1.2 Opbouw van een presentatie

1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

welke tips heb je vorige week gegeven over de presentatie?

Slide 3 - Woordweb

Hoe zorg je voor een goede samenhang in je presentatie?

Slide 4 - Open vraag

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Waar staat deze zin?
'Kortom, een eigen bedrijf opstarten is niet makkelijk, maar zeker niet onmogelijk'.

A
inleiding
B
kern
C
slot

Slide 7 - Quizvraag

Waar staat deze zin?
'Kortom, een eigen bedrijf opstarten is niet makkelijk, maar zeker niet onmogelijk'.

A
inleiding
B
kern
C
slot

Slide 8 - Quizvraag

Waar staat deze zin?
'Eventuele vragen kunt u aan het eind van mijn presentatie stellen'.


A
inleiding
B
kern
C
slot

Slide 9 - Quizvraag

Waar staat deze zin?
'In deze presentatie ga ik uitleggen welke veiligheidsmaatregelen in de garage belangrijk zijn en waarom'.


A
inleiding
B
kern
C
slot

Slide 10 - Quizvraag

Waar staat deze zin?
'Naast de genoemde voordelen van een windmolen bij je bedrijf zijn er ook nadelen te noemen'.


A
inleiding
B
kern
C
slot

Slide 11 - Quizvraag

Waar staat deze zin?
'Heel veel kinderen willen als ze klein zijn sheriff of politie worden. Ik wilde dat ook, maar bij mij is het eigenlijk altijd zo gebleven. Ik ga u vertellen wat mij zo leuk lijkt aan dit beroep'.


A
inleiding
B
kern
C
slot

Slide 12 - Quizvraag

A. Ik ga een presentatie houden over kraanwater.
B. Water is belangrijk. Daarom ga ik iets vertellen over kraanwater.
C. Het lijkt alsof bronwater gezonder is dan kraanwater. Maar is dat ook zo? Hier ga ik over vertellen.

Slide 13 - Open vraag

A. Dit was mijn presentatie. Zijner vragen?
B. Bronwater is misschien lekkerder dan kraanwater, maar het is echt onzin dat het gezonder is.
C. Steeds meer mensen drinken dus bronwater. Hebben jullie nog vragen?

Slide 14 - Open vraag

Slide 15 - Tekstslide