In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Hydrauliek: Basisprincipes uitgelegd
Slide 1 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Leerdoelen
Aan het einde van deze les kun je de basisprincipes van hydrauliek uitleggen.
Slide 2 - Tekstslide
Introduceer de leerdoelen aan het begin van de les.
Wat weet je al over hydrauliek?
Slide 3 - Woordweb
Deze slide heeft geen instructies
Wat is hydrauliek?
Hydrauliek is de wetenschap die zich bezighoudt met vloeistoffen onder druk en hun toepassingen.
Slide 4 - Tekstslide
Definieer hydrauliek en leg uit waar het zich mee bezighoudt.
De wet van Pascal
De wet van Pascal stelt dat de druk in een vloeistof zich gelijkmatig in alle richtingen verspreidt.
Slide 5 - Tekstslide
Leg de wet van Pascal uit en illustreer dit met een voorbeeld.
Toepassingen van hydrauliek
Hydrauliek wordt veel gebruikt in de industrie, bijvoorbeeld in machines, heftrucks en auto's.
Slide 6 - Tekstslide
Laat voorbeelden zien van toepassingen van hydrauliek in de industrie.
Hydraulische systemen
Een hydraulisch systeem bestaat uit een vloeistof, een pomp, kleppen, cilinders en leidingen.
Slide 7 - Tekstslide
Leg uit wat de verschillende onderdelen zijn van een hydraulisch systeem.
Werking van hydrauliek
De druk die door de pomp wordt gegenereerd, wordt gebruikt om de vloeistof door de leidingen te sturen en zo de cilinders te laten bewegen.
Slide 8 - Tekstslide
Leg uit hoe hydrauliek werkt en illustreer dit met een diagram.
Hydraulische vloeistoffen
Hydraulische vloeistoffen moeten aan specifieke eisen voldoen, zoals een hoge viscositeit en weerstand tegen oxidatie en slijtage.
Slide 9 - Tekstslide
Leg uit waarom hydraulische vloeistoffen aan specifieke eisen moeten voldoen.
Voordelen van hydrauliek
Hydrauliek heeft als voordelen dat het krachtig is, nauwkeurig en betrouwbaar.
Slide 10 - Tekstslide
Bespreek de voordelen van hydrauliek en laat voorbeelden zien van situaties waarin hydrauliek de beste keuze is.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.
Slide 11 - Open vraag
De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.
Slide 12 - Open vraag
De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.
Slide 13 - Open vraag
De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.