• Ik kan opschrijven welke soorten landbouw in het tropische regenwoud, savanne, steppe en woestijnen voorkomen.
• Ik kan voorbeelden geven van 3 producten die we uit het tropische regenwoud halen.
• Ik weet hoe mensen in de woestijn leven.
• Ik kan het verschil uitleggen tussen noodhulp en ontwikkelingssamenwerking.
- Ik ken deze begrippen: Plantage - Nomaden - Irrigatie - Noodhulp - Ontwikkelingssamenwerking