Week 50: Tegenstellingen

• Nederlands
• ISK

tegenstellingen

Goedemorgen groep geel

jong

oud

rijk

arm

klein

groot

helder

troebel

aan

uit

zinken

drijven

meer

minder

leeg

vol

rustig

druk

koud

warm

langzaam

snel

veel

weinig

hard

zacht

Tegenovergestelde van jong...

1. Oud
2. Snel
3. Vol
4. Groot

Tegenovergestelde van weinig...

1. minder
2. veel
3. meer
4. Groot

Tegenovergestelde van snel...

1. Druk
2. Aan
3. Groot
4. Langzaam

Tegenovergestelde van rijk...

1. helder
2. warm
3. oud
4. arm

Tegenovergestelde van koud...

1. Zacht
2. Warm
3. Oud
4. Groot

Tegenovergestelde van minder...

1. helder
2. meer
3. Oud
4. Groot

Tegenovergestelde van troebel.

1. Zacht
2. helder
3. langzaam
4. Groot

Wat is het tegenovergestelde van rustig?

Wat is het tegenovergestelde van drijven?

Wat is het tegenovergestelde van vol?

Wat is het tegenovergestelde van hard?

Kan je nog meer tegenstellingen bedenken?

Gesprek

A: De lamp staat uit, kan jij hem  aan zetten?

B: Dat is goed, die kleine of grote lamp?

A: De grote lamp