstslide
Staten-Generaal
De koning riep de Staten-Generaal bijeen om extra geld te vragen aan de burgers. de Burgers wilden dit in ruil voor inspraak. De koning weigerde dit. Hierdoor groeide de ontevredenheid van de burgers.
Slide 14 - Tekstslide
Afsluiting
Slide 15 - Tekstslide
Wanneer was de tijd van tijd van pruiken revoluties?
A
1600-1700
B
1650-1750
C
1700-1800
D
1900-2000
Slide 16 - Quizvraag
Hoe herkende je in de 18e eeuw een rijke man?
A
Grote pruik
B
Kleine pruik
C
Geen pruik
D
Hij was kaal
Slide 17 - Quizvraag
Welke drie standen waren er?
Slide 18 - Open vraag
Maak de juiste combinaties
Bevolkingsgroep met eigen rechten en plichten
Iets wat je moet
Land waarin iedereen zich aan de wet moet houden
Regeringsvorm waarbij de koning de macht heeft
Monarchie
Plicht
Rechtstaat
Stand
Slide 19 - Sleepvraag
grondrechten
Grondwet
Papier waarin all regels en plichten staan van burgers en bestuur
Belangrijke rechten van elke
burger
Wat hoort bij wat
Slide 20 - Sleepvraag
De burgers wilden meer gelijkheid en vrijheid. Hiervoor wilden ze inspraak. Hoe wordt zo'n bestuursvorm genoemd?
A
Democratie
B
Monarchie
C
Dictatuur
D
Rechten
Slide 21 - Quizvraag
8.1 Hoe verloren vorsten hun macht?
Aan de slag
STAP 1
STAP 2
KLAAR ?
Huiswerk!
Maken:
BK: bladzijde 116-117-118
KGT: bladzijde 128-129-130
Hoe?
Alleen
Vraag? Steek je vinger op
Extra oefenen!
BK: bladzijde 114-115
KGT: bladzijde 126-127
Hoe?
Alleen
Vraag? Steek je vinger op
Goed zo!
Laat het zien aan de docent.
Slide 22 - Tekstslide
8.1 Hoe verloren vorsten hun macht?
8.1 Hoe verloren vorsten hun macht
deel 2
Slide 23 - Tekstslide
1. Herhaling
2. Leervragen 8.1 (deel 2)
3. Uitleg
4. Werktijd
5. Afsluiting
Planning
Slide 24 - Tekstslide
Wanneer was de tijd van tijd van pruiken revoluties?
A
1600-1700
B
1650-1750
C
1700-1800
D
1900-2000
Slide 25 - Quizvraag
Hoe herkende je in de 18e eeuw een rijke man?
A
Grote pruik
B
Kleine pruik
C
Geen pruik
D
Hij was kaal
Slide 26 - Quizvraag
Welke drie standen waren er?
Slide 27 - Open vraag
Maak de juiste combinaties
Bevolkingsgroep met eigen rechten en plichten
Iets wat je moet
Land waarin iedereen zich aan de wet moet houden
Regeringsvorm waarbij de koning de macht heeft
Monarchie
Plicht
Rechtstaat
Stand
Slide 28 - Sleepvraag
De burgers wilden meer gelijkheid en vrijheid. Hiervoor wilden ze inspraak. Hoe wordt zo'n bestuursvorm genoemd?
A
Democratie
B
Monarchie
C
Dictatuur
D
Rechten
Slide 29 - Quizvraag
Leervragen
vertellen wat het begin was van de Franse revolutie.
Aan het eind van de les kan je...
vertellen wat het nieuwe bestuur was.
vertellen hoe Frankrijk een republiek werd.
uitleggen wie Napoleon is en wat voor wetten hij doorvoerde.
Slide 30 - Tekstslide
Op 14 juli 1789 bestormden de Parijse burgers de Bastille, een gebouw dat werd gebruikt als gevangenis. De Franse revolutie was uitgebroken.
Slide 31 - Tekstslide
De Franse revolutie
De revolutionairen namen de macht over. Lodewijk mocht koning blijven maar had geen macht meer.
Slide 32 - Tekstslide
Het nieuwe bestuur was de nationale vergadering. Zij schaften de rechten van de adel en geestelijken af. Ook mochten burgers nu meepraten over het bestuur. Zo werd de Franse Revolutie een democratische revolutie.
Slide 33 - Tekstslide
Lodewijk XVI
De koning wilde het land ontvluchten in 1792. De burgers zetten hem af als koning, Frankrijk werd hierdoor een republiek. Lodewijk werd vervolgens onthoofd met een guillotine.
Slide 34 - Tekstslide
Napoleon
In 1799 nam Napoleon Bonaparte de macht over. In 1804 kroonde hij zichzelf tot keizer. Hij voerde nieuwe wetten door. Er waren geen standen meer en iedereen was voor de wet gelijk. Ook zorgde hij voor scheiding van de kerk en staat.
Slide 35 - Tekstslide
Slide 36 - Video
Napoleon wilde zijn ideeën verspreiden. Dit deed hij door landen te veroveren. Ook de republiek der zeven verenigde Nederlanden kwam zo in handen van Napoleon. In 1815 werd hij verslagen.
Slide 37 - Tekstslide
Afsluiting
Slide 38 - Tekstslide
Waarmee startte de Franse revolutie?
A
Burgeroorlog
B
de bestorming van de Bastille
C
Ontevredenheid van de adel
D
Ontevredenheid van de geestelijken
Slide 39 - Quizvraag
Waarmee eindigde de Franse Revolutie?
A
Napoleon greep de macht
B
Napoleon won een oorlog voor Frankrijk
C
De koning kwam weer aan de macht
D
.
Slide 40 - Quizvraag
De Franse Revolutie begon in
A
1748
B
1776
C
1789
D
1795
Slide 41 - Quizvraag
Wat was het nieuwe bestuur na de Franse Revolutie?