3BB 3E Hoofdstuk 5 herhalen Mening argument conclusie

3E, goedemorgen!
Wat gaan we doen?
  1. Voorlezen
  2. Huiswerk nakijken
  3. Mededelingen
  4. Herhalen: mening, argument, conclusie
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

3E, goedemorgen!
Wat gaan we doen?
  1. Voorlezen
  2. Huiswerk nakijken
  3. Mededelingen
  4. Herhalen: mening, argument, conclusie

Slide 1 - Tekstslide

Herhalen:
ik kan met behulp van signaalwoorden meningen, argumenten en conclusies herkennen en begrijpen

(lezen H5 blz 156 )

Slide 2 - Tekstslide

Staat hier een feit, mening of argument?

Omdat hij goede standpunten heeft.
A
Feit
B
Mening
C
Argument

Slide 3 - Quizvraag

Welk signaalwoord kondigt een argument aan?
A
namelijk
B
omdat
C
dus
D
concluderend

Slide 4 - Quizvraag

Feit, mening of argument?
Ik vind dat ieder kind voor een huisdier moet zorgen.
A
Mening
B
Argument
C
Feit

Slide 5 - Quizvraag

Feit, mening of argument
'Omdat ze zo leren verantwoordelijkheid te nemen.'
A
Feit
B
Argument
C
Mening

Slide 6 - Quizvraag

Staat hier een feit, mening of argument?

Jesse Klaver moet de nieuwe minister president worden.
A
Feit
B
Mening
C
Argument

Slide 7 - Quizvraag

Staat hier een feit, mening of argument?

Nederlands is het leukste vak op school.
A
Feit
B
Mening
C
Argument

Slide 8 - Quizvraag

Staat hier een feit, mening of argument?

Ik vind 'The Cell' een spannende film.
A
Feit
B
Mening
C
Argument

Slide 9 - Quizvraag

Staat hier een feit, mening of argument?

Morgen moet ik naar de tandarts.
A
Feit
B
Mening
C
Argument

Slide 10 - Quizvraag

Jip zegt: "Ik speel in het beste team!"
Sven zegt: "Want wij hebben de beste verdediging!
A
Jip: mening Sven: mening
B
Jip: argument Matthijs: argument
C
Jip: argument Sven: mening
D
Jip: mening Sven: argument

Slide 11 - Quizvraag

Standpunt of argument?
Omdat oude auto's heel vervuilend zijn, mogen ze niet meer in het centrum komen.

Omdat oude auto's heel vervuilend zijn is een ...
A
standpunt
B
argument

Slide 12 - Quizvraag

Wat zijn géén signaalwoorden voor een argument?
A
omdat - want
B
namelijk - immers
C
aangezien - bovendien
D
echter - daarentegen

Slide 13 - Quizvraag

Kijk naar onderstaande zin en kies het juiste antwoord:
want de docent is erg leuk.
A
Feit
B
Mening
C
Argument

Slide 14 - Quizvraag