3M 3.4 Banken en beleggen

Welkom
Ga zitten volgens de plattegrond.
Op tafel: etui, boek, schrift, rekenmachine en wisbordje
Maak de startopdracht zelfstandig in stilte.
Klaar? Lees de leerteksten van 5.3.
timer
5:00
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 4

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welkom
Ga zitten volgens de plattegrond.
Op tafel: etui, boek, schrift, rekenmachine en wisbordje
Maak de startopdracht zelfstandig in stilte.
Klaar? Lees de leerteksten van 5.3.
timer
5:00

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag
  • Voorkennis
  • Uitleg geld
  • Toepassen
  • Uitleg banken
  • Toepassen
  • Afsluiting

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Ik kan de reken
  • Ik kan uitleggen hoe banken bemiddelen tussen vraag en aanbod van geld.


Slide 3 - Tekstslide

Voorkennis

Slide 4 - Tekstslide

Noem de drie geldfuncties.

Slide 5 - Open vraag

Uitleg

Slide 6 - Tekstslide

Begrip
Directe ruil
Indirecte ruil
Ruilen met ruilmiddel.

Slide 7 - Tekstslide

Geldfuncties

Slide 8 - Tekstslide

Geld

Slide 9 - Tekstslide

Debetsaldo
Negatief saldo. Debetrente betalen.
Creditsaldo
Positief saldo. Creditrente ontvangen.

Slide 10 - Tekstslide

Pak je wisbordje

Slide 11 - Tekstslide

Is betalen met een pinpas een vorm van directe ruil of van indirecte ruil? Geef een argument voor je keuze.

Slide 12 - Open vraag

Wat is chartaal geld?
A
Geld dat bestaat uit bankbiljetten en munten
B
Geld dat op je bankrekening staat, plus munten en bankbiljetten
C
Geld dat op je betaalrekening staat
D
Geld dat op je spaarrekening staat

Slide 13 - Quizvraag

Van welke functie van geld is sprake je
diverse offertes opvraagt voor een verbouwing?
A
Ruilmiddel
B
Rekenmiddel
C
Spaarmiddel

Slide 14 - Quizvraag

Uitleg

Slide 15 - Tekstslide

Banken
Bemiddelen tussen vraag naar geld en aanbod van geld.

Slide 16 - Tekstslide

Denken-delen-uitwisselen
Veel huishoudens hebben behalve spaargeld ook schulden, omdat zij voor hun koophuis geld hebben geleend. Met spaargeld kunnen ze deze lening voor een deel aflossen.
Leg uit dat huishoudens financieel voordeel kunnen behalen door de hypothecaire lening (voor een deel) af te lossen met spaargeld. Gebruik in je antwoord de begrippen: te ontvangen rentepercentage en te betalen rentepercentage.
timer
2:00

Slide 17 - Tekstslide

Economische kringloop

Slide 18 - Tekstslide

ECB
Prijsstabiliteit (waarde euro bewaken)

Slide 19 - Tekstslide

Pak je wisbordje

Slide 20 - Tekstslide

Banken bemiddelen tussen de vraag naar geld en het aanbod van geld. De banken betalen het …(1)… (lagere / hogere) spaarrentepercentage aan de spaarders en ontvangen het …(2)… (lagere / hogere) leenrentepercentage van de leners.

Slide 21 - Open vraag