dinsdag 4 april

dinsdag 4 april
Taal Compleet / spreek-oefeningen A1 of 
modale werkwoorden A2

Lees Mee les 4 verder werken. Tekst lezen in tweetallen



1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2Middelbare schoolvmbo lwoo, b, kLeerjaar 1

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 58 min

Onderdelen in deze les

dinsdag 4 april
Taal Compleet / spreek-oefeningen A1 of 
modale werkwoorden A2

Lees Mee les 4 verder werken. Tekst lezen in tweetallen



Slide 1 - Tekstslide

gebrek hebben aan
genoeg, voldoende
een overvloed aan

Slide 2 - Tekstslide

huisje, boompje, beestje = een gewoon leven

handen thuishouden!

Slide 3 - Tekstslide

met de deur in huis vallen = 
direct zeggen wat je wilt
een echte huismus =
iemand die graag thuis is

Slide 4 - Tekstslide

Eigen haard is goud waard
Je eigen huis is het beste.
Elk huisje heeft zijn kruisje
Iedereen heeft zijn eigen problemen

Slide 5 - Tekstslide

Ergens kind aan huis zijn =ergens vaak komen
grote stappen, snel thuis =
iets te snel doen

Slide 6 - Tekstslide


A
de aankondiging
B
de advertentie
C
de spelregels
D
het rooster

Slide 7 - Quizvraag

Wat is dit?
A
de advertentie
B
het rooster
C
het voorschrift
D
de spelregels

Slide 8 - Quizvraag

Filmpje over zinnen maken
werkwoorden
modale werkwoorden:
moeten, willen, kunnen, zullen, mogen
Bij deze werkwoorden is altijd een ander werkwoord nodig in de zin 

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

anders dan andere werkwoorden 
geen t extra bij hij/zij/jij
ik moet                       ik mag                           ik zal                 ik wil 
hij/jij/zij moet          jij/zij/hij mag             jij/hij/zij zal     hij/zij/jij wil
wij moeten              wij mogen                   wij zullen          wij willen

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Maak een goede zin:
willen kopen

Slide 13 - Open vraag

maak een goede zin:

het meisje mogen










maak een goede zin:
morgen ?
het meisje kopen Zal een nieuwe jas morgen


Slide 14 - Open vraag

maak een zin met
kunnen studeren

Slide 15 - Open vraag