In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
welke tips heb je vorige week gegeven over de presentatie?
Slide 3 - Woordweb
Hoe zorg je voor een goede samenhang in je presentatie?
Slide 4 - Open vraag
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Waar staat deze zin? 'Kortom, een eigen bedrijf opstarten is niet makkelijk, maar zeker niet onmogelijk'.
A
inleiding
B
kern
C
slot
Slide 7 - Quizvraag
Waar staat deze zin? 'Kortom, een eigen bedrijf opstarten is niet makkelijk, maar zeker niet onmogelijk'.
A
inleiding
B
kern
C
slot
Slide 8 - Quizvraag
Waar staat deze zin? 'Eventuele vragen kunt u aan het eind van mijn presentatie stellen'.
A
inleiding
B
kern
C
slot
Slide 9 - Quizvraag
Waar staat deze zin? 'In deze presentatie ga ik uitleggen welke veiligheidsmaatregelen in de garage belangrijk zijn en waarom'.
A
inleiding
B
kern
C
slot
Slide 10 - Quizvraag
Waar staat deze zin? 'Naast de genoemde voordelen van een windmolen bij je bedrijf zijn er ook nadelen te noemen'.
A
inleiding
B
kern
C
slot
Slide 11 - Quizvraag
Waar staat deze zin? 'Heel veel kinderen willen als ze klein zijn sheriff of politie worden. Ik wilde dat ook, maar bij mij is het eigenlijk altijd zo gebleven. Ik ga u vertellen wat mij zo leuk lijkt aan dit beroep'.
A
inleiding
B
kern
C
slot
Slide 12 - Quizvraag
A. Ik ga een presentatie houden over kraanwater. B. Water is belangrijk. Daarom ga ik iets vertellen over kraanwater. C. Het lijkt alsof bronwater gezonder is dan kraanwater. Maar is dat ook zo? Hier ga ik over vertellen.
Slide 13 - Open vraag
A. Dit was mijn presentatie. Zijner vragen? B. Bronwater is misschien lekkerder dan kraanwater, maar het is echt onzin dat het gezonder is. C. Steeds meer mensen drinken dus bronwater. Hebben jullie nog vragen?