NaSk Overal 1.2

1.2 Het practicumlokaal
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo, mavo, havo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 11 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

1.2 Het practicumlokaal

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
Je kunt aan het einde van de les:

  • Uitleggen welke regels er zijn in het practicumlokaal
  • De veiligheidsvoorzieningen herkennen
  • De 6 gevarensymbolen herkennen
  • De branderonderdelen benoemen
  • De drie verschillende vlammen herkennen

Slide 2 - Tekstslide

Regels in het practicumlokaal
draag altijd een veiligheidsbril
draag altijd een labjas
lange haren in een staart
bij twijfel, vraag aan de docent/TOA
houd je aan het practicumvoorschrift
eten en drinken buiten het lokaal
stoffen NIET aanraken!

Slide 3 - Tekstslide

Veiligheidsvoorzieningen in het lokaal
labjas: katoenen jas om je kleren te beschermen.

veiligheidsbril: bril om je ogen te beschermen.

blusdeken: deken die je gebruikt om een kleine
brand te blussen of als de kleren van iemand 
branden.


Slide 4 - Tekstslide

Veiligheidsvoorzieningen in het lokaal

brandblusser: gebruik je om een grotere brand te 
blussen.Niet bij personen gebruiken.

noodstop: knop die gas, water en stroom afsluit 
als je erop drukt.

Slide 5 - Tekstslide

Veiligheidsvoorzieningen in het lokaal

nooddouche: daar ga je onder staan als je een 
bijtende stof op je huid of kleren hebt gekregen.

oogdouche: fonteintje om je ogen te spoelen als 
je daarin een bijtende stof hebt gekregen.

Slide 6 - Tekstslide

Gevaren symbolen

Slide 7 - Tekstslide

De brander (onderdelen)
  • Schoorsteen
  • Gasregelknop
  • Luchtring
  • Gasslang



Slide 8 - Tekstslide

De gele vlam (pauzevlam)
  • De luchtring is dicht
  • Een gele vlam zie je goed
  • Je gebruikt de gele vlam als je pauzeert 
  • De gele vlam heet ook wel de pauzevlam
  • nadeel: wat je in de vlam houdt wordt zwart

Slide 9 - Tekstslide

De stille blauwe vlam

  • De luchtring staat een beetje open
  • Een blauwe vlam gebruik je als je iets verwarmt. 

  • Nadeel: Je ziet hem slecht

Slide 10 - Tekstslide

De ruisende blauwe vlam

  • De luchtring is helemaal open
  • De ruisende vlam is de heetste vlam
  • Er ontstaat altijd een kegeltje in de vlam


Slide 11 - Tekstslide