4.3 Moleculaire stoffen mengen

Vandaag
Klik op de link in Teams
Met behulp van deze lessonup ga je ZELFSTANDIG;

  • Samenvattingen 4.1 en 4.2 maken volgens de Cornell-methode

  • Zelfstandig instructie 4.3 doorlopen

  • Opdrachten maken 4.3
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Vandaag
Klik op de link in Teams
Met behulp van deze lessonup ga je ZELFSTANDIG;

  • Samenvattingen 4.1 en 4.2 maken volgens de Cornell-methode

  • Zelfstandig instructie 4.3 doorlopen

  • Opdrachten maken 4.3

Slide 1 - Tekstslide

Opdracht 1

Bekijk de video over hoe je samenvattingen maakt.
(Deze methode is wetenschappelijk bewezen dat deze werkt!)


Maak vervolgens van paragraaf 4.1 en 4.2 de samenvattingen.

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Opdracht 2

Volg de instructie en checkvragen over 4.3 in deze lessenup.


Slide 4 - Tekstslide

H4: Moleculaire Stoffen
4.1 Vanderwaals bindingen
4.2 Waterstofbruggen 
→ 4.3 Moleculaire Stoffen mengen ←
4.4 Percentage, ppm en ppb

Slide 5 - Tekstslide

Leerdoelen
  1. Je weet wanneer stoffen hydrofoob en hydrofiel zijn en kunt dit op microniveau uitleggen. 

  2. Je kunt de oplosbaarheid van stoffen in water voorspellen op basis van de structuurformule. 

Slide 6 - Tekstslide

Terugblik waterstofbruggen
  1. Teken tweemaal de structuurformule van propeen, C3H6.
  2. Geef aan welke bindingen tussen en in de twee moleculen voorkomen.
  3. Herhaal opdracht 1 en 2, maar dan met methanol, CH4O.

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Waterstofbruggen tussen de OH-groepen (O naar H)

Slide 9 - Tekstslide

Soorten bindingen
  • Rood = voorbeelden van polaire atoombingen (OH-, of NH-binding) in molecuul
  • Geel = voorbeeld van een (a-polaire) atoombinding (CH-binding) in molecuul
  • Rood = waterstofbrug (- - - ) tussen moleculen
  • VanderWaalsbinding (kun je niet tekenen) tussen moleculen 

Slide 10 - Tekstslide

Hydrofiel en hydrofoob
  • Hydros = water
  • Filos = liefde
  • Fobos = angst

Hydrofiele stoffen mengen goed met hydrofiele stoffen en lossen goed op in water
Hydrofobe stoffen mengen goed met hydrofobe stoffen en lossen niet goed op in water
Voor oplosbaarheid geldt:
Soort zoekt soort

Slide 11 - Tekstslide

Wanneer hydrofiel?
  • Hydrofiel als: 1 of meer OH- of NH-bindingen (voor H-bruggen)
    en de rest van het molecuul is niet te groot 

  • Niet te groot = maximaal een staart van 4 C's voor 1 OH-, of NH-groep

  • Alle andere moleculen zijn hydrofoob

Slide 12 - Tekstslide

Lost deze stof op in water?
A
ja
B
nee

Slide 13 - Quizvraag

Lost deze stof op in water?
A
ja
B
nee

Slide 14 - Quizvraag

Lost deze stof op in water?
A
ja
B
nee

Slide 15 - Quizvraag

Aan de slag!
Bekijk de paragraaf ook nog even in je boek.
Check vooral even goed de afbeeldingen.

Maak de opdrachten; 20, 25, 27, 29, 30, 34, 37
Maak eventueel de extra opdrachten; 31, 35

Je mag ook een samenvatting maken volgens de Cornell methode van 4.3

Slide 16 - Tekstslide