4. Nederland in 1848

1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Wat gebeurde er in 1815?
A
Congres van Wenen
B
Het Koninkrijk der Nederlanden ontstond
C
Napoleon werd verslagen
D
De Franse Revolutie begint

Slide 2 - Quizvraag

Wie werd de eerste koning van Nederland?
A
De oude stadhouder: Willem V
B
Lodewijk Napoleon
C
Napoleon
D
De zoon van de stadhouder: Willem I

Slide 3 - Quizvraag

Slide 4 - Video

Van welk materiaal is de kroon van Willem I gemaakt?
A
Goud
B
Metaal
C
Hout
D
Zilver

Slide 5 - Quizvraag

Waarom worden Nederland en België samengevoegd?
A
België was anders een nutteloos land
B
Er moest een sterk buurland boven Frankrijk komen
C
België had een koning nodig
D
Nederland had België nodig voor de economie

Slide 6 - Quizvraag

Nederland
Koning Willem I werd koning over een groot koninkrijk. Maar Nederland stond er in 1815 niet goed voor. Een groot deel van de mensen leefde in diepe armoede. Economisch liep Nederland achter. Er waren nog geen fabrieken. Willem I wilde de economie nieuw leven inblazen.

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Wat laat Willem I aanleggen?
A
Spoorlijnen
B
Nieuwe steden
C
Grensmuren
D
Kanalen

Slide 9 - Quizvraag

Waarom zijn de Belgen ontevreden over koning Willem I?
A
Hij wilt dat iedereen Frans spreekt
B
Hij wilt dat iedereen Nederlands spreekt
C
Hij heeft teveel macht
D
Hij heeft te weinig macht.

Slide 10 - Quizvraag

Willem I en II
Koning Willem I had feitelijk alle macht in handen. Daar was de Staten-Generaal en de bevolking het eigenlijk niet over eens. Na zijn mislukking om België terug te veroveren, trad Willem I af als koning. Zijn zoon Willem II volgde hem op. De Nederlanders hoopten dat er dingen zouden veranderen, maar dat gebeurde niet. Willem II hield evenveel macht als zijn vader. Een groep burgers, liberalen, vonden dat dit moest veranderen.

Slide 11 - Tekstslide

De liberalen

Aanhangers van het liberalisme geloofden in de denkbeelden uit de Franse Revolutie. Liberalen staan voor:

1. Grondrechten (bijv. vrijheid van meningsuiting) 

2. Vrijheid op het gebied van de economie: zonder regeltjes zou de handel en de industrie sneller groeien.

De liberalen vertegenwoordigden vooral de gegoede burgerij. De leider van de liberalen was Thorbecke.

Slide 12 - Tekstslide

Willem II wilde in eerste instantie niks hebben van die veranderingen. Maar in 1848 verandert hij toch wel van gedachten.

Slide 13 - Tekstslide

Grondwet
In 1848 waren overal in Europa relletjes begonnen. Koning Willem II was bang dat dat zou overslaan naar Nederland en hij geen koning meer zou zijn. Hij tekende de nieuwe grondwet.

Slide 14 - Tekstslide

Grondwet

In de nieuwe grondwet stond:

1. De ministers bestuurden Nederland en niet de koning.

2. De Tweede en Eerste kamer controleerden de taken van de ministers.

3. Ministers konden ontslagen worden

4. Elke 4 jaar waren er verkiezingen.

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video