Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Unit 3 - Writing - Part 3 - False friends + schrijven
1 / 38
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Engels
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 4
In deze les zitten
38 slides
, met
interactieve quizzen
,
tekstslides
en
2 videos
.
Lesduur is:
45 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
- Ik kan gebeurtenissen in het verleden en persoonlijke
ervaringen beschrijven
- Ik kan "false friends" identificeren
Slide 2 - Tekstslide
Ik ben al begonnen met leren
A
Ja, natuurlijk!
B
Oeps, nee...
Slide 3 - Quizvraag
Als je al begonnen bent: Heb je hier nog vragen over?
Als je nog niet begonnen ben: Wat is de reden?
Slide 4 - Open vraag
grammar
1. it
happen
ed
in the past
(past simple)
2. it
has
start
ed
in the past
(present perfect)
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
past simple - when
- it happened in the past and it is over now
- a time is mentioned (in this case always use past simple):
She
was
n't here
yesterday
either
Slide 8 - Tekstslide
past simple - how
verb+ed
happen
ed
irregular verbs: 2nd verb
be -
was
- been
Slide 9 - Tekstslide
present perfect - when
* it has started in the past and still goes on.
I
have known
her for 20 years
* it happened in the past, but the effect is still there.
My phone ... I think I
have lost
it.
Slide 10 - Tekstslide
present perfect - how
has/have + verb-ed (als voltooid deelwoord)
it
has
happen
ed
irregular verbs: has/have + 3rd verb
know - knew -
known
buy - bought - bought
Slide 11 - Tekstslide
questions?
Slide 12 - Tekstslide
Wat zijn False Friends
Sommige Engelse woorden lijken en klinken soms op een Nederlands woord, maar betekenen toch iets heel anders. Je noemt deze woorden false friends.
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Video
Onderscheiden
Hoe herken je nou ´false friends´? Dit kan je oefenen door veel Engels te lezen. Hoe meer bekend je bent met de taal, hoe meer woorden je herkent.
Vaak staat de betekenis van het woord uitgelegd in de zin.
Slide 15 - Tekstslide
Voorbeelden
Nederlands
Juiste vertaling
Engels
Juiste vertaling
braaf
well-behaved
brave
dapper
eekhoorn
squirrel
acorn
eikel
mening
opinion
meaning
betekenis
brutaal
cheeky
brutal
wreed
slimme
smart
slim
slank
Slide 16 - Tekstslide
Voorbeelden
Nederlands
Juiste vertaling
Engels
Juiste vertaling
rare vogel
strange fellow
rare bird
zeldzame vogel
fabriek
factory
fabric
stof
mug
mosquito
mug
beker
recept
prescription
receipt
bonnetje
bureau
desk
bureau
kantoor, afdeling
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Video
Can you bid to god?
A
Yes
B
No
Slide 19 - Quizvraag
The words 'friend' and 'vriend' are false friends
A
True
B
False
Slide 20 - Quizvraag
If someone asks you: "Can you give me a lift?" What do they mean?
Slide 21 - Open vraag
He's just as slim as his brother - he knows everything!
A
right
B
wrong
Slide 22 - Quizvraag
My grandfather worked in the fabric his entire life.
A
right
B
wrong
Slide 23 - Quizvraag
There is a lot of smoke. There must be brand.
A
right
B
wrong
Slide 24 - Quizvraag
The deer got stuck in a trap.
A
right
B
wrong
Slide 25 - Quizvraag
My dad earns a lot of money with his loan!
A
right
B
wrong
Slide 26 - Quizvraag
The heroic Dutch knight killed the drake.
A
right
B
wrong
Slide 27 - Quizvraag
You are so dapper that you jumped off that building
A
right
B
wrong
Slide 28 - Quizvraag
Linking words
Slide 29 - Tekstslide
What are linking words used for?
A
To finish the sentence
B
To connect sentences
C
To put sentences in past tense
D
To make a sentence sound fancier
Slide 30 - Quizvraag
Which word do we NOT use to give an example?
A
for example
B
namely
C
for instance
D
furthermore
Slide 31 - Quizvraag
The words:
And, In addition, As well as,
Also, Too, Furthermore, Moreover, Apart from
In addition to ,Besides
Are used to .......?......information
A
explain
B
summarise
C
add
D
order
Slide 32 - Quizvraag
The words: In short
In brief, In summary,To summarise, In a nutshell, To conclude
In conclusion
Are used to ......?........information
A
summarise
B
explain
C
order
D
give examples of
Slide 33 - Quizvraag
The words: The former,
Firstly, secondly, finally, The first point is,
Lastly, The following
Are used to:
A
summarise
B
Add information
C
explain
D
order
Slide 34 - Quizvraag
The words: Due to / due to the fact that,
Because, Because of, Since, As
Are used to:
A
explain / give a reason
B
order
C
summarise
D
indicate a contradiction
Slide 35 - Quizvraag
.......... I finished school, I went to New Zealand.
A
Although
B
After
C
So
Slide 36 - Quizvraag
Slide 37 - Tekstslide
Wat hebben we vandaag gedaan en wat heb ik geleerd?
Slide 38 - Open vraag
Meer lessen zoals deze
Week 5 O18 les 1 Modal verbs + past modals I. 3 U. 3 p. 30-33.
Januari 2023
- Les met
39 slides
Engels
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
week 3: UoE/conditionals
Augustus 2022
- Les met
31 slides
Engels
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
Week 5 O17 les 1 Present simple Impact F. Unit 2 p. 46-49
Januari 2023
- Les met
51 slides
Engels
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
week 8: passive again
Augustus 2022
- Les met
31 slides
Engels
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3-6
Recap Present Perfect vs Past Simple + Modals
Juni 2022
- Les met
29 slides
Engels
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
4gt 9-2
Maart 2024
- Les met
23 slides
Engels
Middelbare school
vmbo t, havo
Leerjaar 3
week 3.1 wip/ cloze text
Augustus 2022
- Les met
23 slides
Engels
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
419AK week 2.5 schrijven false friends
December 2021
- Les met
28 slides
Engels
MBO
Studiejaar 3