Hoofstuk 4, paragraaf 4.4

1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 18 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Hoelang leeft een kip in Nederland voordat deze wordt geslacht? 35-42 dagen. Daarna laten aansluiten bij intensieve landbouw. 
Vandaag
- Paragraaf 4.4 behandelen
- Zelfstandig werken aan de opdrachten en samenvatting

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
- Je weet dat er in de Nederlandse landbouw economisch wordt gewerkt, maar dat dat niet altijd duurzaam is.
- Je begrijpt hoe het komt dat qua energie, vervuiling, water en transport, landbouw niet echt duurzaam is.
- Je kunt de ecologische en watervoetafdruk van verschillende producten berekenen.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekent ‘duurzaamheid’ eigenlijk?

Duurzaamheid betekent ‘blije mensen op een gezonde aarde’ en ‘er is altijd genoeg voor iedereen’.
Duurzaamheid = dat je goed voor de aarde zorgt. 
Ook voor de mensen na jou. 
En dat je nu respect hebt voor andere mensen: bijvoorbeeld geen kinderarbeid

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1. Onze grondstoffen raken op, want we gebruiken teveel:

stoffen en mineralen uit de aarde, zoals: 
  • olie 
  • steenkool 
  • koper
  • ijzer
  • water
We maken het zó snel op dat de aarde geen tijd heeft om nieuwe stoffen en mineralen te maken. 

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

 Watervoetafdruk
Voedsel heeft een grote
watervoetafdruk: het aantal liter dat nodig is om een product te maken.
Waterverbruik

Slide 6 - Tekstslide

Feiten:

-Er zit 15000 liter verborgen in één kilo rundvlees. Daar kun je 300 dagen van douchen.

-Van het oppervlak aan landbouwgrond waarvan één vleeseter kan worden gevoed, kunnen 3 tot 7 vegetariërs of 12 tot 20 veganisten leven.
Watervoetafdruk 
Bijna 70 procent van al het waterverbruik op aarde gaat naar het landbouw. Die planten en gewassen eten we als mensen zelf, maar het is ook vaak voer voor dieren. 
Zo eten koeien veevoer dat uit andere delen van de wereld komt. 

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Consumeren = 


het kopen en gebruiken van goederen en diensten
door consument

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Landbouw
- Na de VS is Nederland de grootste voedselexporteur ter wereld.


Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Wat is een exporteur eigenlijk?

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

- Om al dat voedsel te produceren doen we aan intensieve landbouw

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dit heeft ook nadelen...
- Niet erg duurzaam

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dit heeft ook nadelen...
- Monoculturen --> ziektes --> chemische bestrijdingsmiddelen

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dit heeft ook nadelen
- Er is veel veevoer nodig --> Soja

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

- Lees paragraaf 4.4 nog een keer goed door
- Maak de opdrachten van paragraaf 4.4
- Maak de samenvatting van paragraaf 4.4
Huiswerk

Slide 15 - Tekstslide

Laat leerlingen verder werken. Zijn er vragen over het huiswerk over plaatsbepalen?
Leerdoelen
- Je weet dat er in de Nederlandse landbouw economisch wordt gewerkt, maar dat dat niet altijd duurzaam is.

- Je begrijpt hoe het komt dat qua energie, vervuiling, water en transport, landbouw niet echt duurzaam is.
- Je kunt de ecologische en watervoetafdruk van verschillende producten berekenen.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Bedenk in tweetallen hoe je duurzamer kan omgaan met het produceren van voedsel

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies