Tegenargument en weerlegging

Afspraken in de klas bij binnenkomst
  • Je zorgt dat je op tijd bent
  • Jas aan de kapstok in de gang, petten af
  • Kauwgom in de prullenbak
  • Je pakt je spullen en legt deze klaar

Let op: de les begint zodra het gedicht wordt voorgedragen
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Afspraken in de klas bij binnenkomst
  • Je zorgt dat je op tijd bent
  • Jas aan de kapstok in de gang, petten af
  • Kauwgom in de prullenbak
  • Je pakt je spullen en legt deze klaar

Let op: de les begint zodra het gedicht wordt voorgedragen

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we vandaag doen?
  1. Gedicht (5 minuten)
  2. Herhaling argumenteren (10 minuten)
  3. Uitleg tegenargument en weerlegging (10 minuten)
  4. Zelf aan de slag (rest van de les)

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoel
Je kunt tegenargumenten en weerleggingen herkennen en gebruiken.

Slide 3 - Tekstslide

3 vormen van argumenteren
  1. Enkelvoudige argumentatie
  2. Nevenschikkende argumentatie
  3. Onderschikkende argumentatie

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Slide 6 - Video

De kans is erg klein dat je iets wint bij de Postcodeloterij. Je kunt er beter niet aan deelnemen.
A
De eerste zin is het argument en het is een waarderende uitspraak.
B
De tweede zin is het argument en het is een waarderende uitspraak.
C
De eerste zin is het argument en het is een feitelijke uitspraak.
D
De tweede zin is het argument en het is een feitelijke uitspraak.

Slide 7 - Quizvraag

Ik denk dat Mark Rutte de verkiezingen gaat winnen. Hij is immers veruit de beste in de debatten.
A
De eerste zin is het argument en het is een waarderende uitspraak.
B
De tweede zin is het argument en het is een waarderende uitspraak.
C
De eerste zin is het argument en het is een feitelijke uitspraak.
D
De tweede zin is het argument en het is een feitelijke uitspraak.

Slide 8 - Quizvraag

Tegenargument en weerlegging

Tegenargument:  Een argument tegen de stelling


Weerlegging:        De ontkrachting van een tegenargument

Waarom wil de schrijver deze elementen in zijn betoog?


Slide 9 - Tekstslide

Waarom wil je als schrijver het liefst een tegenargument en een weerlegging in je tekst?

Slide 10 - Open vraag

Tegenargument en weerlegging
Mobiele telefoons moeten verboden worden in het lokaal

Slide 11 - Tekstslide

Tegenargument en weerlegging
Mobiele telefoons moeten verboden worden in het lokaal
want het zorgt ervoor dat je minder snel bent afgeleid

Slide 12 - Tekstslide

Tegenargument en weerlegging
Mobiele telefoons moeten verboden worden in het lokaal
want het zorgt ervoor dat je minder snel bent afgeleid
De school heeft daar niets over te zeggen, het is je eigen verantwoordelijkheid

Slide 13 - Tekstslide

Tegenargument en weerlegging
Mobiele telefoons moeten verboden worden in het lokaal
want het zorgt ervoor dat je minder snel bent afgeleid
De school heeft daar niets over te zeggen, het is je eigen verantwoordelijkheid
Dat valt best mee, want er zijn zat andere zaken in het lokaal die je kunnen afleiden

Slide 14 - Tekstslide

Tegenargument en weerlegging
Mobiele telefoons moeten verboden worden in het lokaal
want het zorgt ervoor dat je minder snel bent afgeleid
De school heeft daar niets over te zeggen, het is je eigen verantwoordelijkheid
Dat valt best mee, want er zijn zat andere zaken in het lokaal die je kunnen afleiden
Standpunt
Argument
Tegenargument
Weerlegging

Slide 15 - Tekstslide

Tegenargument en weerlegging
Tegenargument = tegen het standpunt

Weerlegging = (tegen)argument onderuithalen

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Aan de slag 2

Slide 20 - Tekstslide

Zelf aan de slag
Je krijgt nu tijd om aan je weektaak te werken.
We maken de volgende opdrachten:
Opdracht 2: helemaal
Opdracht 3: 3.3 t/m 3.11
Opdracht 5: helemaal
Opdracht 6: 6.1 t/m 6.6

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide