H2A herhaling toetsstof

herhalen toets-stof
somkracht tekenen
geluidssnelheid en ...
20 dia's vragen
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
naskMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

herhalen toets-stof
somkracht tekenen
geluidssnelheid en ...
20 dia's vragen

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Link

Hoe kan ik / wat heb ik nodig om
in deze tekening de grootte van de
nettokracht te bepalen?

Slide 3 - Open vraag

bepaal nettokracht
voor deze situatie
A
26000 N
B
161 N
C
220 N
D
60 N

Slide 4 - Quizvraag

1 hokje ≙ 100 N. Hoe groot is de somkracht?
A
100 N
B
300 N
C
430 N
D
540 N

Slide 5 - Quizvraag

Hoe heet het gedeelte van de geluidsbox welke we de geluidsbron noemen?
A
De trilplaat
B
de spoel
C
de conus
D
de stemband

Slide 6 - Quizvraag


Wat is de geluidsnelheid van geluid door zeewater, Je hoeft de geluidssnelheid niet uit je hoofd te leren.
A
343 m/s
B
1480 m/s
C
1510 m/s
D
1280 m/s

Slide 7 - Quizvraag

Op welke manier versterkt een geluidsinstallatie geluid?
A
Met een klankkast
B
Elektrisch

Slide 8 - Quizvraag

Wat produceert een geluidsgolf zodat je geluid hoort?
A
Geluidsprikkels
B
Trillingen

Slide 9 - Quizvraag

Geluid ontstaat als een geluidsbron trillingen veroorzaakt.

Wat is geen geluidsbron?


A
de stembanden
B
een luidspreker
C
een motor
D
het trommelvlies

Slide 10 - Quizvraag

Welke geluid heeft een hogere toon?
A
Geluid 1
B
Geluid 2
C
Allebei even hoog

Slide 11 - Quizvraag

De geluidssnelheid is het grootst in?
A
Vaste stoffen
B
Vloeistoffen
C
Gassen

Slide 12 - Quizvraag

wat is de formule voor de geluidssnelheid
A
s=v x t
B
v=s x t
C
t=v x s

Slide 13 - Quizvraag

Ik wil een hogere toon maken met een gitaarsnaar. Wat moet ik doen?
A
Een dunnere snaar aanslaan
B
De snaar langer maken
C
De spanning op de snaar verlagen
D
Geen van deze methoden werkt

Slide 14 - Quizvraag

Hoe zie je dat een toon hoger is?
A
de bergen en dalen worden groter
B
de bergen en dalen worden kleiner
C
de toon heeft meer trillingen
D
de toon heeft minder trillingen

Slide 15 - Quizvraag

Je hoort een hogere toon als iets ....?
A
Niet trilt
B
Langzamer trilt
C
Sneller trilt
D
Traag trilt

Slide 16 - Quizvraag

Wat is het verschil tussen deze twee tonen?
A
Links is een lagere toon dan rechts
B
Links is een zachtere toon dan rechts
C
Links is een hogere toon dan rechts
D
Links is een hardere toon dan rechts

Slide 17 - Quizvraag

Wat is het verschil tussen deze twee tonen?
A
Links is een lagere toon dan rechts
B
Links is een zachtere toon dan rechts
C
Links is een hogere toon dan rechts
D
Links is een hardere toon dan rechts

Slide 18 - Quizvraag

Onder water vindt op 30 km afstand van een duiker een explosie plaats. Na hoeveel seconde hoort de duiker de explosie. De geluidssnelheid in zeewater is 1500 m/s.
A
0,02 s
B
20 s
C
20 ms
D
50 s

Slide 19 - Quizvraag

Een vleermuis zendt geluiden uit om zijn prooi te lokaliseren. Na 0,03 s hoort de vleermuis de echo. Bereken de afstand tussen de prooi en de vleermuis. vgeluid=343 m/s
A
10,3 m
B
114 m
C
5,1 m
D
0,87 m

Slide 20 - Quizvraag

Vragen
Teken een kracht van 30 N naar rechts (1 cm = 5 N)
Teken een kracht die in hetzelfde punt begint en onder een hoek staat van 30 graden. Deze kracht is 20 N groot.

Bereken met een tekening de nettokracht

Slide 21 - Tekstslide